Onderricht op 3 juni 2020



In alle religies, die op de transformatie van mens en wereld gericht zijn,
zijn het meditatieve gebed en het aandachtig verrichten van rituelen dé wegen
die de mens leiden tot dé transformerende ervaring:
de ervaring van bemind worden zonder tegenprestatie.
Deze ervaring kan men ook een ontwaken, een verlichting, een bewustwording noemen.
Het is het bewust worden van Gods aanwezigheid in ons, in ons leven,
als de meest integrale en intieme aanwezigheid in ons leven.
Dit bewust worden en bewust zijn is dé ontbrekende intimiteit
in het leven van de meeste mensen.


Eenmaal men echter tot dit ontwaken gekomen is
kan men God aanwezig weten in alle omstandigheden van het leven.
Er ontstaat een relatie van liefde
die echter niets met sentimentaliteit te maken heeft,
maar met een zich gedragen weten
en geroepen zijn tot het opnemen van verantwoordelijkheid in deze wereld.
Door dit laatste worden we gelijk aan God.
We kunnen het door op ieder moment van het leven ‘ja’ te zeggen
op de uitnodiging om ons te geven, zonder voorbehoud,
even onvoorwaardelijk zoals Gods liefde onvoorwaardelijk is.
Ondanks alles kunnen we dan rust vinden in Gods aanwezigheid.
Het genadevolle gebeuren van het ontwaken kan plaats vinden
in een zuiver bewustzijn, in een zuiver hart.
De zuivering van het hart is een genezing van het hart.
In meditatie en rituelen laten we de goddelijke therapie toe,
waardoor ons bewustzijn vrijgemaakt wordt van allerlei gedachten
die ons van de eenheid met God en met ons diepste zelf afleiden.
In meditatie leren we deze gedachten negeren,
een proces van jaren,
waarin we meer en meer overtuigd worden van het feit
dat deze gedachten geboren worden in ons on-echte ik
dat steeds opnieuw op verkeerde plaatsen en op verkeerde wegen het geluk zoekt.
Dit leerproces bevat de belangrijkste levenslessen.
In deze zin kunnen we stellen
dat we in onze dagelijkse meditatiepraktijk
iedere keer opnieuw plaatsnemen in de school van de liefde.

(Bron: Thomas KEATING, Wereld zonder einde. Reflecties op mijn leven als monnik.)

Pr. Dirk