Lode Vanhecke, abt van Orval
26 januari 2016
Lode Vanhecke, abt van Orval
“Wie probeert contemplatief te zijn is vaak slachtoffer van zijn zelfbeeld, van een illusie. Wie probeert Jezus te volgen is niet met zichzelf bezig. Hij treedt uit zichzelf, naar Jezus toe en naar de anderen.”
De trappistengemeenschap van Orval koos 25 januari 2007 pater Lode Van Hecke tot 62ste abt. Lode Van Hecke is geboren op 16 maart 1950 in Roeselare, waar hij ook zijn middelbare studies deed aan het Kleinseminarie. In november 1975 trad hij in bij de trappisten van Orval. Hij studeerde filosofie en theologie aan de KU Leuven en schreef onder andere een gesmaakt boek over de religieuze ervaring bij Bernardus van Clairvaux, dat uitgegeven werd naar aanleiding van de 900ste geboorteverjaardag van Bernardus van Clairvaux. Na zijn opleiding werd hij onder andere afgevaardigd beheerder van de brouwerij van Orval (1998-2001) en privé-secretaris van de generale abt in Rome (2002-2004). Op het ogenblik van de abtskeuze was Lode Van Hecke prior en vormingsverantwoordelijke van de gemeenschap, verantwoordelijke voor het onthaal en cantor. Samen met zijn hoofdzakelijk Franstalige medebroeders en enkele betrokkenen van buiten de abdij organiseerde hij de voorbije jaren een tweetalig jongerenkamp in de abdij: ‘Orval Jeunes en Prière - Orval Jongeren in Gebed’. “De gemeenschap”, zo stelt de nieuwe abt, “wil iets van haar charisma delen, in een kader dat door zijn grootheid en zijn schoonheid de gebedservaring bij jonge mensen op een unieke manier kan bevorderen.”
Overvloed
Vandaag voelen meer mensen nood aan contemplatie, aan spiritueel leven.
Veel boeken proberen in te leiden.
Ik zie twee gevaren, eventueel twee blinde vlekken.
Wie contemplatief probeert te zijn is slachtoffer van zijn zelfbeeld; een illusie.
Wie Jezus probeert te volgen is niet met zichzelf bezig.
Hij treedt uit zichzelf, naar Jezus toe en naar de anderen.
Niet zijn ideaalbeeld is het criterium.
Maar relatie. Eenheid in niet recupereerbare verscheidenheid.
De tweede blinde vlek betreft de overdracht van contemplatief leven.
Het gaat niet om voorzichtig methodisch inleiden.
Maar over uitstorten en overvloed.
De aantrekkingskracht van een zekere volheid.
Niet het vol zijn van zichzelf of de uitstraling van volmaaktheid.
Verleidelijke charme.
Maar het overvol zijn van de Geest.
Vervoering: verder voeren en zich gedragen weten.
Men ziet het eigenlijk zelf niet.
Het criterium is nederigheid.
Een ononderbroken gegeven in de christelijke traditie.
Vooral daarin moet “ingeleid” worden.
Inleiding is uitleiding.
Zich laten aantrekken door de welwillendheid van de Vader.
Deelhebben aan de Vader-Zoon-Geestrelatie.
De vrijheid van de kinderen Gods.
Het lichtende kruis van de liefde omarmen.