tekst en onderricht september 2015

8 september 2015

‘Wat Hij u ook beveelt, doe het maar.” (Johannes 2, 1-11)

DADEN DIE TEKENS VAN HOOP WORDEN

Bijbellezing

12 [1] Op de derde dag werd er een bruiloft gevierd te Kana in Galilea,
waarbij de moeder van Jezus aanwezig was.
[2] Ook Jezus en zijn leerlingen waren op de bruiloft uitgenodigd.
[3] Toen de wijn opraakte, wendde de moeder van Jezus zich tot Hem en zei:
‘Ze zitten zonder wijn.’
[4] Jezus antwoordde: ‘Wat hebben ik en u daarmee van doen, Vrouwe?
Mijn uur is nog niet gekomen.’
[5] Zijn moeder zei tegen de dienaren:
‘Wat Hij u ook beveelt, doe het maar.’
[6] Nu stonden daar zes stenen waterbakken
ten behoeve van het Joodse reinigingsgebruik,
elk met een inhoud van twee tot drie metreten.
[7] ‘Doe die bakken vol water,’ beval Jezus hun.
Ze deden ze vol water, tot de rand toe.
[8] Vervolgens zei Hij: ‘Schep er nu wat uit en breng het naar de tafelmeester.’
En ze deden het.
[9] De tafelmeester proefde het water dat wijn was geworden,
maar wist niet waar die vandaan kwam.
De dienaren die het water geschept hadden wisten het wél.
De tafelmeester riep dus de bruidegom
[10] en zei: ‘Iedereen schenkt toch eerst de beste wijn,
en de gewone pas wanneer er al flink gedronken is.
Maar u hebt de beste wijn bewaard tot het laatst!’
[11] Dat was het begin van Jezus’ tekenen, te Kana in Galilea.
Lezing uit: Timothy RADCLIFFE, Waar draait het om als je christen bent?
Dit is in potentie een geweldig moment voor het christendom.
Als we wegen vinden om te leven en onze christelijke hoop te delen,
dan bieden we iets aan waar de wereld naar smacht.(…)
Nu hebben we iets buitengewoons en zeldzaams te bieden,
namelijk hoop die is ontdaan van zijn seculiere steunpilaren,
nieuw, fris en aantrekkelijk.(…)
Václav Havel, toneelschrijver en voormalig president van Tsjechië,
omschrijft het als volgt:
‘Hoop is niet de overtuiging dat dingen goed zullen komen,
maar de zekerheid dat iets zin heeft,
ongeacht of het goed zal komen.’ (…)
Als we tekens van hoop vinden,
dan zal de wereld aandachtig toekijken
en ze binnen de kortste keer op internet zetten.(…)
St Franciscus was iemand die door symbolische daden tot een wereld sprak,
die net als de onze diepgaand aan het veranderen was. (…)
Door tekens die onze hoop verwoorden,
doen we ramen open voor Gods transformerende genade in de wereld. (…)
Dit vergt verbeeldingskracht en dapperheid.
Als mensen zien dat christenen bereid zijn om tamelijk ‘idiote’ gebaren te maken,
in plaats van zich altijd timide terug te trekken omdat het misschien niet werkt,
of omdat mensen hen misschien niet leuk vinden,
dan krijgen ze iets te zien van onze extravagante hoop.

Je hoort mensen wel soms verzuchten
dat ze als kleine en onbeduidende mensen
niets kunnen doen om bij te dragen tot de definitieve oplossing
van de grote wereldproblemen waarvoor wij ons als christenen,
samen met alle mensen van goede wil, geplaatst zien.
Laten we deze problemen even op een rijtje plaatsen:
- rechtvaardigheid, de zorg opdat alle mensen datgene zouden hebben waar ze recht op hebben om een menswaardig leven te leiden, een einde maken aan armoede en honger in de wereld;
- werk maken van een universele en blijvende vrede;
- de zorg voor het milieu, voor een leefbare aarde.
Dit alles moet maar een economische, wetenschappelijke en politieke oplossing krijgen.
Men vergeet daarbij dat die oplossingen maar werkzaam zullen zijn
als er ook een bekering in het hart van mensen komt,
een totale mentaliteitsverandering, een innerlijke spirituele transformatie,
die zich uit in een andere levenswijze en in concrete daden.
Vaak trekken de eerder genoemde mensen zich echter ook niets aan
van problemen dichter bij huis, soms zelfs niet van eigen problematiek.
Dan heet dan: “Ze zetten geen stap vooruit.” Niet, één.
Nochtans zou die ene stap heel betekenisvol kunnen zijn.
De vraag is: wanneer is iets betekenisvol en zinvol in de ogen van mensen?
Het antwoord is: wanneer er duidelijke, ervaarbare en zichtbare resultaten zijn,
liefst onmiddellijk of op zijn minst toch op korte termijn.
Wat we dus doen en ondernemen moet die betekenis dragen.
Als iets dan louter maar uitdrukking is van ons geloof, van de hoop die in ons leeft,
dan is dat iets op zich in de ogen van velen weinig betekenisvol.
Dan is wat mother Teresa begon te doen in de straten van Calcutta niet zinvol:
stervende mensen, waar niemand naar omkijkt en voor velen onaanraakbaar zijn
een plaats geven waar ze rustig kunnen sterven
en er minstens één respectvolle blik aan hen gegeven wordt.
Deze daad heeft effectief niets bijgebracht
tot de oplossing van het armoedeprobleem in de Indiase grootsteden.
Maar op de duur opende het wel de ogen van de wereld.
Minder bekend is de evenzeer ‘zinloze’ bezigheid van de kardinaal
die aan het woord is in het bekende boek De biecht van de kardinaal.
Hij spreekt er van het principe van Po.
Po is een man die stervende is, ergens in het Verre Oosten.
Er is omwille van de taalbarrière en de bewustzijnstoestand van Po
geen communicatie met deze stervende mogelijk.
Toch gaat de kardinaal regelmatig naast hem zitten om te bidden
en houdt hij zich blik op de uitgemergelde man gericht
en erkent de man als kind van God, met een eeuwige waarde.
Ook Jezus vraagt aan de dienaren op het bruiloftsfeest in Kana
om – wat Timothy Radcliffe noemt – idiote dingen te doen:
de kruiken voor de reiniging vullen met water
en water als wijn te drinken geven aan de tafelmeester.
Idioot en zinloos: de reiniging is al gebeurd voor de maaltijd
en wie gaat er nu water als wijn voorzetten?
Laten we eerst even naar dit verhaal kijken en de symbooltaal leren verstaan.
Een feestmaaltijd, in het bijzonder een bruiloftsmaal,
is in de Bijbel het symbool bij uitstek voor een wereld, een samenleving,
zoals die zou moeten zijn, zoals God verwacht voor ons, mensen.
Een samenzijn in liefde, vrede en vreugde, met respect voor elkaar
en samen genieten van wat de aarde ons schenkt.
Wijn is hier het symbool van de innerlijke vreugde,
eigenlijk van het echte leven in eenheid met God,
een leven getekend door een vrede en een vreugde die volkomen zijn,
die de wereld niet geven kan.
De wijn, de vrede en de vreugde die de wereld biedt,
in de bevrediging van al onze menselijke behoeften, is niet volkomen.
Het ware leven wordt ons geboden door Jezus.
Hij is gekomen opdat wij zouden leven, volkompen zouden leven.
Het enige wat wij moeten doen is in Hem geloven.
Dat is de boodschap van het Johannesevangelie en ook van dit verhaal van Kana.
Het 12de vers dat ik in de tekst van het evangelie heb weggelaten luidt:
Zijn leerlingen geloofden in Hem.
Maar wat is in Jezus geloven?
De leerlingen die in Hem geloven noemt Jezus ook zijn ‘vrienden’.
Ze delen met Jezus dezelfde mentaliteit,
ze hebben dezelfde verlangens en hetzelfde project.
Dat project is niet in de eerste plaats het voorzien in materiële behoeften.
Ook tot zijn moeder zegt Jezus dat dit niet ‘hun zaak’ is.
Het project dat de zaak van Jezus en zijn vrienden is heet: de wil van de Vader.
En de Vader wil dat de mensen leven: volkomen vrede en vreugde kennen.
Jezus zal aan zijn leerlingen zeggen
dat Hij hen geen dienaren noemt, maar vrienden.
Nu zijn die dienaren in Kana eigenlijk ook Jezus vrienden,
want zij doen wat Hij van hen vraagt.
Tot zijn leerlingen zegt Jezus dat zijn vriendschap hebben
als zij doen wat Hij van hen vraagt.
Nu vraagt Jezus aan de dienaren-vrienden van Kana dus idiote en zinloze dingen.
Geloof me: het zgn. wonder van Kana zou niet geschiedt zijn
als die vrienden die dingen niet hadden gedaan.
En daar hadden ze alle ‘logische’ redenen voor.
Maar waarom deden ze het dan wel?
Werden ze gedreven door geloof en hoop en liefde?
Er moet iets zijn dat hen over alle menselijke angst en menselijke logica trekt.
Iets waaraan ze zich gewoon overgeven.
Dat mensen zich daaraan gewonnen geven is het werkelijke wonder van Kana.
Dat mensen zich aan Jezus gewonnen geven.
Dat ze doen wat Hij van hen vraagt.
Dat iets is gewoon vertrouwen in Hem.
Geloven is vertrouwen.
Vertrouwen dat in ons in staat stelt om dingen te doen
die wellicht zinloos zijn in de ogen van de wereld,
maar uiting zijn van ons geloof en vertrouwen in Gods onvoorwaardelijke liefde
voor ons en voor ieder mens.
Het is met die ‘idiote’ gebaren dat Gods liefde geopenbaard wordt.
Want de wijn is tenslotte ook symbool van Gods liefde.
Ook Jezus’ sterven op het kruis was zo’n idioot gebaar.
Paulus noemt het een ergernis en dwaasheid voor de wereld.
We zouden als christenen beslist wat meer dwaas en ergerend extravagant mogen zijn.