Homilie Derde Zondag Veertigdagentijd B 2024
Derde Zondag Veertigdagentijd B Ex 20,1-17 1Kor1,22-25 Joh2,13-25
In de geschiedenis van het oude Godsvolk is de uittocht uit Egypte, het slavenhuis, het meest bepalende feit uit zijn geschiedenis. Deze bevrijdende exodus, die ten nauwste verbonden is met het geschenk van de Thora op de Sinaï, heeft het Joodse volk voorgoed tot het verbondsvolk gemaakt van de Ene, die geen andere goden verdraagt voor zijn aangezicht. Elk jaar in de lente vieren de Joden op Pesach deze uittocht uit Egypte. Pesach of Pasen betekent letterlijk ‘overslaan of passage’ en slaat zowel op de uittocht uit de slavernij, de doortocht door de woestijn, als de intocht in het Beloofde Land. Het Joodse Paasfeest duurt 7 à 8 dagen en wordt voorbereid door een grondige reiniging van het huis. Al de resten van het oude brood en het oude deeg moeten verbrand worden en de woning krijgt een grondige schoonmaakbeurt.
De tempelreiniging volgens de evangelist Johannes valt niet te begrijpen zonder deze context van het Joodse Pasen. De tekst begint dan ook met de uitdrukkelijke vermelding dat het Joodse Paasfeest nabij is. De reiniging van het huis van God is hier dus geheel op zijn plaats. Héél het Johannesevangelie wordt gedragen door het ritme van de feesten van Israël, en die feesten zijn ook de voedingsbodem waaruit de boodschap van Jezus voortkomt. Doorheen het Johannesevangelie wordt driemaal vermeld dat Pasen nabij is, telkens bij zeer significante ‘tekenen’ die Jezus verricht: hier bij de tempelreiniging, een tweede keer bij het broodwonder en een derde maal bij de opwekking van Lazarus. Pasen verbindt deze drie ‘tekenen’ met elkaar. De tempelreiniging, het broodwonder en de opwekking van Lazarus zijn dan ook drie openbaringen van het centrale mysterie van Jezus’ dood en verrijzenis, dus van Jezus’ Pasen. Bij de tempelreiniging zegt Jezus tegen de Joden over zichzelf: “Breek deze tempel af en in drie dagen zal Ik hem weer doen herrijzen”. Bij het broodwonder zegt Hij: “Ik ben het levende brood dat uit de hemel is neergedaald. Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt heeft eeuwig leven en Ik zal hem doen opstaan op de laatste dag”. En bij de opwekking van Lazarus zegt Jezus tegen Marta: “Ik ben de verrijzenis en het leven. Ieder die in Mij gelooft zal leven, ook al is hij gestorven”. Jezus laat met andere woorden tot driemaal toe zien dat in Hem het Joodse Pasen zijn vervulling heeft bereikt, dat in Hem de definitieve exodus uit dood en slavernij zich voltrekt naar leven en vrijheid.
De tempelreiniging bij Johannes verschilt dan ook van betekenis ten opzichte van de tempelreiniging in de synoptische evangeliën. Bij Marcus, Matteüs en Lucas staat het verhaal van de tempelreiniging
bijna op het einde van Jezus’ optreden. Er is hier sprake van een psychologische opbouw waarin zich de vijandelijke sfeer rond Jezus ontwikkelt en waarbij Jezus het ongehoord provocerend teken stelt van de zuivering van de tempel. “Het huis van God moet een huis van gebed zijn en geen markthal”. Jezus herstelt hier dus de heiligheid van de tempel, in de lijn van de oude profeten. Maar bij Johannes gaat het wezenlijk om iets anders. Jezus drijft niet alleen alle mensen naar buiten maar ook alle offerdieren: de schapen, de runderen, de duiven, het offergeld, kortom de hele offercultus met zijn brand- en slachtoffers. Bij Johannes reinigt Jezus de tempel niet slechts, Hij breekt met de tempel en zijn cultus want Hijzelf is de ware tempel. Het echte huis van de Vader is zijn eigen persoon en de gemeenschap die daarop gebouwd is. Hij kan dan ook zeggen: “Breek deze tempel af en in drie dagen zal Ik hem doen herrijzen”. De tempelreiniging staat daarom bij Johannes aan het begin van zijn Evangelie als een teken waarin Jezus aanspraak maakt op zijn goddelijke identiteit. Van meet af aan is er bij Johannes de strijd tussen geloof en ongeloof. Daarom staat er op het eind van onze evangelieperikoop dat Jezus allen kende en wist wat er in de mens zit.
En wat kunnen wij, gelovigen van de 21ste eeuw, met deze Johanneïsche versie van de tempelreiniging beginnen? Welke boodschap bevat dit ‘teken’ voor ons? In de eerste plaats dat Jezus onbegrijpelijk is zonder het Oude Testament. Hij is de vervulling van de Wet. Het centrale oudtestamentische thema van de exodus vindt zijn vervulling in zijn dood en Opstanding. Vervolgens moeten wij ter harte nemen wat Paulus zegt in de tweede lezing: “Joden eisen wondertekenen, Grieken zoeken wijsheid, maar wij verkondigen een gekruisigde Messias, een aanstoot voor Joden, een dwaasheid voor
Grieken”. Wie Jezus als zijn Heer belijdt zal gegarandeerd tegenstand oproepen, zelfs vervolging en haat. Maar deze Jezus is precies Gods kracht en Gods wijsheid. Een kracht die zich toont in zwakheid, een wijsheid die zich uit in dwaasheid. Met deze Jezus mogen we door de wereld trekken, een zwakke Jezus die sterker is dan de mensen en een dwaze Jezus die wijzer is dan de mensen.
Amen.
Br. Guerric ocso