tekst en onderricht april 2019
DE BIJBEL BLIJFT INSPIREREN
9 april 2019
LIJDEN: OORZAAK VAN EEN BREUK MET GOD?
“Waarom leven voor een mens die niet meer weet waar naartoe?.”
(Job 3,1-26)
Bijbellezing uit het boek Job:
1 Hierna opende Job zijn mond en vervloekte zijn bestaan.
2 Zo begon hij:
3 Weg met de dag waarop ik werd geboren,
weg met de nacht die mijn ontvangenis zag.
4 Die dag - duisternis had hij moeten blijven;
God in den hoge mag hem vergeten,
laat er geen licht over stralen;
5 stikkedonker mag hem hebben,
wolken mogen hem omhullen,
zonsverduistering hem slaan.
6 Die nacht - duisternis had hem vast moeten houden,
uitgesloten van de dagen van het jaar,
niet toegelaten tot de kring der maanden.
7 Was die nacht maar onvruchtbaar gebleven,
geen kreet van vreugde had toen mogen klinken.
8 Vervloek hem, bezweerders van de zee,
die zelfs bij machte zijt de Leviatan te ringeloren.
9 Dek de morgensterren af
zodat die nacht vergeefs wacht op licht
en het niet ziet dagen.
10 Hij hield immers de poort van de moederschoot niet gegrendeld
en mijn ogen bleef geen leed bespaard.
11 Waarom in de schoot niet gestorven?
Niet gestikt bij mijn geboorte?
12 Waarom hebben knieën mij ontvangen?
Waarom borsten mij gezoogd?
13 Want o, neerliggen, rust hebben,
slapen, ongestoord,
14 naast koningen en prinsen van deze wereld
die vervallen paleizen in vroegere glorie herstelden;
15 naast vorsten die eens goud bezaten
en huizen volgetast met zilver.
16 Of was ik maar in de grond gestopt als een misgeboorte,
als een kind dat nooit het levenslicht zag.
17 Daar valt het bejag der boosdoeners stil,
hun ongedurigheid komt er tot rust;
18 gevangenen zijn daar geen gevangenen meer,
geen schreeuwende opzichters drijven hen voort;
19 iedereen is er gelijk,
de slaaf vrij van zijn meester.
20 Waarom licht geschonken aan ongelukkigen,
leven aan verbitterde mensen?
21 Zij zien uit naar de dood, en hij wil niet komen,
zij begeren hem meer dan een verborgen schat.
22 Blij zouden zij zijn met hun einde,
juichend belanden in het graf.
23 Waarom leven voor een mens die niet weet waar naartoe
nu God hem de weg verspert?
24 Zuchten is dagelijks brood, lijkt het wel,
klagen het water dat ik te drinken krijg.
25 Wat ik het meest vrees komt op mij af,
wat mij angst aanjaagt heeft me getroffen;
26 ik ken geen geluk, geen rust, geen vrede,
mij kwellen martelende vragen.
Tekst en onderricht 12 maart 2019
DE BIJBEL BLIJFT INSPIREREN
DE JUISTE MAAT VAN WERK EN RIJKDOM
“Ieder mag er zoveel van nemen als hij voor zijn familie nodig heeft.”
(Exodus 16,2-31)
Bijbellezing uit het boek Exodus:
16, 2 Toen ze in de woestijn waren,
begon heel de gemeenschap van de Israëlieten te morren tegen Mozes en Aäron.
3 De Israëlieten zeiden tegen hen:
`Waren we maar door Jahwe's hand gestorven in Egypte,
waar we bij de vleespotten zaten en volop brood konden eten.
Jullie hebben ons alleen maar naar de woestijn gebracht
om al deze mensen van honger te laten omkomen.'
4 Toen sprak Jahwe tot Mozes:
‘Ik zal brood voor u laten regenen uit de hemel.
De mensen moeten er dagelijks op uit gaan
en de hoeveelheid voor een dag verzamelen.
Dan kan Ik vaststellen of het mijn leiding wil volgen of niet.
5 Maar op de zesde dag moeten ze eens zo veel verzamelen
en toebereiden als op andere dagen.'
6 Mozes en Aäron zeiden toen tot de Israëlieten:
`Vanavond nog zult u weten
dat het inderdaad Jahwe was die u heeft weggevoerd uit Egypte.
7 En morgenochtend zult u de heerlijkheid van Jahwe aanschouwen.
Want Jahwe heeft het gemor tegen hem gehoord.
Wie zijn wij, dat u zo mort tegen ons?'
8 Mozes zei verder: `
Vanavond zal Jahwe zelf u vlees te eten geven en morgenochtend volop brood.
Want Jahwe heeft uw gemor tegen hem gehoord.
Tekst en onderricht 12 februari 2019
DE BIJBEL BLIJFT INSPIREREN
OORSPRONG EN DOEL VAN ONS MENS-ZIJN
“God heeft de mensen bekleed met een kracht als de zijne.”
(Jezus Sirach 16,24 – 17,14)
Bijbellezing uit het boek Wijsheid van Jezus Sirach:
16, 24
Luister naar mij, mijn zoon, en laat u onderrichten
en neem mijn woorden ter harte.
25 Weloverwogen onderwijs zal ik geven
en ik zal mijn kennis nauwgezet mededelen.
26 De werken van de Heer zijn van het begin af door Hem geschapen
en van hun schepping af heeft Hij aan ieder werk zijn plaats gegeven.
27 Hij heeft hun werkzaamheden voor altijd geordend
en hun heerschappij geregeld naar hun aard.
Zij komen niet te kort en worden niet moe
en leggen hun werkzaamheden nooit neer.
28 Zij brengen elkaar niet in verdrukking
en tot in eeuwigheid zijn zij gehoorzaam aan zijn woord.
29 Daarna heeft de Heer op de aarde neergezien
en haar met zijn goede gaven gevuld.
30 Met allerlei levende wezens heeft Hij haar aanschijn bedekt
en zij keren tot haar weer terug.
17, 1 De Heer heeft de mens uit de aarde geschapen
en heeft hem weer tot haar doen terugkeren.
2 Hij schonk hun een aantal dagen en een bestemde tijd
en gaf hun de macht over de dingen op de aarde.
Tekst en Onderrichtingen maart 2019
DE JUISTE MAAT VAN WERK EN RIJKDOM
“Ieder mag er zoveel van nemen als hij voor zijn familie nodig heeft.”
(Exodus 16,2-31)
Bijbellezing uit het boek Exodus:
16, 2 Toen ze in de woestijn waren,
begon heel de gemeenschap van de Israëlieten te morren tegen Mozes en Aäron.
3 De Israëlieten zeiden tegen hen:
`Waren we maar door Jahwe's hand gestorven in Egypte,
waar we bij de vleespotten zaten en volop brood konden eten.
Jullie hebben ons alleen maar naar de woestijn gebracht
om al deze mensen van honger te laten omkomen.'
4 Toen sprak Jahwe tot Mozes:
‘Ik zal brood voor u laten regenen uit de hemel.
De mensen moeten er dagelijks op uit gaan
en de hoeveelheid voor een dag verzamelen.
Dan kan Ik vaststellen of het mijn leiding wil volgen of niet.
5 Maar op de zesde dag moeten ze eens zo veel verzamelen
en toebereiden als op andere dagen.'
6 Mozes en Aäron zeiden toen tot de Israëlieten:
`Vanavond nog zult u weten
dat het inderdaad Jahwe was die u heeft weggevoerd uit Egypte.
7 En morgenochtend zult u de heerlijkheid van Jahwe aanschouwen.
Want Jahwe heeft het gemor tegen hem gehoord.
Wie zijn wij, dat u zo mort tegen ons?'
8 Mozes zei verder: `
Vanavond zal Jahwe zelf u vlees te eten geven en morgenochtend volop brood.
Want Jahwe heeft uw gemor tegen hem gehoord.
Tekst en onderricht 8 januari 2019
DE BIJBEL BLIJFT INSPIREREN
NIET MET GEWELD GRIJPEN WAT MET LIEFDE GEGEVEN WORDT
“De geur van een akker die door God is gezegend.” (Genesis 27, 1-29)
Bijbellezing uit het boek Genesis:
Isaak was oud geworden en zijn ogen werden zo zwak dat hij niet meer kon zien. Daarom riep hij zijn oudste zoon Esau bij zich en zei:
`Mijn zoon.' Hij antwoordde: `Wat wilt u?'
2 Isaak zei: `Hoor eens, ik ben een oud man
en ik weet niet hoelang ik nog te leven heb.
3 Neem daarom je wapens, je pijlkoker en je boog,
ga erop uit en schiet een stuk wild voor mij.
4 Maak dan een smakelijk maal gereed, zoals ik het graag heb,
en dien het mij op, zodat ik ervan kan eten.
Daardoor zal ik de kracht krijgen om je mijn zegen te geven, voordat ik sterf.'
5 Tijdens dat gesprek van Isaak met zijn zoon Esau had Rebekka staan luisteren.
Zodra Esau erop uit was gegaan om een stuk wild voor zijn vader te schieten,
6 zei Rebekka tot haar zoon Jakob:
`Hoor eens, ik heb je vader tegen je broer Esau horen zeggen:
7 Breng mij een stuk wild en maak een smakelijk maal voor mij gereed,
zodat ik ervan kan eten.