Homilie voor de 7de paaszondag B 12 mei 2024
Homilie voor de 7de paaszondag B 12 mei 2024
Tweede Lezing: 1 Joh 4, 11-16
Dierbaren, als God ons zozeer heeft liefgehad moeten ook wij elkander liefhebben. Nooit heeft iemand God gezien, maar als wij elkaar liefhebben woont God in ons en is zijn liefde in ons volmaakt geworden. Dit is het bewijs dat wij in Hem verblijven zoals Hij verblijft in ons, dat Hij ons deel heeft gegeven aan zijn Geest. En wij, wij hebben gezien en wij getuigen dat de Vader zijn Zoon heeft gezonden om de heiland van de wereld te zijn. Als iemand erkent dat Jezus de Zoon van God is, woont God in hem en woont hij in God. Zo hebben wij de liefde leren kennen die God voor ons heeft en wij geloven in haar. God is liefde: wie in de liefde woont, woont in God en God is met hem.
Homilie voor de zesde paaszondag 5 mei 2024
Homilie voor de zesde paaszondag 5 mei 2024
Liefde, geuit in concrete daden, is het voornaamste en ultieme kenmerk van een mens die in eenheid en verbondenheid leeft met Christus.
De apostel Johannes zegt ons nu ook
dat liefde de enige mogelijkheid is om God te kennen,
niet het kennen van waarheden, niet het kennen van ‘horen zeggen’, maar het kennen uit ervaring.
Het is de ervaring van de liefde die ons God doet ‘zien’, ervaren, kennen.
God openbaart zich als liefde aan ons, of beter, in ons in het verlangen van de liefde,
het verlangen naar het leven, het geluk en welzijn van anderen, het verlangen dat de geliefde een goed en gelukkig mens mag zijn.
En dan doet de goddelijke liefdeskracht dat verlangen omzetten
in concrete daden waarin we verantwoordelijkheid opnemen en zorg dragen voor dat leven, geluk en welzijn van geliefden en medemensen.
Die liefde is verwant met eerbied, respect, mededogen en rechtvaardigheid.
Homilie voor de 4de paaszondag B 21 april 2024
Homilie voor de 4de paaszondag B 21 april 2024
Je ‘leven geven’: een goed betaalde carrière even opzij zetten…
Tot tweemaal toe horen we vandaag Jezus zeggen: “Ik ben de goede herder.”
Als christenen mogen we ons in eenheid met Christus
gerust beschouwen als herders voor elkaar, als goede herders. ‘Goed’ betekent hier: beantwoorden aan wat een herder dient te zijn.
Een herder moet zijn schapen kennen
en moet – indien nodig – zijn leven veil hebben voor zijn schapen. Dat kan je wellicht pas als die schapen echt de uwe zijn,
of wanneer je als ‘huurling’ de schapen toch als je eigen schapen beschouwt, zoals een leerkracht – om het heel idealistisch voor te stellen –
de hem of haar toevertrouwde kinderen of jongeren als zijn of haar kinderen wil en mag benaderen.
Homilie voor de 5de paaszondag 28 april 2024
Homilie voor de 5de paaszondag 28 april 2024
In deze paastijd ontvangen opnieuw veel twaalfjarigen het sacrament van het vormsel en mogen kleinere kinderen voor het eerst de communie ontvangen.
Deze sacramenten en de daarbij horende voorbereidende catechese moeten hen helpen om ‘nieuwe mensen’ te worden,
mensen die zoals Jezus beeld en gelijkenis van God zijn, liefdevolle, vredevolle en vreugdevolle mensen.
Zo’n mensen worden door Jezus vergeleken met vruchtbare wijnranken, takken waaraan vruchten van goedheid te plukken zijn.
Jezus wijst op enkele voorwaarden opdat de ranken vruchtbaar zouden zijn: er moet zuiverend snoeiwerk zijn
en de ranken dienen in ieder geval met de wijnstok verbonden te blijven. Laat ons enkele beschouwingen wijden aan dat zuiverend snoeiwerk.
Elke rank aan Mij die geen vrucht draagt snijdt Hij af
en elke die wel vrucht draagt zuivert Hij, opdat zij meer vrucht mag dragen. Gij zijt al rein dank zij het woord dat Ik tot u gesproken heb.
De onvruchtbare rank wordt weggesnoeid
en de vruchtbare wordt gezuiverd, hetgeen ook weer snoeiwerk inhoudt,
namelijk, het wegknippen van overbodige uitlopende twijgen om te verhinderen dat die kostbaar levenssap wegnemen
zonder daarvoor vruchten in de plaats aan te bieden.
Homilie voor de 2de paaszondag 7 april 2024
Homilie voor de 2de paaszondag 7 april 2024
Evangelie: Johannes 20, 19-31
Op de avond van de eerste dag van de week, toen de deuren van de verblijfplaats van de leerlingen gesloten waren uit vrees voor de joden, kwam Jezus binnen, ging in hun midden staan en zei: ,,Vrede zij u." Na dit gezegd te hebben toonde Hij hun zijn handen en zijn zijde. De leerlingen waren vervuld van vreugde toen zij de Heer zagen. Nogmaals zei Jezus tot hen: ,,Vrede zij u." Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zo zend Ik u." Na deze woorden blies Hij over hen en zei: ,,Ontvangt de heilige Geest. Als gij iemand zonden vergeeft, dan zijn ze vergeven, en als gij ze niet vergeeft, zijn ze niet vergeven." Tomas, één van de twaalf, ook Didymus genaamd, was echter niet bij hen toen Jezus kwam. De andere leerlingen vertelden hem: ,,Wij hebben de Heer gezien." Maar hij antwoordde: ,,Zolang ik in zijn handen niet het teken van de nagelen zie, en mijn vinger in de plaats van de nagelen kan steken, en mijn hand in zijn zijde leggen, zal ik zeker niet geloven." Acht dagen later waren zijn leerlingen weer in het huis bijeen, en nu was Tomas erbij. Hoewel de deuren gesloten waren, kwam Jezus binnen, ging in hun midden staan en zei: ,,Vrede zij u." Vervolgens zei Hij tot Tomas: ,,Kom hier met uw vinger en bezie mijn handen. Steek uw hand uit en leg die in mijn zijde en wees niet langer ongelovig maar gelovig." Toen riep Tomas uit: ,,Mijn Heer en mijn God!" Toen zei Jezus tot hem: ,,Omdat ge Mij gezien hebt, gelooft ge? Zalig die niet gezien en toch geloofd hebben." In het bijzijn van zijn leerlingen heeft Jezus nog vele andere tekenen gedaan die niet in dit boek zijn opgetekend, maar deze hier zijn opgetekend opdat gij moogt geloven dat Jezus de Christus is, de Zoon van God, en opdat gij door te geloven leven moogt in zijn Naam.