Tekst en onderricht februari 2020
JEZUS’ BOODSCHAP BETER BEGRIJPEN
BASISBEGRIPPEN VAN DE JOODSCHRISTELIJKE SPIRITUALITEIT
BIDDEN: BELEVING VAN EENHEID EN VERBONDENHEID
“Sluit de deur achter u en bidt tot de Vader die in het verborgene is.” (Mt 6, 6)
Bijbellezing uit het evangelie van Matteüs:
6, 5 Wanneer gij bidt, gedraagt u dan niet als de schijnheiligen,
die graag in de synagogen en op de hoeken van de straten staan te bidden
om op te vallen bij de mensen.
Voorwaar Ik zeg u: Zij hebben hun loon al ontvangen!
6 Maar als gij bidt, ga dan in uw binnenkamer,
sluit de deur achter u en bidt tot uw Vader die in het verborgene is
en uw Vader die in het verborgene ziet, zal het u vergelden.
7 Als gij bidt, gebruik dan geen omhaal van woorden,
zoals de heidenen, want deze menen dat zij
door hun veelheid van woorden verhoring zullen vinden.
8 Volgt hun voorbeeld dus niet na, want voordat gij Hem vraagt,
weet uw Vader wat gij nodig hebt.
9 Gij moet daarom zo bidden:
Onze Vader die in de hemel zijt,
Uw Naam worde geheiligd;
10 Uw Rijk kome,
Uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel.
11 Geef ons heden ons dagelijks brood.
12 En vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij vergeven hebben aan onze schuldenaren.
13 En leid ons niet in bekoring,
maar behoed ons voor het kwaad.
14 Want als gij aan de mensen hun fouten vergeeft,
zal uw hemelse Vader ook u vergeven,
15 maar als gij niet vergeeft aan de mensen,
zal ook uw hemelse Vader uw fouten niet vergeven.
Tekst en onderricht januari 2020
JEZUS’ BOODSCHAP BETER BEGRIJPEN
BASISBEGRIPPEN VAN DE JOODSCHRISTELIJKE SPIRITUALITEIT
SABBAT: EEN LASTIG EN TOCH BEVRIJDEND NIETS DOEN
“De sabbat is gemaakt voor de mens,
maar niet de mens om de sabbat.” (Mc 2, 27)
Bijbellezing uit het evangelie van Marcus:
2, 23 Eens ging Hij op een sabbat door de korenvelden
en zijn leerlingen begonnen onder het gaan aren te plukken.
24 De Farizeeën zeiden tot Hem:
“Waarom doen ze op sabbat iets wat niet geoorloofd is?”
25 Hij gaf hun ten antwoord:
“Hebt gij nooit gelezen wat David deed,
toen hij gebrek had en hij en zijn metgezellen honger kregen?
26 Hoe hij onder de hogepriester Abjatar het huis van God binnenging
en van de toonbroden at, die alleen de priesters mogen eten,
en hoe hij er ook van gaf aan zijn metgezellen?”
27 En Hij voegde er aan toe: “De sabbat is gemaakt om de mens,
maar niet de mens om de sabbat.
28 De Mensenzoon is dus Heer ook van de sabbat.”
3, 1 Op een andere keer ging Hij naar de synagoge
waar een man aanwezig was met een verschrompelde hand.
2 Zij hielden Hem in het oog of Hij hem op sabbat zou genezen,
met de bedoeling Hem daarvan te beschuldigen.
3 Hij zei nu tot de man met de verschrompelde hand:
“Kom in het midden staan.”
4 Daarop stelde Hij hun de vraag:
“Mag men op sabbat goed doen of kwaad, iemand redden of doden?”
Maar zij zwegen.
5 Toen liet Hij toornig, maar tegelijkertijd bedroefd om de verstoktheid van hun hart,
zijn blik rondgaan en zei tot de man: “Steekt uw hand uit.”
Hij stak zijn hand uit en deze was weer gezond.
Tekst en Onderricht oktober 2019
J
8 oktober 2019:
GODS REDDING: LIEFDE DIE NIET NAAR SCHULD VRAAGT
“Heer, zijn het er weinig die gered worden?” (Lc 13, 23)
Bijbellezing uit het evangelie van Lucas:
13, 22 Hij trok rond door steden en dorpen,
gaf er onderricht en zette zijn reis voort naar Jeruzalem.
23 Iemand vroeg Hem: 'Heer, zijn er weinig die gered worden?'
Maar Hij sprak tot hen:
24 'Spant u tot het uiterste in om door de nauwe deur binnen te komen,
want, Ik zeg u, velen zullen het proberen, maar er niet in slagen binnen te komen.
25 Als eenmaal de huisvader is opgestaan en de deur gesloten heeft
en gij dan buiten op de stoep begint te kloppen en te roepen: Heer, doe open!
zal Hij u antwoorden: Ik weet niet waar gij vandaan komt.
26 Dan zult ge opwerpen:
In uw tegenwoordigheid hebben wij gegeten en gedronken,
en in onze straten hebt Gij onderricht gegeven.
Maar weer zal zijn antwoord zijn: Ik weet niet waar gij vandaan komt.
27 Gaat weg van Mij, gij allen, bedrijvers van ongerechtigheid.
28 Daar zal geween zijn en tandengeknars,
wanneer gij Abraham, Isaak en Jakob en al de profeten zult zien in het Rijk Gods,
terwijl ge zelf buitengeworpen zult zijn.
Tekst en Onderricht december 2019
10 december 2019
EEN GOD MET EEN MENSELIJKE EMOTIE: BARMHARTIGHEID
“Weest barmhartig, zoals uw Vader barmhartig is.” (Lc 6,36)
Bijbellezing uit het evangelie van Lucas:
6, 27 Tot u die naar Mij luistert zeg Ik:
Bemint uw vijanden, doet wel aan die u haten,
28 zegent hen die u vervloeken
en bidt voor hen die u mishandelen.
29 Als iemand u op de ene wang slaat,
keert hem ook de andere toe;
en als iemand uw bovenkleed van u afneemt,
belet hem niet ook uw onderkleed te nemen.
30 Geeft aan ieder die u iets vraagt,
en als iemand wegneemt wat u toebehoort, eist het niet terug.
31 Zoals gij wilt dat de mensen u behandelen, moet gij het hun doen.
32 Als gij bemint wie u beminnen
wat voor recht op dank hebt ge dan?
Ook de zondaars beminnen wie hen liefhebben.
33 Als gij weldoet aan wie u weldaden bewijzen,
wat voor recht op dank hebt ge dan?
Dat doen de zondaars ook.
34 Als gij leent aan hen van wie ge hoopt terug te krijgen,
wat voor recht op dank hebt ge dan?
Ook de zondaars lenen aan zondaars
met de bedoeling evenveel terug te krijgen.
35 Neen, bemint uw vijanden,
doet goed en leent uit zonder erop te rekenen iets terug te krijgen.
Dan zal uw loon groot zijn,
dan zult ge kinderen zijn van de Allerhoogste,
die immers ook goed is voor de ondankbaren en slechten.
Tekst en Onderricht september 2019
10 september 2019
JEZUS VAN NAZARET: EEN MENS DIE ‘GODS WOORD’ IS
“In het begin was het Woord en het woord was bij God en het Woord was God.”
(Johannes 1, 1)
Bijbellezing uit het evangelie van Johannes:
1 In het begin was het Woord
en het woord was bij God
en het Woord was God.
2 Dit was in het begin bij God.
3 Alles is door Hem geworden
en zonder Hem is niets geworden van wat geworden is.
4 In Hem was leven, en dat leven was het licht der mensen.
5 En het licht schijnt in de duisternis
maar de duisternis nam het niet aan.
6 Er trad een mens op, een gezondene van God;
zijn naam was Johannes.
7 Deze kwam tot getuigenis, om te getuigen van het Licht,
opdat allen door hem tot geloof zouden komen.
8 Niet hij was het Licht, maar hij moest getuigen van het Licht.
9 Het ware Licht, dat iedere mens verlicht, kwam in de wereld.
10 Hij was in de wereld; de wereld was door Hem geworden,
en toch erkende de wereld Hem niet.
11 Hij kwam in het zijne, maar de zijnen aanvaardden Hem niet.
12 Aan allen echter die Hem wèl aanvaardden,
aan hen die in zijn Naam geloven,
gaf Hij het vermogen om kinderen van God te worden.
13 Zij zijn niet uit bloed
noch uit begeerte van het vlees of de wil van een man,
maar uit God geboren.
14 Het Woord is vlees geworden
en heeft onder ons gewoond.
Wij hebben zijn heerlijkheid aanschouwd,
zulk een heerlijkheid als de Eniggeborene van de Vader ontvangt,
vol genade en waarheid.
15 Wij hebben Johannes’ getuigenis over Hem toen hij uitriep:
“Deze was het van wie ik zei:
Hij die achter mij komt, is mij voor, want Hij was eerder dan ik.”
16 Van zijn volheid hebben wij allen ontvangen: genade op genade.
17 Werd de Wet door Mozes gegeven,
de genade en de waarheid kwamen door Jezus Christus.
18 Niemand heeft ooit God gezien.