tekst en onderricht 9 mei



“ZOZEER HEEFT GOD DE WERELD LIEF”
Een verkenning van het Johannesevangelie



Gebed:

Geef ons Uw Woord, Heer,
en maak ons voor Uw Woord open en aandachtig.
Uw Woord waarin Gij U openbaart en wij ons ware wezen herkennen.
Uw Woord dat ons verruimt en verrijkt, ons inspireert tot het hoogste,
het meest menselijke, het goddelijke.
Uw Woord dat ons leidt
om scheppend en verrijkend in het leven te staan, liefdevol, vredevol en vreugdevol.
Uw Woord dat ons oproept om Uw Zoon te volgen
en deel te nemen aan het Koninkrijk. Geef dat wij er nooit verstoken van zijn. Amen.



Bijbellezing: Johannes 15, 1-17

1 Ik ben de ware wijnstok en mijn Vader is de wijnbouwer.
2 Elke rank aan Mij die geen vrucht draagt, snijdt Hij af. En elke rank die wel vrucht draagt zuivert Hij,
opdat zij meer vrucht mag dragen.
3 Gij zijt al rein dankzij het woord dat Ik tot u gesproken heb.
4 Blijft in Mij, zoals Ik in u.
Zoals de rank geen vrucht kan dragen uit zichzelf, maar alleen als zij blijft aan de wijnstok,
zo gij evenmin, als gij niet blijft in Mij. 5 Ik ben de wijnstok, gij de ranken.
Wie in Mij blijft, zoals Ik in hem, die draagt veel vrucht, want los van Mij kunt gij niets.
6 Als iemand niet in Mij blijft,
wordt hij weggeworpen als de rank en verdort.
Men brengt ze bij elkaar, gooit ze in het vuur, en ze verbranden. 7 Als gij in Mij blijft en mijn woorden in u blijven,
vraagt dan wat gij wilt en gij zult het krijgen. 8 Hierdoor wordt mijn Vader verheerlijkt,
dat gij rijke vruchten draagt. zo zult gij mijn leerlingen zijn.
9 Zoals de Vader Mij heeft liefgehad, zo heb ook Ik u liefgehad. Blijft in mijn liefde.
10 Als gij mijn geboden onderhoudt, zult gij in mijn liefde blijven,
gelijk Ik, die de geboden van mijn Vader heb onderhouden, in zijn liefde blijf. 11 Dit zeg Ik u, opdat mijn vreugde in u moge zijn
en uw vreugde volkomen moge worden.


12 Dit is mijn gebod, dat gij elkaar liefhebt, zoals Ik u heb liefgehad.
13 Geen groter liefde kan iemand hebben dan deze, dat hij zijn leven geeft voor zijn vrienden.
14 Gij zijt mijn vrienden, als gij doet wat Ik u gebied.
15 Ik noem u geen slaven meer,
want de slaaf weet niet wat zijn heer doet, maar u heb Ik vrienden genoemd,
want Ik heb u alles meegedeeld wat Ik van de Vader heb gehoord. 16 Niet gij hebt Mij uitgekozen, maar Ik u
en Ik heb u de taak gegeven op tocht te gaan
en vruchten voort te brengen, die blijvend mogen zijn.
Dan zal de Vader u geven al wat gij Hem in mijn Naam vraagt. 17 Dit is mijn gebod, dat gij elkaar liefhebt.

Onderricht:

In en met en door de mens Jezus van Nazaret openbaart God zich. Hij laat zich zien en Hij laat zich horen.
Hij openbaart in die mens wie Hij is, wat zijn wezen is: liefde. Liefde is: leven geven.
Ware liefde is altijd leven gevende liefde.
Liefde is verlangen naar het leven van de geliefde, naar zijn of haar vreugde.
Liefde is dat verlangen omzetten in concrete daden
van zorg en verantwoordelijkheid voor dat leven, voor die vreugde en wel in een liefde die onvoorwaardelijke dienstbaarheid wordt
of in een liefde waardoor men zichzelf geeft, waardoor men zijn eigen leven geeft.

Het leven dat men voor de geliefde voor ogen heeft
is een leven van volkomen innerlijke vrede en vreugde.
Jezus zegt dat die vreugde en vrede het deelnemen is aan zijn vreugde en vrede, aan het leven en aan de heerlijkheid
die Hij door de liefde van de Vader ontvangen heeft.
Daarbij moeten we misschien ophouden met die volkomen vrede en vreugde louter of al te zeer te denken als emotionele psychologische toestanden
van een zich innerlijk ‘goed voelen’.
Dat zijn ze misschien of zeker wel,
maar die volkomen vreugde en vrede moet toch ook dat alles overstijgend zijn en daarom een onuitsprekelijk, een extatisch gegeven.
Het dient in ieder geval meer en anders te zijn dan een tevredenheid door het ingewilligd zijn van primaire menselijke behoeften en verlangens, meer en anders dan bevrediging van onze nood aan beveiliging, bevrediging en bevestiging.
Liefde is er de oorzaak en de bron van. Vooreerst de liefde die ons tegemoet komt.
Grote vrede en vreugde is te vinden
in het besef en de zekerheid bemind te zijn.
Grote vrede en vreugde is te vinden in het weten en ervaren dat Gods transformerende aanwezigheid, zijn Geest, in ons is
en dat die ons leven zinvol en vruchtbaar en dus vredevol en vreugdevol maakt. Door Gods Geest - waarvan wijn een symbool kan zijn –
getransformeerd worden is vruchtbaar en vredevol en vreugdevol worden, is een liefdevol mens worden,
die de aanwezigheid van die Geest van God uitstraalt in een liefde die enthousiast maakt en ons extatisch doet transcenderen
boven ons triviale en angstige ego.
Die vruchtbaarheid is het gevolg van de aanwezigheid van de Geest in ons en van een bewuste liefdevolle verbondenheid met die Geest in ons, hetgeen hetzelfde is als een liefdevolle verbondenheid met Christus in ons.
Het is die verbondenheid die paus Franciscus een contemplatieve ingesteldheid noemt, de bewuste beleving van onze eenheid met Christus
die “ons tot mens maakt en ons in staat stelt een nieuw leven te leiden”.

God openbaart zijn liefde in liefde van mensen voor elkaar. Ook in Jezus’ liefde openbaart God zijn wezen dat liefde is. De liefde van Jezus is de liefde van de Vader.
Het is een volmaakte en ik-loze liefde,
leven gevend, onvoorwaardelijk dienstbaar en zichzelf opofferend. Het is voor ons misschien een onnavolgbare liefde.
Maar François Varillon schreef in zijn boek L’humilité de Dieu: “De ervaring van menselijke liefde
is het minst ongeschikte van wat er bestaat
om de liefde op te roepen zoals die in God beleefd wordt. (…)
Aan de wortels van zichzelf is deze liefde altijd:
verlangen om te beminnen zoals God liefheeft,
en vermogen om door de Geest omgevormd te worden tot voltooiing volgens haar roeping.
Weliswaar benadert zij slechts van zeer verre
de absolute onbaatzuchtigheid van de goddelijke liefde,
maar, hoezeer ook vermengd met egoïstische passie die haar op zichzelf terugbuigt, men kan in haar een licht onderscheiden
dat in de haar eigene morgenschemering
niet verschillend is van aard van het licht der eeuwige zon.”

Door de Geest van God is ook de mens in staat tot de hoogste en goddelijke staat van liefde:
zichzelf geven, zijn leven geven.
Liefhebben is het waarmaken van de zin van ons leven:
zoals Jezus openbaring zijn van Gods liefde.
Die liefde mag voor ons de maatstaf van onze liefde zijn. Daarom zegt Jezus:
Zoals de Vader Mij heeft liefgehad, zo heb ook Ik u liefgehad. (…)
Dit is mijn gebod, dat gij elkaar liefhebt, zoals Ik u heb liefgehad.
In het Grieks staat er entolè en dat is met weinig anders dan met ‘gebod’ te vertalen.
Het Griekse werkwoord voor ‘liefhebben’ is agapaoo.
Dit komt in het NT maar ook in de antieke Griekse literatuur steeds voor met volgende betekenissen:
- iemand groeten met respectvolle affectie;
- respectvolle affectie tonen;
- de liefde van God voor de mens;
- de liefde van de mens voor God;
- broederlijke genegenheid voor elkaar;
- vriendschap;
- zorgdragende bekommernis.
Uiterst zelden is er in het betekenisveld van dat werkwoord en van het ermee verwante zelfstandige naamwoord agapè, sprake van een seksuele aantrekking of genegenheid.
Daar komt het werkwoord fileoo eerder in aanmerking voor, hoewel ook dit een diepe vriendschapsband kan aanduiden. Paulus heeft het in zijn zgn. Hooglied van de Liefde over de agapè en als Johannes in zijn eerste brief schrijft dat God liefde is
dan staat ook daar agapè te lezen.
Eerder dan amor is caritas de meer gepaste Latijnse vertaling.
De commentatoren Egbert Rooze en Paul De Witte duiden in hun commentaar op het Johannesevangelie
De Messias en de macht van Rome ‘liefde’ in het Johannesevangelie
als ‘solidariteit’, maar hun argumentatie kan me niet overtuigen.
‘Solidariteit’ is een eigenschap of consequentie van liefde.
Ik denk dat ‘barmhartigheid’ dan een beter woord is die het wezen van de goddelijke liefde omschrijft,
een woord met een respectvolle vrouwelijke ondertoon
als men de oorsprong van ons woord ‘barmhartigheid’ in acht neemt:
het gevoel van het hart bij de baarmoeder.
En hoewel we in een tijd leven waarin we wat wars zijn van woorden als ‘gebod’
zie ik entolè niet graag met een ander woord dan ‘gebod’ vertaald en nemen we de uitdaging aan dit woord anders te begrijpen
dan een order van een slavenmeester of legeroverste,
maar toch niet minder dwingend voor wie het in vrijheid aanneemt. Hier wordt gewezen op het wezen van de liefde:
wie echt liefheeft moet liefhebben, kan niet anders, is door de liefde gedwongen.
Jezus’ gebod onderhouden, dat een goddelijk gebod is, niet een gebod van mensen, is Hem navolgen die Gods gebod (of woord) onderhoudt.
Het is de zin van ons bestaan waarmaken. Het is beantwoorden aan ons wezen.
Het is ons ware zelf realiseren.
De boodschap van dit gedeelte van Jezus’ afscheidsrede is eigenlijk duidelijk. Maar ik wil toch nog even wijzen op een merkwaardige paradox in de tekst:
14 Gij zijt mijn vrienden, als gij doet wat Ik u gebied.
15 Ik noem u geen slaven meer,

want de slaaf weet niet wat zijn heer doet, maar u heb Ik vrienden genoemd,
want Ik heb u alles meegedeeld wat Ik van de Vader heb gehoord.
Aan Jezus’ liefde en vriendschap kleeft in de tekst
toch enige voorwaardelijkheid die in deze verzen sterk tot uiting komt en dit in combinatie met een zekere tegenspraak,
die we het best zo kunnen uitdrukken:
‘Gij zijt mijn vrienden als gij u als mijn slaven gedraagt.” Tussen de wil van de meester en de wil van de slaaf, tussen het woord van de meester en de daad van de slaaf kan geen verschil of aarzeling bestaan.
Toch uiterlijk niet.
Tussen de wil van twee vrienden is dat verschil of aarzeling innerlijk ook niet aanwezig.
De Romeinen stelden dat ware vriendschap erin gelegen is dat men hetzelfde wil en hetzelfde niet wil.
Anders gezegd: is er een fundamentele innerlijke eenheid, een zelfde gezindheid.
Tussen de leerling van Jezus en Jezus zelf kan er ook geen verschil van gezindheid bestaan.
De leerling leeft met de ingesteldheid van Jezus:
gehoorzaamheid aan de woorden van de Vader, aan zijn wil. We weten wat God wil: leven.

Muziek om bij te overwegen https://www.youtube.com/watch?v=yvHuNTkk0ig&ab_channel=VOCES8Found ation

If ye love me,
keep my commandments, and I will pray the Father,
and he shall give you another comforter, that he may bide with you forever,
e'en the spirit of truth. BIDDEND VERWIJLEN
Drempelgebed ZJ 25d

Lied: ZJ 779 Ik ben de wijnstok

Psalm 16

Antifoon: Gij leert mij wat de weg is ten leven, de volheid der vreugde waar Gij zijt:
heerlijkheid, in uw schutse, voor immer.

Hoed mij, God,
bij U zoek ik toevlucht;

de Heer spreek ik: 'Gij zijt mijn Heer, mijn geluk. Boven U is er geen.'

Wat als goddelijk geldt in dit land, deze machten, ik kan daarin mijn vreugde niet vinden.

Hun afgoden zijn zonder tal,
en ieder haast zich tot hun dienst;

ik pleng hun geen offers van bloed, neem hun namen niet op mijn lippen.

O Heer, Gij mijn erve, mijn beker, Gij handhaaft mijn erfgoed voor mij.

De meetsnoeren zijn mij gevallen in oorden van lieflijkheid:*
hoe bekoort mij mijn erfdeel!

Ik zegen de Heer om zijn leiding:
zelf des nachts vermaant Hij mijn geweten.

Ik blijf op de Heer zien, bestendig; staat Hij naast mij, ik kom niet ten val.

Wel mag mijn hart zich verheugen, wel mag mijn geest zich verblijden:* mij komt het niet te na - ik ben veilig.

Want Gij geeft mij niet prijs aan de dood, geen graf geeft Gij uw vrome voor ogen;

Gij leert mij wat de weg is ten leven, de volheid der vreugde waar Gij zijt:*
heerlijkheid, in uw schutse, voor immer.

(We staan op.)

Eer zij de heerlijkheid Gods: Vader, Zoon en heilige Geest.

Zo was het in den beginne,
zo zij het thans en voor immer
tot in de eeuwen der eeuwen. Amen.

Antifoon: Gij leert mij wat de weg is ten leven, de volheid der vreugde waar Gij zijt:
heerlijkheid, in uw schutse, voor immer.

Lezing uit Anselm GRÜN, Het evangelie spiritueel gelezen

Ware vrucht bestaat niet uit grootse prestaties in de buitenwereld, maar uit de liefde die van ons uitgaat.
Wat wij doen draagt alleen vrucht als het wordt gedragen door liefde.
Onze woorden zullen tot een oogst leiden als ze in liefde gesproken worden. De boeken die we schrijven, helen alleen als ze liefde uitstralen.
Wat we in ons werk doen, telt alleen mee als we het met liefde doen. Natuurlijk kunnen mensen geniale dingen doen.
Maar als de liefde ontbreekt, draagt het geen vrucht. Het vergaat. De liefde is echter geen morele plicht die we moeten vervullen.
We dragen alleen vruchtbare liefde uit
als we in verbinding zijn met ons centrum
en als Christus ons centrum en ons zelf geworden is.

De bron van onze vitaliteit en creativiteit bevindt zich in ons centrum, waar we een zijn met Christus.

Stilte

Onze Vader

Afsluitend gebed:

God, die al ons doen en denken te boven gaat, wijsheid was het dat U nabij was
toen Gij het licht riep
en toen de mens geschapen werd.
Wijs ons wegen om te gaan
waar uw liefde ons tot onderdak is. Leidt ons naar de mens Jezus,
die uw gelaat aan ons onthult. Laat ons putten uit Uw wijsheid,
troost ons met stralen van wijsheid uit Uw hemel. Dat wij het goede doen op deze aarde,
dat wij mensen goed doen. Amen.

Verder in dit werkjaar:
“ZOZEER HEEFT GOD DE WERELD LIEFGEHAD”
Een verkenning van het Johannesevangelie


13 juni 2023:
VREDE ZIJ U! (Jo 20, 19-31)
Zalig die niet gezien en toch geloofd hebben.”    (Jo 20, 29)
“Tomas belijdt dat Jezus, die aan het kruis gestorven is en wiens lichaam daarvan nog de
gapende wonde draagt, dat diezelfde Jezus zijn Heer en zijn God is.” (Joop Smit)