Homilie voor de 20ste zondag door het jaar B 18 augustus 2024
Homilie voor de 20ste zondag door het jaar B 18 augustus 2024
Het mithraïsme, ook wel de Mithrascultus genoemd, was een mysteriecultus rond de
god Mithras, die van de late eerste eeuw tot de late vierde eeuw beoefend werd in grote delen van het Romeinse Rijk. De ‘liturgie’ van deze cultus vertoonde veel gelijkenissen met de
eucharistie in die zin, dat de geïnitieerden het vlees van een offerstier aten en zijn bloed dronken om kracht en vruchtbaarheid te verwerven
Jezus stelt zichzelf voor als brood dat moet gegeten worden
en ook als vlees dat moet gegeten en bloed dat moet gedronken worden. Voor ons, die vertrouwd zijn met de instellingswoorden van de eucharistie, klinkt dat alles niet zo vreemd, maar voor Jezus’ Joodse geloofsgenoten was dit wellicht zeer ergerlijke taal.
Homilie voor de 19de zondag door het jaar B 11 augustus 2024
Homilie voor de 19de zondag door het jaar B 11 augustus 2024
Dead Man Walking
Het aanvankelijke enthousiasme over Jezus bij de mensen ebt weg en daarmee ook Jezus’ succes en aantrekkingskracht.
Het gejuich verandert in gemor.
En dat gemor vindt zijn oorzaak in ergernis:
'Is dit niet Jezus, de zoon van Jozef, en kennen wij zijn vader en moeder niet? Hoe kan Hij dan zeggen: Ik ben uit de hemel neergedaald?'
Deze ergernis hangt samen met onbegrip. Zijn streekgenoten kunnen of willen
Jezus niet erkennen als iemand van hemelse afkomst, als iemand die wel degelijk door God gezonden is.
Want Hij is iemand van hen, ze kennen Hem van kindsbeen aan. Ze zien alleen Jezus als de mens die ze kennen,
en aanvaarden als waarheid over wie Hij is alleen wat ze weten, weten uit eigen beperkte ervaring of weten van horen zeggen.
Ze kennen alleen Jezus’ aardse vader: Jozef.
Ook ons kennen van wie mensen eigenlijk zijn is beperkt.
Onze kennis van wie mensen zijn, hun zgn. identiteit, beperkt zich gewoonlijk tot hun afkomst, hun huidskleur, hun geaardheid, hun opvoeding,
hun woonplaats, hun beroep, hun relaties, hun aardse prestaties,
of hun misdaden….
Maar meestal erkennen we niet dat mensen ‘eigenlijk’ meer zijn dan dat.
Dat kunnen we trouwens ook alleen maar
als we met een gelovig oog naar mensen kijken.
Dan kunnen we ook het goddelijke in hen ontdekken.
Maar eerst moeten we dat wellicht in onszelf leren waarnemen.
Homilie voor de 13de zondag door het jaar B 30 juni 2024
Homilie voor de 13de zondag door het jaar B 30 juni 2024
Evangelie: Mc 5, 21-43
In die tijd, toen Jezus weer met de boot overgestoken was stroomde veel volk bij Hem samen. Terwijl Hij zich aan de oever van het meer bevond kwam er een zekere Jaïrus, de overste van de synagoge. Toen hij Hem zag viel hij Hem te voet en smeekte Hem met aandrang: 'Mijn dochtertje ken elk ogenblik sterven, kom toch haar de handen opleggen opdat ze mag genezen en leven.' Jezus ging met hem mee. Een dichte menigte
vergezelde Hem en drong van alle kanten op. Er was een vrouw bij die al twaalf jaar aan bloedvloeiing leed. Zij had veel te verduren gehad van een hele reeks dokters en haar gehele vermogen uitgegeven, maar zonder er baat bij te vinden; integendeel, het was nog erger met haar geworden. Omdat zij over Jezus gehoord had drong zij zich in de
menigte naar voren en raakte zijn mantel aan.
Homilie voor de 14de zondag door het jaar B 7 juli 2024
Homilie voor de 14de zondag door het jaar B 7 juli 2024
Het ongeloof van Jezus’ stadgenoten contrasteert met het geloof waarover we in het evangelie van vorige zondag hoorden,
het geloof waartoe Jezus Jaïrus opriep en waarvan de zieke vrouw blijk gaf. Dat ongeloof wordt mooi omschreven in de profetie van Ezechiël:
niet weten – eigenlijk niet willen weten - dat er een profeet in hun midden is, die profeet niet erkennen en aanvaarden,
de bijzondere band die deze mens met God heeft niet inzien, niet aanvoelen, niet dulden, niet willen. Waarom niet?
Homilie voor de 12de zondag door het jaar B 23 juni 2024
Homilie voor de 12de zondag door het jaar B 23 juni 2024
We hebben ooit al eens gezegd
dat het de bedoeling is van de evangelist Marcus
met zijn evangelie voor doopleerlingen duidelijk te maken wie Jezus is, de Jezus in wie ze willen geloven, die ze willen navolgen.
En het antwoord op de vraag wie Jezus is,
wordt meteen al gegeven in het opschrift van het evangelie:
Begin van de Blijde Boodschap van Jezus Christus, de Zoon van God.
Jezus is de Christus, de mens in wie Gods Geest aanwezig is. Jezus is de Zoon van God, de aan God gelijke mens.
Zo’n mens kunnen we ook worden in navolging van Jezus.
Het verhaal van het stillen van de storm wil dat ook aantonen. Jezus is diegene die in zich Gods scheppingskracht draagt,
een herscheppende en genezende scheppingskracht, een kracht waarmee Hij de chaos beheerst,
waardoor Hij met een krachtig woord orde op zaken stelt,
iemand in wiens gezelschap men zich volkomen veilig weet, tenminste als je in Jezus de Zoon van God erkent,
hetgeen de leerlingen in de boot duidelijk niet doen, want anders zouden ze niet zo bang en laf zijn.
Zijn ook wij soms zo bang en bij wijlen ook zo laf?