Homilie H. Triniteit
H. Triniteit Dt 4,32-40 Rom 8,14-17 Mt 28,16-20
Door vandaag het feest te vieren van de Drievuldigheid belijden we ons geloof. Ofschoon het verschillende eeuwen in beslag zal nemen vooraleer de theologie van de Drievuldigheid haar volkomen uitdrukking zal vinden in het credo van Nicea-Constantinopel, vinden we in de Evangelies en de Brieven van Paulus overal trinitaire formuleringen, sommige door Jezus zelf uitgesproken. De Drievuldigheid bevindt zich werkelijk in het hart van de Openbaring en drukt de diepte van het mysterie van Gods meest intieme leven uit. God is Vader, Zoon en Geest: één God in drie onderscheiden maar niet gescheiden Personen. Elk christelijk gebed, te beginnen met het kruisteken, plaatst ons in het hart van de heilige Drievuldigheid.
Homilie Pinksterzondag B 2024
Pinksterzondag B Hand 2,1-11 Gal 5,16-25 Joh15,26-27; 16,12-15
De eerste lezing uit Handelingen, waarin de heilige Lucas op indringende wijze het Pinksterwonder beschrijft, eindigt met vers 11: “Allen hoorden hen spreken in hun eigen taal over Gods grote daden”. Het volgende vers is weggelaten, maar dat vertelt de reactie van de toehoorders op deze uitbarsting van enthousiasme: “Ze wisten niet wat ze ervan moesten denken en zeiden tot elkaar: wat heeft dit te betekenen?” (v.12) Broeders en zusters, velen onder ons weten niet wat Pinksteren betekent en vragen zich af hoe ze dat fenomeen van de uitstorting van de Heilige Geest moeten verstaan? Dat talenwonder, die goddelijke vlam die ervoor zorgde dat de prille Kerk zich als een vuur over de wereld verspreidde: wat heeft dat te betekenen en wat betekent het voor ons, vandaag?
Homilie Hemelvaart B 2024
Hemelvaart B Hand. 1,1-11 Ef. 4,1-13 Mc. 16,15-20
Hemelvaart betekent het definitieve afscheid van de lichamelijke Jezus. Verscheen de verrezen Christus na Pasen nog vele malen aan zijn leerlingen om hun geloof in zijn opstanding te sterken en te bevestigen, met Hemelvaart komt ook aan die verschijningen een einde. Voortaan moet de jonge Kerk verder met de Heilige Geest en met een “geestelijke” Christus. “Voortaan kijken we naar niemand meer op louter menselijke wijze: ook al hebben wij de Christus op die manier gekend, dan nu toch niet meer”, schrijft ook Paulus (2Kor 5,16). De mens Jezus is definitief weg, maar de indruk die Hij naliet blijft. En deze sterke herinnering wordt voortaan gevoed en aangezwengeld door de Heilige Geest. Deze Heilige Geest betekent een nieuwe aanwezigheid, die de leerlingen letterlijk in beweging brengt en ze aanspoort te getuigen van Jezus Christus, de Verrezene. Het mysterie van Christus’ Hemelvaart heeft met andere woorden alles te maken met loslaten, met de ervaring van zowel afwezigheid als van een nieuwe aanwezigheid. De lichamelijke Jezus die de apostelen zo zichtbaar en tastbaar nabij was, wordt hen met Hemelvaart definitief ontzegd. Ze moeten het voortaan stellen zonder zijn zintuigelijke gestalte, maar daarom niet zonder Hem. Want Jezus Christus blijft bij zijn leerlingen met zijn Geest. “Zie, Ik ben met u, alle dagen, tot aan de voleinding van de wereld”, zegt Jezus bij Matteüs. En bij Marcus horen we dat de ten hemel opgenomen Heer met de leerlingen blijft meewerken en het Woord bevestigt door het met tekenen te vergezellen (Mc 16,20).
Homilie Zevende Paaszondag B 2024
Zevende Paaszondag B Hand 1,15-26 1Joh 4,11-16 Jh 17,11b-19
Op deze zevende en laatste zondag van de paastijd worden we door de evangelist Johannes binnengeleid in het bidden van Jezus, een zeer intiem moment: Jezus bidt tot zijn Vader terwijl Hij op het punt staat terug te keren naar de Vader van waaruit Hij afkomstig is. Hij bevindt zich als het ware op de drempel van de eeuwigheid en bekijkt verleden, heden en toekomst in één panoramische blik. Hij bevindt zich op het scharnierpunt tussen de wereld van de mensen die voorbijgaat, onze turbulente wereld waarin zoveel kwaad en haat heerst, en de hemel van de onsterfelijke en eeuwige werkelijkheden waarin God alles met zijn liefde doorstraalt. Het is beslist de moeite op dit plechtige en decisieve moment de woorden van het gebed van Jezus te wikken en te wegen. Want in Jezus spreekt God zijn definitief woord uit over de wereld.
Homilie Zesde zondag van Pasen B 2024
Zesde zondag van Pasen B Hand 10:25...48 1Joh 4:7-10 Joh 15:9-17
Het stukje evangelie uit de afscheidsrede van Jezus bij Johannes dat wij zopas hoorden, volstaat om de kern van het christendom uit te drukken.
Tot tweemaal toe klinkt de opdracht: “Dit is mijn gebod: dat gij elkaar liefhebt.” Als we dit gebod onderhouden, zegt Jezus, zullen we in zijn
liefde blijven. En niet alleen dat: ook zal dan de vreugde van Christus in ons zijn en zal onze vreugde volkomen worden. De vreugde is de aanwezigheid en de werking van de Heilige Geest in ons. Wie liefheeft is dus in de Heilige Geest, want de Geest van God is liefde, vreugde en vrede.
Van de kant van Jezus weten we in ieder geval dat Hij een en al betrokkenheid is op ons. Heel zijn leven op aarde, tot en met zijn dood en verrijzenis, hebben maar één bedoeling: ons gelukkig te maken en ons thuis te brengen. En dat geluk heeft niets met bezit, eer of macht te maken, maar met liefhebben. De liefde realiseert de mens, maakt hem heel en vervult hem. Een mens die bemint, vindt zijn bestemming, zijn levensdoel, zijn diepste geluk. Liefde is dan ook de kern van het christendom, het benadert het meest de identiteit van God. Jezus heeft ons zijn Vader geopenbaard als pure, onvoorwaardelijke liefde. Liefde, met al zijn connotaties als uitverkiezing, mededogen, waarheid, vergeving, caritas of piëteit, brengt een mens thuis, geeft hem een plaats om te wonen en een zin om voor te leven. “Bemin en doe wat je wil”, schreef Augustinus. “Liefde vervult de hele wet” (Rom. 13,10). Geven wij ons de moeite om die waarheid diep in ons te laten doordringen, broeders en zusters. Focussen wij helemaal op deze waarheid van de goddelijke liefde die ook in aanwezig is als mogelijkheid.