Homilie voor de eerste zondag van de 40-dagentijd B 18 februari 2024
Homilie voor de eerste zondag van de 40-dagentijd B 18 februari 2024
Het evangelie van deze zondag bestaat uit twee korte delen en geeft ons dus de gelegenheid onze aandacht te schenken
of aan de woestijnervaring van Jezus of aan de korte inhoud van zijn verkondiging.
We kiezen bij het begin van onze 40-dagentijd
- misschien ook onze woestijnperiode - voor Jezus’ woestijnervaring.
Anders dan in het evangelie van Matteüs en Lucas krijgen we bij Marcus
daarover geen uitgebreid bekoringsverhaal maar een kort bericht met drie elementen: de Geest drijft Jezus naar de woestijn;
Jezus verblijft er veertig dagen en wordt er wellicht ook veertig dagen op de proef gesteld; een paradijselijk einde van harmonie met wilde dieren en engelen.
Onze overwegingen bij dit alles beginnen we bij de eerste lezing waarin we het slot beluisterden van het zondvloedverhaal.
Met de zondvloed heeft God afgerekend met heel de zondige mensheid en Hij schenkt aan de mensen nu een nieuw begin.
En Hij belooft daarbij dat Hij nooit meer met het kwaad zal afrekenen door een totale vernietiging van de schepping.
We zullen dus dan ook zolang de schepping duurt met het kwaad moeten leren leven. Zowel het kwaad in de wereld, om ons heen, als met zwakheid en kwaad in eigen leven.
En het ziet er zo naar uit, want het kwaad lijkt ons een macht
die onze krachten te boven gaat en in staat is ook goede mensen te perverteren. Toch verlangen we ervan verlost te worden en we bidden daarvoor.
Op Pasen vieren we dat Jezus de macht van het kwaad overwonnen heeft en Hij ons van de macht van het kwaad verlost heeft.
Maar daar merken we in de wereld, in de Kerk en in eigen leven nog niet te veel van. Toch heeft Hij in eigen leven de macht van het kwaad gebroken
en heeft Hij ons een weg getoond hoe met het kwaad om te gaan.
Homilie voor de 6de zondag door het jaar B 11 februari 2024
Homilie voor de 6de zondag door het jaar B 11 februari 2024
Gevangenissen zijn als ‘melaatsenkolonies’?
(Morgan Freeman als gevangene Ellis Boyd in The Shawshank Redemption.)
Het Marcusrelaas van Jezus’ optreden blijft voor de derde zondag op rij een succesverhaal. Iedereen blijft Hem zoeken en de mensen komen Hem van alle kanten tegemoet.
Toch is er voor de aandachtige lezer ook een niet succesrijk gegeven in het verhaal. Jezus slaagt er niet in dit “succes” te stoppen,
noch door zich terug te trekken op eenzame plaatsen,
noch door de genezen melaatse te verbieden zijn genezing in de krant te plaatsen of erover te getuigen in een praatprogramma of documentaire.
Jezus’ dankt zijn succes blijkbaar niet aan Hemzelf, het overkomt Hem.
Homilie voor de vierde zondag van het jaar B 2024
Homilie voor de vierde zondag van het jaar B
28 januari 2024
Evangelie: Mc 1, 21-28
In die tijd kwamen Jezus en zijn leerlingen in Kafarnaum, en op de eerstvolgende sabbat ging
Hij naar de synagoge waar Hij als leraar optrad. De mensen waren buiten zichzelf van
verbazing over zijn leer, want Hij onderrichtte hen niet zoals de Schriftgeleerden maar als
iemand die gezag bezit. Er bevond zich in hun synagoge juist een man die in de macht was
van een onreine geest en luid begon te schreeuwen: 'Jezus van Nazareth, wat hebt Gij met
ons te maken? Ge zijt gekomen om ons in het verderf te storten. Ik weet wie Gij zijt: de
Heilige Gods.' Jezus voegde hem toe: 'Zwijg stil en ga uit hem weg.' De onreine geest
schudde hem heen en weer, gaf nog een luide schreeuw en ging uit hem weg. Allen stonden
zo verbaasd dat ze onder elkaar vroegen: 'Wat betekent dat toch? Een nieuwe leer met
gezag! Hij geeft bevel aan de onreine geesten en ze gehoorzamen Hem.' Snel verspreidde
zijn faam zich naar alle kanten over heel de streek van Galilea.
Homilie voor de 5de zondag door het jaar B 4 februari 2024
Homilie voor de 5de zondag door het jaar B 4 februari 2024
Iedereen zoekt hem en vindt hem, ook in Zuid-Afrika!
Iedereen zoekt U!
Het verhaal van Jezus in het Marcusevangelie is tot nu toe een succesverhaal. Er is nog geen sprake van verwerping, vervolging en lijden.
Maar wij kennen het vervolg. En misschien kunnen we ook dat succes relativeren.
In het beeld, dat de evangelist van Jezus brengt, zien we drie aspecten van Jezus’ leven. De twee eerste zijn door iedereen gekend:
de verkondigende, onderrichtende Jezus en de genezende Jezus.
Het derde aspect van Jezus’ leven, van zijn bezigheden,
wordt alleen gekend door Simon Petrus en diens metgezellen: de biddende Jezus. Maar voor die Jezus is er blijkbaar bij Simon Petrus niet veel aandacht en geduld. Hij dringt er bij Jezus op aan terug naar de Hem zoekende mensen te gaan:
back to business! En dat is: zieken genezen en bezetenen bevrijden. Die verkondiging kan er wellicht ook bijgenomen worden,
want – zo hoorden we vorige zondag - ook die vonden de mensen nieuw en boeiend. En we weten: nieuwe mesjes snijden goed!
Maar zijn de mensen wel zo enthousiast voor de oproep van Jezus tot bekering en hoe enthousiast zullen ze zijn als Jezus oproept
tot zelfverloochening en deelname aan het lijden omwille van het Rijk Gods? Er is veel enthousiasme en aanhang voor de genezende Jezus.
Er is interesse en wat aandacht voor de verkondigende Jezus. Er is blijkbaar geen aandacht en tijd voor de biddende Jezus. We moeten het ook durven toegeven:
als de Kerk alleen een biddende en verkondigende Kerk was geweest
dan had ze in het verleden nooit zoveel succes, aanzien en macht verworven. Maar ze heeft ontzettend veel genezend en bevrijdend werk verricht,
ze had op sociaal, cultureel en politiek vlak enorme betekenis.
Homilie voor het hoogfeest van de geboorte van de Heer 25 december 2023
Homilie voor het hoogfeest van de geboorte van de Heer 25 december 2023
Zij legde Hem neer in een kribbe,
omdat er voor hen geen plaats was in de herberg.
Er is hier geen sprake van een hotel of B&B zoals wij die kennen en waar Jozef en Maria niet welkom zouden geweest zijn omdat ze arme mensen of vreemdelingen waren.
Ze waren in Bethlehem geen ‘vreemdelingen’
en we mogen ons toch wel ernstig de vraag stellen
of Jezus’ ouders zo’n arme en onbemiddelde mensen waren. Het Griekse woord kataluma,
dat voor ons vertaald werd als ‘herberg’, betekent ‘bovenzaal’ en ieder redelijk huis beschikte over een vertrek, een bovenzaal, waar men gasten kon logeren.