Onderricht 12 oktober 2021

“WIE MIJN VOLGELING WIL ZIJN”
Een verkenning van het Marcusevangelie

12 oktober 2021:
DE VERKONDIGING VAN JEZUS
“Bekeert u en gelooft in de Blijde Boodschap.” (Mc 1,15)



Gebed:

Geef ons Uw Woord, Heer,
en maak ons voor Uw Woord open en aandachtig.
Uw Woord waarin Gij U openbaart
en wij ons ware wezen herkennen.
Uw Woord dat ons verruimt en verrijkt,
ons inspireert tot het hoogste,
het meest menselijke, het goddelijke.
Uw Woord dat ons leidt
om scheppend en verrijkend in het leven te staan,
liefdevol, vredevol en vreugdevol.
Uw Woord dat ons oproept
om Uw Zoon te volgen
en deel te nemen aan het Koninkrijk.
Geef dat wij er nooit verstoken van zijn.
Amen.



LEERHUIS

Bijbellezing uit het Marcusevangelie:

Mc 1, 1 Begin van de Blijde Boodschap van Jezus Christus, de Zoon van God. 
2 Zoals er geschreven staat bij de profeet Jesaja:
Zie, ik zend mijn bode voor u uit, die voor u de weg zal banen,
3 een stem van iemand die roept in de woestijn:
Bereidt de weg van de Heer, maakt zijn paden recht, 
4 (zo) trad Johannes op in de woestijn en doopte.
Hij preekte een doopsel van bekering tot vergiffenis van zonden. 
5 Heel de landstreek Judea en alle inwoners van Jeruzalem
trokken naar hem uit en lieten zich door hem dopen in de rivier de Jordaan,
terwijl zij hun zonden beleden. 
6 Johannes ging gekleed in kameelhaar met een leren gordel om zijn lendenen.
Hij at sprinkhanen en wilde honing. 
7 Hij predikte: 'Na mij komt die sterker is dan ik,
en ik ben niet waardig te bukken en de riem van zijn sandalen los te maken. 
8 Ik heb u gedoopt met water, maar Hij zal u dopen met de heilige Geest.'
9 In die tijd vertrok Jezus uit Nazaret in Galilea
en liet zich in de Jordaan door Johannes dopen. 
10 En op hetzelfde ogenblik dat Hij uit het water opsteeg,
zag Hij de hemel openscheuren en de Geest als een duif op zich neerdalen. 
11 En er kwam een stem uit de hemel:
'Gij zijt mijn Zoon, mijn veelgeliefde; in U heb Ik welbehagen.'
12 Terstond dreef de Geest Hem naar de woestijn. 
13 Veertig dagen bracht Hij in de woestijn door,
terwijl Hij door de satan op de proef werd gesteld.
Hij verbleef bij de wilde dieren en de engelen bewezen Hem hun diensten.
14 Nadat Johannes was gevangengenomen,
ging Jezus naar Galilea en verkondigde er Gods Blijde Boodschap. 
15 Hij zei: 'De tijd is vervuld en het Rijk Gods is nabij.
Bekeert u en gelooft in de Blijde Boodschap.'

Onderricht:

De laatste twee verzen van de Bijbellezing vormen een zeer kort bericht
over Jezus’ optreden en geven een zeer korte inhoud van zijn prediking.
Zo’n samenvattend bericht en korte inhoud heet men een summarium.
Het heeft niet de bedoeling een historisch feit weer te geven,
maar aan de lezer van het evangelie,
of aan de toehoorders, zoals de doopleerlingen van Rome,
een soort programmaschets aan te bieden.
Wat volgt in het evangelie zal dus verduidelijken
wat bedoeld wordt met het ‘Rijk Gods’, met ‘bekering’, met ‘geloof’,
en ook wat de uitdrukking ‘de tijd is vervuld’ betekent.

Uit wat aan dat summarium voorafgaat
weet de lezer of de toehoorder wanneer Jezus’ optreden een aanvang neemt:
na zijn doop in de Jordaan door Johannes de Doper,
na zijn verblijf in de woestijn en na de arrestatie van Johannes de Doper.
Geen woord bij Marcus over Jezus’ geboorte of kinderjaren.
Ook geen uitgebreid relaas over het optreden en de prediking van de Doper
noch over de belevenissen gedurende het verblijf van Jezus in de woestijn.
Toch is wat voorafgaat nodig om ook de korte inhoud van Jezus’ prediking te vatten.
Die prediking situeert zich in Galilea.
Bij lezing van de drie synoptische evangelies krijgt men de indruk
dat Galilea, en meer bepaald het gebied aan de oever van het meer,
het actieterrein van Jezus was
en dat daar het begin van het nieuwe Godsvolk te situeren is.
Ook na de verrijzenis zullen de leerlingen Hem
- steeds volgens de synoptische evangelies – daar weerzien.
In Galilea woonden niet alleen Joden,
maar ook heel wat nakomelingen van andere volkeren
en de Joden die er woonde, hadden een op vele vlakken
ietwat andere cultuur dan die van Judea en Jeruzalem.

Daar verkondigd Jezus dat de ‘tijd vervuld is’.
Dat wil zoiets zeggen als: de tijd is aangebroken.
Niet: er is aan een evolutie een einde gekomen en er nu iets zal het beginnen,
maar wel: nu is het ogenblik, nu is het tijd voor het Rijk Gods,
nu-vandaag, nu-morgen, nu-altijd.
Ieder moment is het juiste en goede moment
om het Rijk Gods te ervaren, er aan deel te nemen, er in te treden.
Wat daartoe nu vereist is, is bekering en geloof in de Blijde Boodschap.
Maar het is nu te doen, er valt niet meer te wachten
op iemand die of iets dat nog moet komen.

Dat het Rijk Gods nabij is, betekent hetzelfde:
Men hoeft niet ergens heen te gaan om het te ervaren,
er aan deel te nemen, er in te treden.
Het zal niet op een speciale plaats verschijnen.
Het is dus hier en nu.

Maar wel zal voor de lezer en toehoorder duidelijk worden
dat het Rijk Gods doorbreekt in de mens Jezus
en overal waar die aanwezig is, verschijnt, zijn mond open doet.
Dat was echter een boodschap die voor de Joden van Jezus’ tijd
en zeker voor die van Jeruzalem, moeilijk te vatten is,
maar voor de latere christenen misschien des te meer:
het Rijk Gods is overal waar mensen als Jezus en zoals Jezus
leven en samenleven, waar mensen leven met de ingesteldheid van Jezus,
met zijn geest, de geest van God.

Dat het Rijk Gods nabij is, is hét thema van Jezus’ prediking,
dat, en de gevolgen van die nabijheid, de gevolgen voor hen
die van die nabijheid op de hoogte gesteld worden
door de Blijde Boodschap van die nabijheid.
In die Boodschap geloven, die nabijheid dus beamen,
is ook die gevolgen op zich nemen, dus ommekeer en bekering.

Voor de Joden was het Rijk Gods gelijk aan een volk, een land
of een tijd waarin de mensen God erkennen als Schepper en Koning
en dus de wil van God – zoals geopenbaard door Mozes en de profeten – navolgen.
Het Rijk Gods verschijnt dus en geschiedt dus waar mensen wetsgetrouw leven.
Dit gegeven werd in Jezus’ tijd politiek, etnisch, geografisch en historisch geduid.
Het Rijk God is daar waar vrome Joden leven
en hen die zich in dat volk incorporeren en, wat de mannen betreft, ook laten besnijden.
Het Rijk Gods is vooral te vinden in het land van de voorvaderen,
helaas bezet door de heidense Romeinen.
Maar ooit zullen die verdwijnen en ooit zullen alle mensen
zich bekeren en toetreden tot het volk van God.
Velen dachten dat een soort Messiasfiguur daarvoor zou zorgen.
Anderen waren ervan overtuigd dat de huidige wereld,
onherstelbaar slecht om nog te kunnen transformeren in het Rijk Gods,
totaal verwoest diende te worden en een heel nieuwe wereld zou verschijnen.
Dus toch maar weer een soort zondvloedgericht.

Jezus’ boodschap m.b.t. het Rijk Gods is toch wel wat anders.
Voor Hem is ook wel duidelijk
dat de normen en de waarden die de wereld
en het dus het leven van de mensen beheersen, niet deze van het Rijk Gods zijn.
Daar heersen compleet andere, zo niet compleet tegenovergestelde normen.
De normen en de wetten van de wereld zijn gericht op
bevrediging, beveiliging en bevestiging, op bezit, macht en eer.
Bezit, macht en eer worden op zich niet afgewezen,
maar wel het streven er naar,
zowel het streven als de wijze waarop mensen streven.
Mensen streven naar eer door het verwerven van macht en bezit.
Niet streven naar eer betekent dat men ook geen macht of bezit nastreeft
om eer te verwerven.
Mensen streven naar veiligheid door macht en bezit.
Maar men moet leren bereid te zijn zijn leven te verliezen…
En wil je de eerste zijn, de hoogste eer behalen?
Dan moet je als een eerloze slaaf je medemens leren dienen en liefhebben.
Het is allemaal vrij radicaal wat nog komt in het vervolg van het evangelie.

Daarom is het noodzakelijk dat men anders leert denken en willen.
Niet meer vanuit puur menselijke overwegingen, maar vanuit Gods wil.
Dat is de betekenis van het Griekse woord voor bekeren: metanoein:
van gedacht veranderen waardoor je iets niets meer of juist wel doet, of anders.
Uit dat anders leren denken en willen volgt een ander handelen.
En dat kan omdat men vervuld is van Gods geest.
Dat is de uiteindelijke kernboodschap van Johannes’ verkondiging in het Mc-evangelie.
Zijn oproep tot bekering hield een oproep in
om zich af te wenden van heilloze wegen en opnieuw naar Gods wil te leven.
Je laten dopen in de Jordaan was een teken van de bereidheid daartoe.
Jezus erkent dat doopsel en dus de inhoud van Johannes’ prediking.
Maar Johannes zelf verkondigt dat Jezus zal dopen met de Geest.
Die Geest is het die – zo leert het verhaal van het doopsel en van de woestijndagen –
Jezus bezielt, waarvan Jezus vervuld is
en waardoor in Hem en met Hem en door Hem het Rijk Gods aanwezig is.
Het Rijk Gods is het werk van de in de mens Jezus werkende Geest van God,
die ook in ieder mens werkt die erin gelooft en zich bekeert.
Het is de Geest die de mens herschept, bevrijdt van wat mensen onecht maakt,
waardoor mensen God ervaren als onvoorwaardelijke liefde,
waardoor mensen als Jezus kunnen worden in de navolging.
Duidelijk is dat die Geest zich niet laat binden aan volk, grenzen,
noch aan het onderhouden van de wet.
De Geest is er voor iedereen die zich ervoor opent
en zich door de Geest laat leiden.

Muziek om bij te verstillen:
G.F. HÄNDEL, Messiah – But who may abide

But who may abide the day of his coming?
Maar wie verdraagt de dag van zijn komst?
and who shall stand when he appeareth?
Wie blijft er staande, als Hij verschijnt?
For he is like a refiner’s fire.
Want Hij is als het vuur van de smelter.
(Maleachi 3, 2)

https://www.youtube.com/watch?v=-52RTjGOMGk&ab_channel=apoetslove2011

BIDDEND VERWIJLEN

Drempelgebed  ZJ 25d

Lied: Uw Koninkrijk komt ZJ 579

Psalm 72

Antifoon:
God, vertrouw de koning uw recht toe,
hem de vorst uw gerechtigheid:

God, vertrouw de koning uw recht toe,
hem de vorst uw gerechtigheid:

dat uw volk rechtvaardig hij richte,
uw verdrukten voorsta naar recht;

dan dragen de bergen vrede,
de heuvelen, stralend, het recht.

Hij komt op voor de armsten des volks
en behoudt de kinderen der schamelen.*
Hij zal hun verdrukker vertreden.

Hij zal duren als de duur van de zon,
gelijk de maan, eeuwen na eeuwen,

Hij - als regen die daalt op het gras,
zware regenval, drenkend de aarde.

De gerechtigheid breekt door in zijn dagen,
de vrede komt tot vervulling:*
totdat geen maan er meer is.


Heersen zal hij van zee tot zee,
van de Stroom tot de einden der aarde;

voor hem buigt zich het volk der woestijn,
zijn vijanden lekken het stof.

De vorsten van Tarsis, het kustland,
zij komen geschenken hem brengen,

de koningen van Sjeba en Seba,
zij dragen hun schatting hem aan:

alle heersers brengen hem hulde,
alle volken zijn hem onderhorig.

Redt hij niet de nooddruftige die jammert,
de arme van helper verstoken?

met wie weerloos gebrek lijdt in deernis
bewaart hij het leven der schamelen,

ontheft hen van druk en geweld:
hun bloed - in zijn oog is het kostbaar.

Hij leve - Sjeba's goud zij zijn deel,
immer gaat voor hem het gebed op;*
men zegent hem, telken dage.

Er zij weelde van graan in het land,
het neigt langs de kam van de bergen;

op de Libanon glanze zijn oogst,
gekiemd als het gras op de velden.

En in eeuwigheid blijve zijn naam,
worde voortgeplant zolang de zon staat;

tot een zegenspreuk moge hij zijn:
want geen volk of het prijst hem gelukkig.


Geloofd zij God de Heer, de God van Israël,
die wonderen doet, Hij alleen.

Geloofd zij voor eeuwig
zijn heerlijke naam:

moge zijn heerlijkheid heel de aarde vervullen.
Amen, ja amen.

Eer zij de heerlijkheid Gods:
Vader, Zoon en heilige Geest.

Zo was het in den beginne
zo zij het thans en voor immer;*
tot in de eeuwen der eeuwen. Amen.

Antifoon:
God, vertrouw de koning uw recht toe,
hem de vorst uw gerechtigheid:

Lezing uit Anselm GRÜN, Het evangelie spiritueel gelezen:

Gods rijk is nabij. Omdat God nabij is kunnen de mensen leven zoals het is bedoeld. Mensen kunnen alleen in Gods nabijheid worden wie ze werkelijk zijn. Zoals de tijd alleen tot volheid komt omdat God nabij is.
De mystici, met Meester Eckhart voorop, preekten graag over de volheid van de tijd. God, die boven alle tijd staat, doet zijn intrede in de tijd en vervult hem daar. Jezus kondigt niet alleen het oordeel, maar ook Gods genezende nabijheid aan. De mensen moeten daarop reageren; niet door boete te doen, maar door zich om te keren. Het Griekse woord metanoeite betekent eigenlijk: denk andersom, transformeer je denken. Kijk door de dingen heen, dan zul je Gods nabijheid ontdekken! Jezus wil de mensen de ogen openen, zodat ze God zien in alles en allen. God is er al. We hoeven hem niet te vragen om te komen. We hoeven alleen maar onze ogen open te doen, dan zullen we hem overal tegenkomen.
In het Griekse woord metanoeite klinkt ook de echo van het Hebreeuwse woord waaruit het vertaald is sjub: omkeren, zich omdraaien, een keer maken, andere wegen inslaan. De Joden gaan ervan uit dat de mens maar al te vaak verkeerde wegen kiest; wegen die niet naar vrede leiden, maar omwegen en dwaalsporen. Die moet hij verlaten en de goede weg inslaan. Oftewel, hij moet zich omdraaien op de weg die naar de ondergang leidt en terugkeren naar de oorsprong. Ommekeer zal tot geloof leiden. Het is een eigenaardige wending: geloof in het Evangelie, vertrouw het.

Stilte

Onze Vader

Afsluitend gebed:

God, die al ons doen en denken te boven gaat,
wijsheid was het dat U nabij was
toen Gij het licht riep
en toen de mens geschapen werd.
Wijs ons wegen om te gaan
waar uw liefde ons tot onderdak is.
Leidt ons naar de mens Jezus,
die uw gelaat aan ons onthult.
Laat ons putten uit Uw wijsheid,
troost ons met stralen van wijsheid uit Uw hemel.
Dat wij het goede doen op deze aarde,
dat wij mensen goed doen. Amen.