Homilie voor de 5de zondag van de veertigdagentijd B 17 maart 2024
Homilie voor de 5de zondag van de veertigdagentijd B 17 maart 2024
“… wij zouden Jezus graag spreken…”
Waarom of waarover willen die Grieken, die vreemden Jezus spreken? Het gaat misschien over de boodschap die Jezus uitdraagt.
Jezus’ kernboodschap in het Johannesevangelie handelt over “eeuwig leven”.
Leven betekent hier meer dan ‘overleven’,
meer dan een constant zoeken naar beveiliging, bevrediging en bevestiging. Het leven dat God voor de mens wil is meer dan een angstig en behoeftig leven, meer dan een genieten van een vrijheid om alles te doen wat we willen,
meer dan een antwoord bieden op materiële, psychologische en sociale behoeften,
meer dan beantwoorden aan wat de ‘wereld’ als een zinvol leven beschouwt.
Het gaat over leven in eenheid met God,
een leven waarin de mens zijn wezen realiseert,
beeld en gelijkenis zijn van God, een mens zijn zonder angst en egoïsme, een mens zijn vervuld van liefde, vrede en vreugde.
Misschien willen de Grieken Jezus’ boodschap beter begrijpen, in de zin van: weten wat ze moeten doen om aan die boodschap te beantwoorden,
om ernaar te leven.
Dat herinnert ons aan een bericht uit het Marcusevangelie:
Marcus 10, 17: Toen Hij zich weer op weg begaf,
kwam er iemand aanlopen die zich voor Hem op de knieën wierp en vroeg: “Goede Meester, wat moet ik doen om het eeuwig leven te verwerven?” Het antwoord dat Jezus ons vandaag geeft luidt:
“Als de graankorrel niet in de aarde valt, blijft hij alleen. Maar als hij sterft, brengt hij veel vrucht voort.
Wie zijn leven bemint verliest het, maar wie zijn leven in deze wereld haat, zal het ten eeuwigen leven bewaren.
Wil iemand Mij dienen dan moet hij Mij volgen.”
Op de vraag hoe men het eeuwig leven verwerft,
luidt het antwoord: sterven, zoals een graankorrel sterft.
Die blijft niet de graankorrel die hij is, die neemt nieuwe levensvormen aan. Dat betekent: je niet vastklampen aan dit ‘leven hier-en-nu in deze wereld’, niet leven volgens de normen van deze wereld,
niet leven volgens de normen van het angstige en zelfzuchtige ego,
maar de liefde en de waarheid als enige norm en wet in het leven laten gelden hoe deze je leven ook een nieuwe vorm geven, een nieuw bestaan, een nieuw zijn. Dat is Jezus dienen, dat is Hem navolgen.
Daardoor bereiken we de hoogste vorm van vrijheid en menselijkheid. Jezus is ons op die weg voorgegaan.
Hij stierf als de graankorrel.
En ja, Hij kende wel angst voor lijden en dood, voor zijn ‘uur’.
Nu is mijn ziel ontroerd. Wat moet Ik zeggen? Vader, red Mij uit dit uur? Maar daarom juist ben Ik tot dit uur gekomen.
In het Marcusevangelie zullen we op Palmzondag lezen:
Marcus 14, 33 Hij nam Petrus, Jakobus en Johannes met zich mee en begon zich ontsteld en beangst te gevoelen.
34 Hij sprak tot hen: “Ik ben bedroefd tot stervens toe. Blijft hier en waakt.”
35 Nadat Hij een weinig verder was gegaan, wierp Hij zich ter aarde en bad dat dit uur, als het mogelijk was, aan Hem mocht voorbijgaan. 36 “Abba, Vader,” zo bad Hij, “voor U is alles mogelijk.
Laat deze beker Mij voorbijgaan. Maar toch: niet wat Ik maar wat Gij wilt.”
Leven zonder angst en egoïsme betekent niet
dat je geen angst kent en dat je niet bekommerd bent om jezelf, maar wel, dat deze angst en bekommernis je leven niet bepaalt. dat deze je doen en laten niet bepalen.
Je leven laten bepalen door de wil van God
is de weg naar eenwording met God, naar echt leven. In het Johannesevangelie heet dat: verheerlijkt worden. Toen kwam er een stem vanuit de hemel:
'Ik heb Hem verheerlijkt en zal Hem wederom verheerlijken.’ In het Marcusevangelie treedt die hemelse stem tweemaal op. De eerste keer na het doopsel van Jezus:
Marcus 1, 11 En er kwam een stem uit de hemel:
'Gij zijt mijn Zoon, mijn veelgeliefde. In U heb Ik welbehagen.'
De tweede keer in het relaas van de gedaanteverandering of transfiguratie,
ook wel het verhaal van de ‘verheerlijking’ genoemd:
Marcus 9, 7 Een wolk kwam hen overschaduwen en uit die wolk klonk een stem:
“Dit is mijn Zoon, de Welbeminde, luistert naar Hem.”
Is de eerste stem tot Jezus gericht, de tweede is gericht tot de leerlingen en zegt hen duidelijk dat ze naar Jezus dienen te luisteren,
dat Hij de weg naar het leven openbaart en voorleeft en dat we Hem dus dienen na te volgen in zijn sterven,
in het loslaten van onszelf, van onze angsten en bekommernissen en ons dienen over te geven aan liefde en dienstbaarheid.
Ook nu is de hemelse stem voor de leerlingen, voor ons bedoeld:
'Niet om Mij was die stem maar om u.’ Dat Jezus verheerlijkt is wil dus zeggen dat zijn levensweg ook de onze moet zijn.
https://www.youtube.com/watch?v=T5Df7f_BLU8&ab_channel=VOCES8