Tekst en onderricht mei 2016
10 mei 2016
"Buig u niet voor hen neer en bewijs hun geen goddelijke eer." (Exodus 20, 1-11)
VERZET TEGEN HET ONMENSELIJKE
"We zien dat de cultuur van het consumentisme uiteindelijk destructief is. Het ontkoppelt verlangen van de behoeftes van ons lichamelijk leven, zodat het opstijgt en ver verwijderd raakt van wie we zijn."
Exodus 20,1-11
Toen sprak God al de woorden die hier volgen. ‘Ik ben de heer uw God die u heeft weggeleid uit Egypte, het slavenhuis. U zult geen andere goden hebben ten koste van Mij.U zult geen beelden maken, geen afbeelding van enig wezen boven in de hemel, beneden op de aarde of in de wateren onder de aarde. Buig u niet voor hen neer en bewijs hun geen goddelijke eer, want Ik, de heer uw God, Ik ben voor hen die Mij haten een jaloerse God die de schuld van de vaders wreekt op hun kinderen, tot de derde en vierde generatie. Maar voor hen die Mij liefhebben en mijn geboden onderhouden ben Ik een God die goedheid bewijst tot aan de duizendste generatie. U zult de naam van de heer uw God niet lichtvaardig gebruiken, want de heer laat degenen die zijn naam lichtvaardig gebruiken niet ongestraft. Denk aan de sabbat; die moet voor u heilig zijn. Zes dagen kunt u werken en alle arbeid verrichten. Maar de zevende dag is de sabbat voor de heer uw God. Dan zult u geen enkele arbeid verrichten: uzelf niet, uw zoon niet, uw dochter niet, uw slaaf niet, uw slavin niet, uw dieren niet, evenmin als de vreemdeling die bij u woont. Want in zes dagen heeft de heer de hemel, de aarde en de zee en al wat ze bevatten gemaakt. Maar de zevende dag heeft Hij gerust en zo de sabbat gezegend en tot een heilige dag gemaakt.
DUIDING:
Een christelijke levenshouding aannemen in deze tijd is allesbehalve een evidente opdracht. Het vraagt een grote inspanning om in de vele domeinen van het leven ons te vormen naar het beeld van God op de manier zoals Jezus het ons heeft voorgeleefd. Het is eigen aan de christelijke spiritualiteit om de vele domeinen van het leven te laten doordringen van Gods Geest.
Leven als christen gaat dus veel verder dan het onderhouden van een cultuur van gebed en liturgie. Het gaat om het leren mens worden, nu en in een wereld waar we deel van uitmaken! En dat is op zich een hele opgave.
Willen we ons leven vorm kunnen geven, dan is het belangrijk om in de eerste plaats goed te zien wat van nature tot ons menszijn behoort. Eigen aan de mens is dat hij zich van kinds af aan laat leiden door verlangens. Het verlangen ontstaat vanuit een gemis. Wanneer we honger hebben, verlangen we te eten. Wanneer we koud hebben, verlangen we naar een warme trui of jas. Wanneer we onze driften willen bevredigen, verlangen we naar seks. Enzovoort … Heel ons leven krijgt vorm, komt in beweging, door onze behoeften en verlangens en door de vervulling ervan. Het is belangrijk om dat goed onder ogen te durven zien.
De mens is dus een vat vol verlangens. Maar het is belangrijk om ons niet te laten meeslepen door onze verlangens omdat anders het gevaar van de ontmenselijking om de hoek loert. Teveel ingaan op bepaalde verlangens doet op de duur afbreuk aan ons menszijn.
In zijn boek ‘Waar draait het om als je christen bent?’ verwijst Timothy Radcliffe naar Thomas van Aquino voor wie een van de vier kardinale deugden (Lat. ‘cardo’: scharnier, hengsel waarop de deur rust. ‘Spildeugden’ zijn verondersteld aanwezig in alle andere deugden. Vier: wijsheid, rechtvaardigheid, moed en matigheid.) de matigheid was. De matigheid was voor hem noodzakelijk voor vrede en geluk, voor een uitgebalanceerd leven. Het is een fundamentele deugd, omdat het de basis raakt van menselijke overleving: het verlangen naar voedsel, drinken en seks. Het is aangenaam om deze verlangens te bevredigen, maar als het verlangen excessief (overdadig) wordt, dan bedreigt het onze overleving. (p. 210)
Leren omgaan met onze verlangens, vraagt dus een voortdurende en bijgevolg volgehouden oefening. Door vol te houden in het matigen van onze verlangens, ontstaat een soort van routine (gewoonte) waardoor bijna vanzelf een evenwicht ontstaat in het leven. Je zou het kunnen vergelijken met het leren bespelen van een gitaar. Door lang te oefenen, gaat het spelen bijna vanzelf. De filosoof Coen Simon zegt in zijn boek ‘Wachten op geluk – Een filosofie van het verlangen’ over het beoefenen van de matigheid het volgende: ‘Een paradox (tegenstelling) die eigenlijk al het menselijke geklooi samenvat. Een leven lang oefenen we om ons hele doen en laten van nature te laten zijn.’
Wat kunnen die oefeningen dan inhouden ter bescherming van ons mens-zijn? Hoe kunnen we ons oefenen om het proces van ontmenselijking tegen te gaan?
Een eerste belangrijke oefening is naar mijn aanvoelen om het verlangen te beperken in de tijd. Niet elk verlangen hoeft onmiddellijk bevredigd te worden. Dit klinkt eigenaardig op de dag van vandaag omdat we door de hedendaagse marketingstrategie er voortdurend toe aangezet worden om onmiddellijk te consumeren.
Een tweede belangrijke oefening is een beperking in hoeveelheid. Teveel is nooit goed. Alles met mate! Enkele voorbeelden: teveel eten en drinken ondermijnt onze lichamelijke gezondheid en een overmatig seksueel gedrag ondermijnt onze psychosociale gezondheid (d.w.z. we lijden er zelf onder, maar ook onze relaties). Verslavingen die ontstaan vanuit een overmatig gedrag brengen ons uit evenwicht met onszelf en onze omgeving. Zich oefenen in het beperken, brengt ons opnieuw in evenwicht.
Een derde oefening, hangt samen met de tweede en dat is het leren genieten van de bevrediging van onze verlangens. Een moment dat ik nooit zal vergeten, is het moment waarop ik in een sloppenwijk in Brazilië een schooltje bezocht. Ik had toen een zak kleine paaseitjes mee. Van de ontwikkelingshelper daar had ik vernomen dat chocolade voor hen heel schaars was, maar dat de kinderen er wel verzot op waren. Wel, toen ik aan elk kind één klein paaseitje gaf, deden de kinderen voorzichtig het zilverpapiertje af en likten even aan het paaseitje om daarna het zilverpapiertje terug dicht te doen. Wat een schril contrast met de manier waarop wij Belgen paaseitjes, pralines en dergelijke consumeren … Eten om te eten, drinken om te drinken, seks hebben om de seks … het belemmert ons te genieten. Het is een belangrijke oefening om opnieuw te leren genieten met mate.
Een vierde oefening is om steeds kritisch te luisteren naar wat we nodig zouden hebben. En dat we onszelf vragen zouden stellen, in de trant van: ‘Wil ik dit echt en waarom?’ Door vragen te stellen, ga je in tegen het automatisme van het consumeren. Reflecteren over ons consumptiegedrag zal ons leren te matigen.
Een vijfde oefening is het zich actief verzetten tegen een wegwerpcultuur. De markten en de ‘bazars’ worden overspoeld met allerhande prularia (kleinigheden) die goedkoop en bijgevolg ook van mindere kwaliteit zijn. Ook goedkope kledij hoort daar bij. Wie deze spullen koopt, gooit ze ook vaak vrij snel terug weg met als reden dat ze toch goedkoop waren en dat ze hun dienst ondertussen wel bewezen hebben. De wegwerpcultuur is niet alleen een overbelasting voor het milieu, het stimuleert ook kinderarbeid en goedkope arbeidskrachten. Wie zich wil verzetten tegen een wegwerpcultuur kan niet anders dan zich vragen te stellen rond de duurzaamheid van de producten die aangekocht worden, de manier waarop ze vervaardigd werden en vooral ook door wie ze geproduceerd werden.
Naast deze vijf oefeningen zijn er ongetwijfeld nog mogelijke oefeningen en over elke oefening moet verder concreet worden nagedacht. Maar deze vijf zijn al belangrijk om te leren in ons leven als christen bewust een houding aan te nemen die ingaat tegen het platte consumentisme om te verhinderen dat ons mens-zijn in gevaar komt.
Maar niet alleen ons mens-zijn, ook onze aarde waar we deel van uitmaken.
Radcliffe schrijft ‘Grenzeloze en onbevraagde gulzigheid kent geen respect voor de minimale behoeftes van anderen en zal de aarde verslinden.’ Met andere woorden als we onze houding niet veranderen, hypothekeren we onze eigen toekomst, de toekomst van de mensen op aarde die het met veel minder moeten doen dan wij en van de toekomst van hen die na ons komen.
Zover mogen we het niet laten komen! Wie beeld van God wil worden, zal moeten leren respect op te brengen voor zichzelf, de anderen en de schepping. Als christen worden eigenlijk verplicht op dieet gezet!
En zoals dat met elk dieet het geval is, is een goede coach wenselijk, alsook de ondersteuning door velen uit onze omgeving. Met andere woorden de zorg voor onszelf, voor de anderen en de schepping zal maar kunnen gebeuren binnen de schoot van een levendige gemeenschap. Verbondenheid en solidariteit zijn dan ook twee belangrijke sleutelbegrippen om de matigheid te kunnen beoefenen, een heel leven lang, tot de matigheid een deel van onze natuur geworden is.
Pr Bart Lagrange