Lucas 10,38-42

Lucas 10,38-42

“Op hun reis ging hij een dorp in. Een vrouw, Marta genaamd, ontving hem. Deze had een zuster die Maria heette. Die kwam aan de voeten van de Heer zitten en luisterde naar zijn woorden. Marta had het heel druk met bedienen. Ze ging naar Jezus toe en vroeg: ‘Heer, laat het U koud dat mijn zuster mij alleen laat bedienen? Zeg haar dat ze mij komt helpen.’ De Heer gaf haar ten antwoord:

‘Marta, Marta, je maakt je bezorgd en druk over alles, maar slechts één ding is nodig. Maria heeft het beste deel gekozen en dat zal haar niet worden ontnomen.”

(Willibrordvertaling)

De jongste Didachè-leergang in augustus 2013, medegeorganiseerd door de Vlaamse Bijbelstichting,

richtte de aandacht op ‘ongemakkelijke woorden van Jezus’. Aan bod kwamen onder meer veeleisende, gewelddadige, harde, pretentieuze, anti-joodse en eschatologische woorden, die allemaal gekenmerkt werden als ‘ongemakkelijke’ woorden uit de evangelies. Woorden die bevreemdend zijn, uitspraken die ons doen schrikken, verhalen die ons bevragen, in elk geval teksten die ons op een of andere manier op ons ongemak stellen. Onder welke categorie de tekst uit Lucas 10 over het bezoek van Jezus aan Maria en Marta moet vallen, weet ik zo precies niet. Misschien wel onder de ‘gemakkelijke’ woorden van Jezus! Immers, elk van ons die weet wat het is om mensen thuis te ontvangen, maar ook gewoon om in het eigen gezin of de familie voor alle grote en kleine dagelijkse dingen in de weer te zijn, weet dat het maar heel ‘gemakkelijk’ klinkt te zeggen dat er

belangrijker dingen zijn om op te focussen dan te poetsen en te koken. En natuurlijk weet iedereen dat ook. Nadenken, lezen, muziek beluisteren, bekommerd zijn om ‘spirituele groei’, stilte inbouwen, mediteren… noem maar op; niemand zal het wagen om het wezensbelang van deze activiteiten in twijfel te trekken. Elk mens heeft nood aan perspectief op het ‘hogere’, op het voeden van innerlijke harmonie, op het uitbouwen van een band met wat en wie ons overstijgt. Niettemin, al dat ‘hogere’ kan maar dankzij het feit dat al de rest, al dat concrete zorgen, ofwel al gebeurd is ofwel door iemand anders behartigd wordt. En dat laatste is natuurlijk heel gemakkelijk. Jezus hoeft niet bekommerd te zijn om de vraag of hij iets te eten zal krijgen. Hij komt het dorp binnen en wordt ontvangen. Dat laatste is een passief werkwoord: hij hoeft er niets voor te doen. Iemand anders is voor hem in de weer! En de situatie tussen de twee zussen kennen we ook maar al te goed. Er zijn altijd mensen die draven en anderen die zich daar mooi aan weten te onttrekken. Zou Jezus zich de vraag gesteld hebben wat Maria gezegd zou hebben als Marta ook mooi aan de voeten van Jezus zou zijn komen zitten? Of zou hij zich afgevraagd hebben wat ze zou gezegd hebben als zij alleen in de weer geweest was en Marta het ‘betere deel gekozen had’? Of wat zou hij zelf gezegd hebben als ze allebei gewoon waren blijven zitten… Klinkt het ‘onorthodox’ om deze reactie van Jezus in vraag te stellen? Zijn deze ‘gemakkelijke’ woorden van Jezus juist niet ongemakkelijk voor mensen die dag in dag uit het beste van zichzelf geven in de zorg voor anderen. Het zorgen voor kinderen of juist voor bejaarde ouders, lakens verversen, wassen en strijken, boodschappen doen, wéér een keer koken… Het zijn allemaal dingen die met al dat ‘hogere’ of met een ultiem toekomstperspectief niet veel te maken hebben. En toch zijn het deze dingen die het leven aangenaam maken, meer nog, die het leven mogelijk maken. Het gewone leven, met al zijn kleine en grote dagdagelijkse zorgen en bekommernissen, wordt al te vaak gebanaliseerd. Nochtans speelt het leven zich eigenlijk precies daar af. Zijn die dingen dan zo onbelangrijk als Jezus lijkt te suggereren? Misschien zijn ze integendeel niet alleen noodzakelijk maar ook intrinsiek waardevol, met name in het enige perspectief dat ultiem elke ‘zin’ overeind houdt, de Liefde. En het is precies die horizon die zowel Oude als Nieuwe Testament benadrukken wanneer ze

allebei de liefde tot God en de liefde tot de naaste evenwaardig aan elkaar centraal stellen als het hoogste gebod. Was Jezus’ woord tot Marta dan maar ‘gemakkelijk’? In elk geval hoeven we er ons niet ‘ongemakkelijk’ bij te voelen. Zolang ons perspectief er een is van Liefde, gaat het juist in al die kleine zorgen om de enige, echte ‘diaconie’.

Bénédicte LEMMELIJN, in: EZRA – Bijbels Tijdschrift, nr. 20 (december 2013)