Homilie voor de 33ste zondag door het jaar A 19 november 2023
Homilie voor de 33ste zondag door het jaar A 19 november 2023
Evangelie: Mt 25, 14-30
In die tijd hield Jezus zijn leerlingen deze gelijkenis voor: 'Een man riep bij zijn vertrek naar het buitenland zijn dienaars bij zich om hun zijn bezit toe te vertrouwen. Aan de een gaf hij vijf talenten, aan de andere twee, aan een derde één, ieder naar zijn bekwaamheid. Daarna vertrok hij. Die de vijf talenten gekregen had, ging er terstond mee werken en verdiende er vijf bij. Zo verdiende ook degene die de twee gekregen had, er twee bij. Maar die er één had gekregen, ging een gat in de grond graven en het geld van zijn heer verbergen. Een hele tijd later kwam de heer van die dienaars terug en hield afrekening met hen. Die vijf talenten
gekregen had, trad naar voren en bood nog vijf talenten aan met de woorden: Heer, vijf
talenten hebt gij mij toevertrouwd; ziehier, vijf talenten heb ik erbij verdiend. Zijn meester sprak tot hem: uitstekend, goede en trouwe dienaar, over weinig waart ge trouw, over veel zal ik u aanstellen. Ga binnen in de vreugde van uw heer. Nu trad die van de twee talenten naar voren en zei: Heer, twee talenten hebt gij mij toevertrouwd; ziehier, twee talenten heb ik erbij verdiend. Zijn meester sprak tot hem: uitstekend, goede en trouwe dienaar, over weinig waart ge trouw, over veel zal ik u aanstellen. Ga binnen in de vreugde van uw heer. Tenslotte trad ook die van één talent naar voren en zei: Heer, ik heb ervaren dat gij een hard mens zijt, die oogst waar gij niet gezaaid hebt en binnenhaalt waar gij niet hebt uitgestrooid.
Daarom was ik bang en ben uw talent in de grond gaan verbergen. Hier hebt ge uw
eigendom terug. Maar zijn meester gaf hem ten antwoord: Slechte en luie knecht, je wist toch dat ik oogst waar ik niet gezaaid heb en binnenhaal waar ik niet heb uitgestrooid?
Homilie voor de 32ste zondag door het jaar A 12 november 2023
Homilie voor de 32ste zondag door het jaar A 12 november 2023
In de liturgie van de drie volgende zondagen, de laatste van het kerkelijk jaar, beluisteren we drie opeenvolgende parabels uit het evangelie van Matteüs, parabels waarin Jezus ons vertelt over de houding,
die we dienen aan te nemen in deze tijd,
een tijd van wachten op de definitieve komst van het Rijk Gods. Het gaat over een levenshouding,
die ons toelaat aan het Rijk Gods deel te nemen. de ingesteldheid, die we dienen aan te nemen om deelachtig te kunnen worden
aan een nieuw en volkomen vredevol en vreugdevol leven. De boodschap, die Jezus met de drie parabels wil geven,
zouden we kunnen als volgt presenteren: wees alert en actief. Met andere woorden: wees waakzaam en doe het goede.
Of nog: bid en doe het goede.
Want bidden is alert zijn, is waakzaam zijn.
Veeleer dan iets dat we ‘doen’, is bidden een innerlijke houding,
een ingesteldheid van wakende bewuste aandacht voor de aanwezigheid van God, die ook altijd de komende is.
In die parabel wordt het waakzaam zijn,
die innerlijke houding of ingesteldheid van aandacht voorgesteld als het bij je hebben van reserve-olie,
waardoor je het wachten en waken kunt uithouden.
Homilie voor de 29ste zondag door het jaar A 22 oktober 2023
Homilie voor de 29ste zondag door het jaar A 22 oktober 2023
Muntstuk met de afbeelding van keizer Tiberius
Geef aan God wat aan God toekomt.
God heeft geen geld nodig.
Geef dat maar aan de keizer of beter nog, aan de armen. En God heeft ook geen brand- en slachtoffers nodig.
Bij de profeet Jesaja lezen we:
Wat moet ik met al jullie offers? zegt de HEER.
Ik heb genoeg van die schapen, die vetgemeste kalveren; het bloed van stieren, rammen en bokken wil ik niet meer. En verder:
Wanneer jullie je handen opheffen, wend ik mijn ogen af, ook als je aanhoudend bidt, luister ik niet.
God heeft blijkbaar zelfs geen nood aan onze gebeden, toch niet deze waarin we vragen
om ons te voorzien in beveiliging, bevrediging en bevestiging. Jezus leert ons trouwens in de Bergrede:
Vraag je dus niet bezorgd af: “Wat zullen we eten?”
of: “Wat zullen we drinken?” of: “Waarmee zullen we ons kleden?” – dat zijn allemaal dingen die de heidenen najagen.
Jullie hemelse Vader weet wel dat jullie dat alles nodig hebben.
Maar God heeft mensen nodig. God heeft ons nodig.
Homilie voor de 31ste zondag door het jaar A 5 november 2023
Homilie voor de 31ste zondag door het jaar A 5 november 2023
“We hebben de mond vol over synodaliteit,
maar tegelijk zie je steeds meer jonge priesters een boordje dragen.”
Deze opmerking is te lezen in een bijdrage van theoloog Stijn Van den Bossche in een nummer van het weekblad Tertio (18 oktober 2023).
Het zwarte kostuum met zwart hemd en wit boordje
is wat kort na het Tweede Vaticaans Concilie gedragen werd ter vervanging van de zwarte soutane,
die vanaf de 16de eeuw de officiële priesterkledij werd en dit, om de priester duidelijk herkenbaar te maken.
Van den Bossche betwijfelt of in deze tijd deze priesterkledij
- ook steevast nog voorkomend in veel antikerkelijke cartoons – nog wel de herkenbaarheid van de priester dient
en of het geen vorm van terugkerend klerikalisme is, hetgeen precies het tegendeel is van ‘synodaliteit’,
hetgeen letterlijk betekent: ‘als gelijken dezelfde weg gaan’. Hij bepleit ook de afschaffing van de kerkelijke titulatuur
- eerwaarde, zeereerwaarde, monseigneur, excellentie, eminentie -
Homilie voor de 30ste zondag door het jaar A 29 oktober 2023
Homilie voor de 30ste zondag door het jaar A 29 oktober 2023
Dat liefde als een gebod gepresenteerd wordt
komt vreemd over voor mensen die aan liefde denken als aan een emotie
die samenhangt met sympathie, genegenheid en seksuele aantrekkingskracht.
Als liefde in geloofstaal als gebod gepresenteerd wordt
betekent dit dat liefde erkend wordt als iets wezenlijks voor de mens. Dat wil zeggen dat men geen mens, geen echt mens kan worden en zijn,
dat men geen volgroeid en volwassen mens kan zijn, zonder lief te hebben. Of anders gezegd: liefde is wat ons mens doet zijn,
wat ons werkelijk als mens doet leven.
En wat in geloofstaal met liefde bedoeld wordt is meer dan seksuele aantrekkingskracht, meer zelfs dan spontane en intuïtieve genegenheid en sympathie.