Homilie voor de 14de zondag door het jaar B 7 juli 2024

Homilie voor de 14de zondag door het jaar B 7 juli 2024



Het ongeloof van Jezus’ stadgenoten contrasteert met het geloof waarover we in het evangelie van vorige zondag hoorden,
het geloof waartoe Jezus Jaïrus opriep en waarvan de zieke vrouw blijk gaf. Dat ongeloof wordt mooi omschreven in de profetie van Ezechiël:
niet weten – eigenlijk niet willen weten - dat er een profeet in hun midden is, die profeet niet erkennen en aanvaarden,
de bijzondere band die deze mens met God heeft niet inzien, niet aanvoelen, niet dulden, niet willen. Waarom niet?



Waarom wordt ook Jezus niet als man van God erkend,
niet door de religieuze overheid, niet door zijn eigen familie en niet door zijn stadsgenoten?
Die laatsten zien en horen wel vol verbazing zijn wonderen en zijn wijsheid.
Ze zeggen wellicht ‘Oh, leuk en tof wat Hij doet’ en ‘Mmm, interessante preek’. Maar aanvaarden ze wel zijn boodschap, die oproept tot bekering,
zijn woorden die de denkwijze en de levenswijze van mensen in vraag stellen? Dat is echt ongeloof, dat niets te maken heeft met verstandelijke argumenten, maar met wat ik emotionele redenen zou noemen.
Want niet de verstandige mens wordt in vraag gesteld, maar wel de mens gericht op zelfbehoud en zelfbevestiging,
die zich weliswaar met verstandig klinkende argumenten zal verdedigen.
En in Nazaret heeft een goede reden om Jezus niet als man van God te erkennen en dus ook zijn boodschap niet te aanvaarden.
Hoe zouden de woorden van een simpele handarbeider goddelijk kunnen zijn, van iemand die niet intellectueel is, die geen theologie gestudeerd heeft
of geen enkele jaargang van een theologische academie gevolgd heeft? Hoe zou in zo’n mens God aanwezig zijn in die mate dat die mens God is omdat er in die mens geen ‘ik’ meer aanwezig is.
Maar eigenlijk neemt men geen aanstoot aan de persoon doch aan de persoon met een ergerlijke boodschap.
Uiteindelijk aan de boodschap.
De boodschap is ergerlijk, een boodschap die later in het Marcusevangelie opdaagt: dat wie de eerste wil zijn de slaaf van allen moet wezen,
dat men zijn leven moet leren verliezen om het te winnen, dat men zichzelf dient te verloochenen,
dat wie emotioneel gebonden blijft ongeschikt is voor het Rijk Gods.
Die boodschap van Jezus van Nazaret is nog altijd geen succes
tenzij men deze aanvaardbaar maakt in vertalingen, hertalingen en interpretaties waarin zijn eigenlijke boodschap niet meer weerklinkt
noch de God van Jezus van Nazaret aan bod komt. De mens Jezus van Nazaret is geen probleem.
Maar zijn boodschap is onlosmakelijk met Hem verbonden.
Want die boodschap is geen aan te nemen of te verwerpen stel dogma’s. Het is een oproep tot bekering én navolging, geloof in Hem,
vertrouwen in Hem en in God, die Hij laat zien en horen. Het geloof als vertrouwen is een probleem,
vooral voor de mens die alleen in zichzelf en in zijn verstand vertrouwen stelt, de mens die graag zelf bepaalt wat zijn weg ten leven is
en wat de zin van het leven is.
Als Jezus in Nazaret niet veel wonderen kon verrichten
is de reden daarvan gelegen in het feit dat men op Hem geen beroep deed. Hij is er niet nuttig, alleen storend.
En wat met de leerlingen die met Hem zijn meegegaan naar Nazaret? Erkennen die Jezus als profeet?
Ja, en Petrus zal Jezus zelfs erkennen als de Messias, de door God gezalfde. Maar hij zal niet de Messias, die Jezus is en wil zijn, erkennen:

de Messias die moet lijden, moet sterven en verworpen worden.
Pas door Jezus’ verrijzenis zullen ze de gedode en verworpen Messias als Messias erkennen.
Zoals wij geloven in een door de wereld verworpen God. Als we achterhalen waarom men Hem verwerpt,
zullen we ook wat meer te weten komen over de God die te erkennen hebben. Geen nuttige God, die redt uit alle nood en onze zaken komt regelen,
maar een God die ons altijd de zin van ons leven openbaart, die in en met en door ons in de wereld wil aanwezig zijn
en ons oproept ons tot Hem te keren
en voor medemensen louter liefde te zijn.

https://www.youtube.com/watch?v=orhdGQAF910&ab_channel=NathanJonesCompos er
I would live in your love as the sea-grasses live in the sea, Borne up by each wave as it passes,
drawn down by each wave that recedes;
I would empty my soul of the dreams that have gathered in me,
I would beat with your heart as it beats, I would follow your soul as it leads.