Onderricht september 2021

28ste jaargang

“WIE MIJN VOLGELING WIL ZIJN”
Een verkenning van het Marcusevangelie



Gebed:

Geef ons Uw Woord, Heer,
en maak ons voor Uw Woord open en aandachtig.
Uw Woord waarin Gij U openbaart en wij ons ware wezen herkennen.
Uw Woord dat ons verruimt en verrijkt, ons inspireert tot het hoogste,
het meest menselijke, het goddelijke.
Uw Woord dat ons leidt
om scheppend en verrijkend in het leven te staan, liefdevol, vredevol en vreugdevol.
Uw Woord dat ons oproept om Uw Zoon te volgen
en deel te nemen aan het Koninkrijk. Geef dat wij er nooit verstoken van zijn. Amen.




Bijbellezing uit het Marcusevangelie:

1,1 Begin van de Blijde Boodschap van Jezus Christus, de Zoon van God.

1, 9 In die tijd vertrok Jezus uit Nazaret in Galilea en liet zich in de Jordaan door Johannes dopen.
10 En op hetzelfde ogenblik dat Hij uit het water opsteeg, zag Hij de hemel openscheuren
en de Geest als een duif op zich neerdalen. 11 En er kwam een stem uit de hemel:
'Gij zijt mijn Zoon, mijn veelgeliefde; in U heb Ik welbehagen.'

3, 11 Zelfs de onreine geesten vielen, als zij Hem zagen,
voor Hem neer en schreeuwden: “Gij zijt de Zoon van God.”
12 Maar Hij verbood hun nadrukkelijk Hem bekend te maken.

5, 5 Dag en nacht was de bezetene onafgebroken
in de grafspelonken en in de bergen aan het schreeuwen en beukte zichzelf met stenen.
6Toen hij in de verte Jezus zag,
snelde hij op Hem toe en viel Hem te voet.
7Luid schreeuwend riep hij: “Wat hebt Gij met mij te maken,
Jezus, Zoon van God, de Allerhoogste! Ik bezweer U bij God, kwel mij niet!

9, 7 Een wolk kwam hen overschaduwen en uit die wolk klonk een stem:
“Dit is mijn Zoon, de Welbeminde, luistert naar Hem.”

14, 61 Daarop stelde de hogepriester Hem nog een vraag: “Zijt Gij de Christus, de Zoon van de Gezegende?” 62Jezus antwoordde: Ja, dat ben Ik.
En gij zult de Mensenzoon zien zitten aan de rechterhand van de Macht
en komen met de wolken des hemels.”

15, 37 Jezus slaakte een luide kreet en gaf de geest.
38 Toen scheurde het voorhangsel van de tempel van boven tot onder in tweeën. 39 De honderdman die tegenover Hem post had gevat
en zag dat Hij onder zulke omstandigheden de geest had gegeven, riep uit:
“Waarlijk, deze mens was een Zoon van God.” Onderricht:
Er is een hypothese die stelt
dat Marcus zijn evangelie heeft geschreven voor de christenen van Rome, en wel als een soort ultieme doopcatechese voor de catechumenen
die in de paasnacht het doopsel zouden ontvangen. Het evangelie, het kortste van de vier evangelies, dat men rustig in minder dan een uur kan voorlezen,
zou voor de catechumenen een antwoord bevatten op de vragen wie Jezus nu precies is en wat het betekent christen te zijn.
De vraag naar de identiteit van Jezus van Nazaret
wordt in het eerste vers, het opschrift, al onmiddellijk beantwoord: Jezus is de ‘Christus’ en is ‘Zoon van God’.
Daarnaast wordt Jezus in het evangelie van Marcus
ook aangeduid als ‘Mensenzoon’, ‘zoon van David’ en ‘Heer’.
Al deze titels zijn uitingen van het geloof van de eerste christenen
en het gebruik ervan in zijn evangelie is een uiting van het geloof van de evangelist. De voornaamste titel is in het Marcusevangelie duidelijk ‘Zoon van God’.

Met het voorkomen van deze titel in het opschrift van het evangelie en in het lijdensverhaal in de mond van de Romeinse honderdman vormt deze titel als het ware het omvattende kader
waarin het hele Jezusgebeuren verhaald wordt,
een verhaal waarbij de catechumeen niet alleen informatie ontvangt maar eigenlijk opgeroepen wordt om Jezus na te volgen.
De aanspreking of titel ‘Zoon van God’
wordt tweemaal in de mond van God gelegd.
Bij het doopsel is het niet duidelijk of alle omstaanders
of alleen Jezus de stem en dus de erkenning van Jezus als Zoon van God horen.
Bij de zgn. gedaanteverandering of transfiguratie
is het goddelijk woord gericht tot de uitverkoren leerlingen. Ook demonen, die in de transcendente sfeer verkeren, hebben weet van de ware identiteit van Jezus van Nazaret. Maar hun kennis is ook ‘ervaringsdeskundig’:
ze ervaren van Jezus van Nazaret met hen doet, met hen, die de mensen in hun macht houden.
Ze weten dat Jezus mensen van hen bevrijdt
en dat die macht van goddelijke origine moet zijn.
Tenslotte duidt Jezus zichzelf onrechtstreeks
in zijn antwoord aan de hogepriester als ‘Zoon van God’ aan.

Voor veel christenen van Rome, die in de Grieks-Romeinse cultuur staan en uit het Grieks-Romeinse ‘heidendom’ komen,
klinkt de titel ‘Zoon van God’ niet onbekend in de oren.
‘Zoon van God’ waren mensen die door goden verwekt werden, door een godheid in beslag werden genomen,
in wie goden inspirerend hun intrede hadden gedaan.
Vervolgens sloeg de titel ook op mensen
die een vergoddelijkte status ontvingen, zoals de keizers.
Maar ook wie grootse wonderen verrichte heette ‘Zoon van God’. Geen van deze betekenissen speelt een rol in het Marcusevangelie.
De Griekse en Romeinse catechumenen worden verzocht
hun oude denkbeelden over godheden en over God los te laten. Jezus en het verhaal van Jezus brengen een nieuw godsbeeld en de titel ‘Zoon van God’ eveneens.

In het Jodendom van Jezus’ tijd werd de koning al eeuwenlang ‘Zoon van God’ genoemd. Zo werd hij ook ‘Zoon van David’ genoemd.
Maar koningen werden niet altijd gezien als dé komende ‘Messias’, ‘Christus’ of ‘Gezalfde’
hoewel ze natuurlijk ook wel gezalfd werden bij het intronisatieritueel. Ook engelen, profeten, wijzen en verder vele ‘begenadigde’ personen werden wel eens ‘Zoon van God’ genoemd,
wijzend op de goddelijke bijstand en begenadiging.
Tenslotte droeg ook het volk van Israël de titel ‘Zoon van God’ waarbij de titel slaat op de uitverkiezing en vooral de liefde waarmee God het volk als een ‘zoon’ geadopteerd heeft.
Met deze betekenissen komen we dichter bij het betekenisveld in Marcus, maar toch nog niet helemaal.

In Marcus wijst ‘Zoon van God’ zeker op de goddelijkheid van Jezus, maar nog niet op de wezensgelijkheid met God
zoals dit later het geval zal zijn in de katholieke geloofsbelijdenis. Bovendien wordt Jezus niet door de leerlingen en ook niet door Petrus als ‘Zoon van God’ erkend en beleden,
maar uiteindelijk alleen door een heidense Romeinse honderdman.
En daarmee zegt deze alleen maar welk een uitzonderlijk mens Jezus was.

In het evangelie van Lucas zegt diezelfde honderdman:
23, 47 Op het zien van wat er gebeurd was, loofde de honderdman God en zei: 'Deze mens was waarlijk een rechtvaardige.'
De vraag is dan: wat was er voor de honderdman zo uitzonderlijk aan de mens Jezus? Dat is wat Marcus in zijn evangelie wil aantonen,
dat is wat hij de catechumenen wil aantonen.
Jezus is de mens waarmee het Rijk Gods een aanvang neemt,
een mens waarin en waardoor God zich kan openbaren in de wereld, een mens waarin en waardoor God voor de mensen God kan zijn,
zo menselijk in ons midden.
Dus niet als een machtige antieke almachtige godheid. En God wil zich ook in en door zo’n mens openbaren en ‘kan’ het ook slechts in en door zo’n mens.
Waarom kan God dat in en door Jezus?
We stellen de vraag anders en wel met woorden van Paulus: waarom kan God met heel zijn volheid, zijn wezen dus,
in en door Jezus verschijnen,
zich met heel zijn volheid in en door Hem openbaren? Omdat Jezus zich totaal van zichzelf ontledigd heeft,
omdat Hij de weg van de totale zelfverloochening bewandeld heeft. Dat is het wat de honderdman inzag door de wijze waarop Jezus stierf.
Daarom is de titel ‘Zoon van God’ in het evangelie van Marcus niet zomaar een belijdenis
en die belijdenis wordt niet zomaar gevraagd van de catechumenen!
Begenadigd worden en begenadigd zijn staat niet meer gelijk met het ontvangen van bijzondere krachten en macht
maar met de gave zichzelf te ontledigen.
Het is die genade die we ontvangen in het doopsel, dus de genade van de navolging,
waardoor we niet belijden dat Jezus ‘Zoon van God’ is, maar het in en door de navolging ook zelf worden.

Muziek om bij te verstillen:

https://www.youtube.com/watch?v=HP6DJDzpLvM&ab_channel=BrigitteGeller
-Topic


Drempelgebed ZJ 25d

Lied: Naam van Jezus, nu verheven ZJ 408

Psalm 2

Antifoon: Hij sprak tot mij: Gij zijt mijn Zoon, Ik riep heden U in het leven.

Waarom zijn de volken oproerig,* gaan zinloos de natiën aan?

Hoe posteren zich wereldse heersers, spannen samen de groten der aarde* de Heer en zijn gezalfde trotserend:

'Wij moeten hun ketenen verbreken,*

hun boeien werpen wij af!'

Die troont in de hemel, Hij lacht,* de Heer, Hij maakt hen tot spot.

Maar dan spreekt Hij tot hen in vergramdheid,* slaat hen door zijn toornen met schrik:

‘Heb Ik hem niet gezalfd tot mijn koning* op de Sion, mijn heilige berg?'

Zo gewaag ik van 's Heren besluit; Hij sprak tot mij: 'Gij zijt mijn zoon, Ik riep heden u in het leven.

Vraag het Mij slechts
en Ik geef volkeren u tot een erfdeel,*
u tot een eigen bezit
de aarde tot aan haar randen.

Verbrijzelen moogt gij hen met ijzeren knots,* hen als lemen kruiken vergruizelen.'

Komt heden, koningen, tot inzicht;* laat u leren, bestuurders der wereld!

Dient de Heer met ontzag,
betoont uw vreugd met vervaren,* en weest de zoon onderdanig,

opdat hij niet zich vertoornt
en gij omkomen zoudt op uw weg.*
Want licht kan ontbranden zijn gramschap!

Gelukkig te prijzen dan allen* die toevlucht vinden bij Hem!

Eer zij de heerlijkheid Gods:* Vader, Zoon en heilige Geest.

Zo was het in den beginne,
zo zij het thans en voor immer*
tot in de eeuwen der eeuwen. Amen.

Antifoon: Hij sprak tot mij: Gij zijt mijn Zoon, Ik riep heden U in het leven.

Lezing uit Geert Van Oyen, De Marcuscode:

Marcus drukt uit wat zijn theologie is,
zijn opvatting over God en diens relatie met Jezus.
De relatie tussen Jezus en God is uniek
omdat God de mens Jezus als uniek beschouwt
en niet omdat mensen Jezus zo fantastisch vinden dat hij de hemel ingeduwd wordt.
Er is geen enkel dwingend bewijs in Jezus’ woorden en daden
waardoor hij zo anders of zo uitzonderlijk is

dat mensen hem als goddelijk gaan beschouwen.
Jezus de titel ‘Zoon van God’ geven
is volgens Marcus niet een bepaalde kwaliteit bij Jezus ontdekken
die hem superieur maakt en waardoor men overtuigd geraakt van zijn macht.
Men kan hem als lezer slechts zo noemen wanneer men in het verhaal is gestapt, zich geconfronteerd heeft met zijn leven
en tot de bevinding komt dat zijn leven de moeite waard is.

Stilte

Onze Vader

Afsluitend gebed:

God, die al ons doen en denken te boven gaat, wijsheid was het dat U nabij was
toen Gij het licht riep
en toen de mens geschapen werd.
Wijs ons wegen om te gaan
waar uw liefde ons tot onderdak is. Leidt ons naar de mens Jezus,
die uw gelaat aan ons onthult. Laat ons putten uit Uw wijsheid,
troost ons met stralen van wijsheid uit Uw hemel. Dat wij het goede doen op deze aarde,
dat wij mensen goed doen. Amen. En verder dit werkjaar:
12 oktober 2021:
DE VERKONDIGING VAN JEZUS
“Bekeert u en gelooft in de Blijde Boodschap.” (Mc 1,15)
“Het evangelie laat aldus op de lezer een concrete indruk na. Jezus is elke concrete mens nabij. De persoonlijke ontmoeting met Jezus staat centraal.”

9 november 2021:
KRITIEK OP JEZUS’ VERKONDIGING EN OPTREDEN
“Aanstonds smeedden zij plannen om Hem uit de weg te ruimen.” (Mc 3,6)
“Misschien gaat de inhoudelijk meest diepgaande discussie tussen Jezus en de
schriftgeleerden over de fundamentele inspiratie die aan de grondslag ligt van Jezus’ leven.”

14 december 2021:
DE LEERLINGEN EN VOLGELINGEN VAN JEZUS
“Onmiddellijk riep Hij hen.” (Mc 1,20)
“Ook al hebben de twaalf een bijzondere positie en geeft Jezus hen soms apart onderricht, andere uitspraken van Jezus tonen aan dat iedereen de kans krijgt om zijn levenswijze te volgen.”

11 januari 2022:
EEN MOEILIJKE EN UITDAGENDE WEG TEN LEVEN
“Maar wie zijn leven verliest (…) zal het redden.” (Mc 8,35)

“Het is niet omdat de leerlingen medewerkers zijn aan het Rijk dat ze alles begrijpen omtrent Jezus. Integendeel. Reeds lang hebben onderzoekers gezien dat de door Jezus geselecteerde volgelingen niet schitteren in hun functie.”

8 februari 2022:
DE WERELD OP ZIJN KOP GEZET
“De Mensenzoon is niet gekomen om gediend te worden.” (Mc 10,45)
“Het is merkwaardig: de leerlingen hebben een hele weg met Jezus afgelegd, ze zijn hem gevolgd, hij heeft het voor hen opgenomen, ze kregen bijzonder onderricht, ze maken deel uit van zijn nieuwe familie. Maar blijkbaar is er iets omtrent Jezus dat ze niet begrijpen. Jezus blijft een vreemde voor hen.”

8 maart 2022:
VERTROUWEN IN WAT EEN ANDER DOET
“Hoe is het mogelijk dat ge nog geen geloof bezit?” (Mc 4,40)
“Geloven betekent Jezus zijn werk laten doen: hem toelaten een genezing te doen of een demon uit te drijven. Jezus van zijn kant verwijst door naar God en vraagt dat men God zijn werk laat doen. Dat alles is blijde boodschap.”

12 april 2022:
JEZUS, GOD EN HET LIJDEN
“Samen met Hem kruisigden ze ook twee rovers.” (Mc 15,27)
“Maar het is een vaak voorkomend misverstand dat in het christendom het probleem van het lijden of het kwaad is ‘opgelost’. Een oplossing of een afdoend antwoord voor het lijden of het kwaad bestaat niet.”

10 mei 2022:
EEN DEFINITIEF EINDE DAT EEN NIEUW BEGIN IS
“Hij is verrezen, Hij is niet hier.” (Mc 16,6)
“Geloven of niet geloven, Wat betekent dat na het lezen van Mc voor hedendaagse lezers? Het lijkt me dat voor Marcus het belangrijkste is dat zijn verhaal over Jezus wordt doorverteld opdat mensen gaan leven zoals Jezus.”

14 juni 2022:
VOORWAARDEN OM ECHT TE LEVEN
“Hoe moeilijk is het om het Koninkrijk Gods binnen te gaan.” (Mc 10,23)
“Zolang men vasthoudt aan wat in de wereld normatief is om macht en rijkdom te hebben, kan men het Rijk niet binnengaan. Zijn leerlingen zijn niet wild enthousiast…”