Homilie voor de 3de zondag van de veertigdagentijd C 23 maart 2025
Homilie voor de 3de zondag van de veertigdagentijd C 23 maart 2025
Er zijn natuurlijk vijgenbomen die wel vrucht dragen…..
De twee delen van dit zondagsevangelie vormen geen oorspronkelijke eenheid en werden door de evangelist Lucas samengeplaatst omdat ze beiden een sterke oproep tot bekering inhouden.
We kunnen ‘barmhartigheid’ als een of zelfs als hét hoofdthema van het Lc-evangelie aanduiden. Kardinaal Jozef Cardijn had als motto voor de door hem gestichte KAJ: ‘Zien-Oordelen-Handelen’. In het Lc-evangelie kan dit motto vertaald worden naar ‘Zien-Bewogen worden-In beweging komen.’ In het verhaal van de roeping van Mozes, dat we op deze zondag als eerste lezing te horen krijgen, komt dit ook duidelijk naar voor.
Zien: "Ik heb de ellende van mijn volk in Egypte gezien, de jammerklachten om zijn onderdrukkers gehoord.”
Bewogen worden: “Ja, Ik ken zijn lijden”.
In beweging komen: “Ik daal af om mijn volk te bevrijden uit de macht van Egypte."
Dat in beweging komen van God wordt bezongen in de lofzang van Zacharias na de geboorte van Johannes de Doper:
Een reddende kracht heeft Hij ons verwekt, in het huis van David zijn dienaar,
zoals Hij van oudsher had voorzegd bij monde van zijn heilige profeten,
ons te redden uit de macht van onze vijanden en uit de hand van allen die ons haten.
Zo toont Hij zijn barmhartigheid aan onze vaderen en is zijn heilig verbond indachtig
de eed die Hij gezworen heeft aan onze vader Abraham, ons te geven om uit de hand van vijanden bevrijd
Hem zonder vrees te dienen in vroomheid en gerechtigheid al onze dagen voor zijn aanschijn.
Het is duidelijk dat Jezus hier de ‘reddende kracht’ is die de mens bevrijdt uit de macht van het kwaad
zodat de mens God kan dienen in vroomheid en gerechtigheid,
dat wil zeggen: met Gods genadegaven, met Gods Geest en met de schepping
een wereld opbouwen gekenmerkt door liefde, rechtvaardigheid, vrede en vreugde. De macht van het kwaad, dat is de zelfzucht van de mens,
creëert daarentegen een wereld van onrecht en ongelijkheid. God ziet dit en blijft daarbij nooit onbewogen.
In de verkondiging van Jezus en in de gave van zijn Geest komt God in beweging. En Hij blijft dit geduldig doen, ondanks het feit dat de mensheid – globaal gezien -
niet altijd en overal vruchten van liefde, rechtvaardigheid, vrede en vreugde voortbrengt.
Maar de parabel van de vijgenboom maakt duidelijk
dat Gods barmhartigheid en geduld toch ooit ophouden.
Dat lijkt in tegenspraak met de verkondiging van Gods onvoorwaardelijke liefde en hetgeen als een meditatief gebedswoord voortdurend in Psalm 136 weerklinkt: Tot in eeuwigheid is zijn genade.
Ja, het reddingstouw van God blijft eeuwig in het water liggen, maar de mens moet het wel vastpakken
en doet de mens dat niet, dan verzuipt hij.
God blijft de medicijnen voor de neus van de patient zetten, maar uiteindelijk moet deze die innemen, anders verziekt hij. Dat de mens verzuipt en verziekt,
hetgeen in de parabel als een goddelijk oordeel naar voor komt, is een gevolg van de menselijke vrijheid die de mogelijkheid biedt voor de geboden kans niet te kiezen en deze niet te grijpen.
Wie de oordelende God niet wenst
moet de vrijheid van de mens en diens verantwoordelijkheid opgeven. Deze logica is toch ook aanwezig in ons rechtssysteem:
wie niet vrij is om het kwade te laten en te kiezen voor het goede en wie dus niet in staat is tot verantwoordelijkheid,
is niet toerekeningsvatbaar en kan niet veroordeeld worden, maar blijft wel degelijk een gevaar voor de maatschappij.
Nu geschiedt het kwade in de wereld hoofdzakelijk door mensen die wel degelijk als toerekeningsvatbaar kunnen beschouwd worden en ook door mensen die door toerekeningsvatbare mensen
als leiders verkozen en gedoogd worden.
De vraag is hoelang dat extra jaar van Gods geduld blijft duren.
Sinds de oproep van profeten en van Jezus tot liefde en rechtvaardigheid, dus sinds het omspitten en mest aanbrengen, zijn al eeuwen voorbijgegaan. Maar bij God is zoiets als het eeuwige nu.
Als het nu de tijd is van Gods barmhartigheid,
is het heden ook de tijd van het omhakken van de onvruchtbare boom. Dat alles wil maar één iets zeggen: nu, heden is de tijd van de ommekeer.
De vraag is uiteindelijk: hoelang nog vooraleer de mensheid het reddingstouw vastgrijpt en de medicatie inneemt.
Priester Dirk Masschelein, maart 2025
https://www.youtube.com/watch?v=YszmEsvI6h8
(Plaatste ik ooit al eens onder een homilie…,
maar ook deze bede mag blijkbaar eeuwig duren…)