Jeroen Witkam
25 november 2014: Jeroen Witkam
Jeroen Witkam werd geboren op 3 september 1931 te Goes. Zijn leven is een zoektocht naar spiritualiteit voor zichzelf en anderen. Zijn uitgangspunt was de ontmoeting met de God van de Bijbel. Langs monastieke weg diepte hij deze ervaring uit. Hij gaf hier decennia lang vorm aan als abt. Hij studeerde aan de Gregoriana in Rome theologie en Bijbelwetenschappen. Hij verdiepte zich in de vroeg christelijke mystiek van Evagrius en de middeleeuwse ‘minne’-mystiek van Bernardus van Clairvaux, Hadewych en Ruusbroec. Zijn functie als abt stelde hem in staat om zijn ervaring in bredere kring uit te dragen in spreekbeurten en retraites in Nederland, België, Amerika, Afrika en India. De kennismaking met Zen was een herkenning. De eenvoud, de helderheid en het diepingrijpende karakter van Zen was voor hem aanleiding om zich verder te verdiepen in deze van oorsprong oosterse weg. Hij zocht naar mogelijkheden om anderen ook te laten delen in deze weg naar stilte en behoorde tot de eersten die Zen in Nederland introduceerden. Onder de huidige zenmeesters in Nederland zijn er, die hun eerste stappen op de 'zen'-weg, onder zijn leiding mochten zetten. Zoals Jef Boeckmans en zijn goede vriend Ton Lathouwers. In 1970 had hij zelf zijn eerste sessie bij Karl Graf von Dürckheim in Todtmoos-Rütte. (Hara yoga richting Zen). In 1971 organiseerde hij de eerste zen-sesshin binnen een Nederlandse abdij. Leerbevoegdheid van Lassalle om zelf zen-sesshins te geven, kreeg hij in 1974.
De zelfhandhaving,
die meer actieve laag van het bewustzijn waar onze vermogens zich ontplooien,
moet er natuurlijk ook zijn.
Het is de actieve kant in ons.
Maar tijdens de meditatie word je daar als het ware uitgehaald
en teruggebracht naar die diepte
die van de ene kant chaotisch overkomt (dood en onderwereld),
maar waarin ook iets van de aanwezigheid van Jahwe, van God, gaat stralen.
De mystieken spreken van ‘zielegrond’, daar waar ons bewustzijn tot eenheid komt.
Die eenheid van bewustzijn, waar al onze vermogens wortelen,
waar al onze actieve vermogens waarmee we ons actief ontplooien, uit voortspruiten,
die innerlijke eenheid, dat is de bron van ons zijn;
dat voelen we als we de juiste houding hebben,
als we helemaal rustig zitten, dan zijn we daarin aanwezig.
Wanneer we voelen dat de ademhaling rustig gaat,
dat we alles kunnen afgeven, dat we alles kunnen toelaten,
is het een teken dat we in die zielegrond, die zijnsgrond, aanwezig zijn.
Dan is het louteringsproces, het toetsingsproces, aan ons gebeurd.
Jahwe toetst de harten.
Het is het toetsingsproces
waardoor een nieuwe wijze van zelfkennis, van aanwezig-zijn bij onszelf, ontstaat
en waarbij we al die betrekkelijke kantjes van onszelf rustig kunnen aankijken. (…)
Wees erbij aanwezig, maar laat tegelijkertijd los, laat tegelijkertijd gebeuren.
Welnu, dat geeft eigenlijk een veel diepere zelfkennis,
een zelfkennis vanuit het ‘zijn’, de zijnsbodem, de zijnswortel.
Je gaat vanzelf door-zien, je ziet het betrekkelijke, het relatieve van alles.
Laat het maar gebeuren.
Het doel wel pijn, er is altijd een moment van wanhoop,
want waar we de gewoonte hadden onszelf actief te handhaven
en we ons nu moeten overgeven aan die rust, aan dat wat ons overstijgt,
juist daar ervaren we de pijn van de wanhoop.
Het oude ik sterft nooit zomaar.
Maar gaan we door die wanhoop, door die duisternis heen,
dan kan er licht komen, helderheid, zuiverheid,
en voelen we dat er een stuk bevrijding heeft plaatsgehad.
En tegelijkertijd voelen we dat we veel dieper bij onszelf aanwezig komen,
in een heel nieuwe vorm van zelfkennis
die heel dicht staat bij, en die heel nauw één is met de kennis van God.
Jeroen WITKAM, Het geopende oog. De weg naar diepte-inkeer, Lannoo, Tielt.