Homilie Doopsel van de Heer 2016
Homilie Doopsel van de Heer 2016
Hij zal U dopen met heilige Geest en met vuur.
Vuur ben ik op aarde komen brengen, en hoe verlang Ik dat het reeds oplaait!
Ik moet een doopsel ondergaan en hoe beklemd voel Ik Mij totdat het volbracht is.
Broeders en zusters,
Dopen met water en dopen met heilige Geest en met vuur. Vandaag eindigt de Kersttijd met het feest van het doopsel van Christus. Jezus wordt door Johannes met water gedoopt – het begin van zijn openbaar leven. Maar terzelfdertijd en evenzeer wordt er al gesproken van het doopsel dat Jezus zelf is komen brengen – een doopsel dat verwijst naar het einde van Jezus’ openbaar leven: een doopsel dat te maken heeft met zijn dood. En ik denk dat die verbinding voor ons heel belangrijk is, want zo krijgt het doopsel van Christus met ons van doen. Sint Paulus maakt in zijn brief aan de Romeinen duidelijk deze verbinding: Gij weet toch, dat de doop, waardoor wij één zijn geworden met Christus Jezus, ons heeft doen delen in zijn dood. Door de doop in zijn dood zijn wij met Hem begraven, opdat ook wij, zoals Christus door de macht van zijn Vader uit de doden is opgewekt, een nieuw leven zouden leiden.
De Kersttijd is het gedenken van de menswording, van de afdaling van God in ons mensenbestaan. Gods liefde op aarde neergedaald, lag in een stal op stro te slapen. De goedheid en de mensenliefde van God onze Heiland is op aarde verschenen. Vandaag daalt Jezus nog dieper af: Hij gaat het water in - het water dat zonden wegwast. Hij die zonder zonde is, gaat zich opstellen in de rij van zondaars en daalt in het water af. In Varia 177 zingen we: Nu gaat Gods Zoon het water in: het water wordt voorgoed gewijd, en wast de hele wereld van dood en zonde vrij. Of in Varia 89: Tegen de stroom staat Hij ten teken, hier wordt des levens loop gewend, het blinde lot gestuwd tot zegen, wij zijn tot in de dood gekend.
Jezus’ doop heeft alles te maken met zijn zending, met het waarom van zijn komst tussen ons mensen in. Naar mijn aanvoelen lijkt Sint Lucas dit te accentueren door de doop zelf niet te verhalen, maar door te vertellen wat er direct na Jezus’ doop gebeurt. Terwijl al het volk zich liet dopen (dus Jezus was één tussen de velen), en Jezus na zijn doop in gebed was, geschiede het… De Geest daalt neder als een duif en een stem uit de hemel: Gij zijt mijn Zoon, de Welbeminde, in U heb Ik mijn behagen gesteld.
De Geest, de Vader en de Zoon. Zusters en broeders, de hemel gaat open en heel even licht het mysterie van Gods Drie-eenheid op. En de dynamiek van waaruit dit alles gebeurt – ik verwees er reeds naar: Gods liefde op aarde neergedaald – de mensenliefde van onze God is verschenen. We hoorden het nog vrijdag in de eerste brief van Johannes: God is liefde… Hierin bestaat de liefde: niet wij hebben God liefgehad, maar Hij heeft ons liefgehad, en Hij heeft zijn Zoon gezonden om door het offer van zijn leven onze zonden uit te wissen. Hij heeft zijn enige Zoon in de wereld gezonden om ons het leven te brengen.
De welbeminde Zoon is gekomen en daalt af in het water dat de zonden van de wereld wegwast. Daartoe is Hij gekomen als onze Heiland. En Hij doet dit door het tweede doopsel – het doopsel van zijn dood – waar Hij nog dieper afdaalt in de verlorenheid van de mens. Hij daalt af in de dood omwille van ons. Onze doop is daarop geënt zoals we al hoorden bij Sint Paulus. Ook in de tweede lezing uit de brief aan Titus zegt Paulus ons dit aan: Hij heeft ons gered door het bad van wedergeboorte en vernieuwing door de heilige Geest. Want Hij heeft de Geest overvloedig over ons uitgestort door Christus, onze Heiland. Zo zijn wij door zijn genade gerechtvaardigd en erfgenamen geworden van het eeuwig leven waar onze hoop op gericht is. Broeders en zusters, de hemel ging open over Jezus en het mysterie van Vader, Zoon en Geest lichtte op. Maar in die woorden zegt Sint Paulus dat ook voor ons de hemel opengaat: de Vader stort ook over ons de Geest uit – zelfs overvloedig – en wel door Christus, onze Heiland. Vader, Zoon en heilige Geest middenin ons leven. Ons doopsel heeft ons binnengebracht in die intimiteit. En nogmaals – en misschien moet ik het juist in dit jaar beklemtonen – dit gebeurt niet omdat wij iets goeds zouden gedaan hebben. Het hangt niet af van onze verdiensten. Nee, het gebeurt alleen omdat Hij barmhartig is! Gods liefde op aarde neergedaald. In de Zoon worden wij door ons doopsel evenzeer zonen en dochters, welbeminden, erfgenamen van dezelfde belofte. En mogen ook wij in gebed neerknielen en met Jezus bidden: Abba, Vader!
Amen.
Abt Manu St Sixtus Westvleteren