Getuigenissen stille abdijdagen Orval 2018
Vol dankbaarheid en zeer gesterkt kijk ik terug op de stilteretraite.
Wat geeft het me altijd weer veel.
Het was fijn om zondag al aan te komen, zodat ik me op maandag helemaal kon afstemmen op de rust en stilte. Het is altijd weer bijzonder om aan te komen rijden en van verre het enorme Maria beeld te zien, die je als het ware wenkt. Wanneer ik over de drempel kom, overvalt me steeds weer een soort gevoel van thuiskomen.
Getuigenissen Stille Abdijdagen Orval 2017
STILLE ABDIJDAGEN ORVAL mei 2017
Getuigenissen van deelnemers
ORVAL: schoonheid, verbondenheid, wijsheid!
We denken inderdaad met veel warmte terug aan Orval, en de kaars heeft een ereplaatsje gekregen.
Eén puntje geven … sorry, maar dat lukt niet. We hebben er gisteravond wat over gepraat, en willen er drie meegeven:
We zijn geraakt door de overweldigende schoonheid van Orval. De sobere lijnen en ritmes van de architectuur, verstilde beelden, een gouden gloed over alles, de schitterende glasramen en tuin met oude bomen, het gezang van de monniken en het gezang van de vogels … Het was alsof je een hele dag schoonheid dronk, waar je ook keek of luisterde: schoonheid.
We waren ook geraakt door de verbondenheid. Het is onvoorstelbaar hoe verbondenheid kan groeien, al wissel je geen woord met elkaar: verbondenheid met de biddende groep, en verbondenheid met de gemeenschap van monniken. Verbondenheid met God was geen hoog ideaal, waarnaar gestreefd moest worden - in deze sfeer van schoonheid en onderlinge verbondenheid was dit net zo natuurlijk als een teug zuurstof, een glas water, of … een glas Orval.
Last but not least waren we geraakt door de inleidingen van priester Dirk. Wijsheid, humor en bewogenheid gingen hier samen, en dan kan er inzicht doorbreken.
Dus, een welgemeende dankjewel, aan jou en het hele team om zoiets te organiseren en in de beste banen te leiden, aan Dirk om zo veel van zichzelf te geven, aan de gemeenschap van Orval om een trouwe gastheer te zijn!
KV & JG Drongen
Uit het onderricht van John Main en Laurence Freeman
Laurence FREEMAN
De natuur is stil omdat zij niet pretendeert anders te zijn dan zij is, en ze probeert al evenmin te communiceren. Een rots, een boom, de zee, ze zijn niet te vertalen. Door te zijn wat ze zijn, ontstaat er gemeenschap; wanneer wij alles aanvaarden en respecteren, komen we tot de contemplatie van de natuur, wat naar ontzag voor de hele schepping van God voert. In de stilte, door onszelf te zijn in het nu-moment, bewegen we van de contemplatie van de natuur naar de contemplatie van God en realiseren we een harmonie met God, de mensheid en de natuur.
Als we eenvoudig onszelf zijn, zijn we stil. Meditatie is het pad van stilte, omdat het ons aanzet tot de aanvaarding en de verering van onze eigen aard. We spelen geen komedie, we poseren noch communiceren. Als we tot deze stilte komen, ontdekken we dat we het menszijn delen met iedere persoon op deze planeet.
Onze wereld, onze steden, onze oorden voor opvoeding, debat, genezing, administratie en productie hebben behoefte aan stil te: niet om te ontsnappen aan de werkelijkheid van onze problemen, maar om een ontmoeting van eenheid tot stand te brengen tussen de gewone realiteit van het menszijn en datgene wat ze weerspiegelt en wil vereren.
Getuigenissen Stille Abdijdagen Orval 2016
“DANKEN, DIENEN EN DRAGEN”
DE EVANGELISCHE SPIRITUALITEIT VAN FRANCISCUS VAN ASSISI
Onlangs kende ik weer de grote vreugde om enkele dagen in de Trappistenabdij van Orval te mogen verblijven. Dit in het kader van de Stille Abdijdagen van 23 tot 26 mei, ingericht door het Open Contemplatief Huis (*), een mede door mij opgerichte gemeenschap, die tot doel stelt de contemplatieve dimensie van het geloof uit te dragen en te beleven. Tijdens deze Stille Abdijdagen haalde ik de mosterd voor de zeven conferenties, die ik er mocht verzorgen, uit een boek over de spiritualiteit van Franciscus van Assisi. Enkele jaren geleden had ik tijdens Stille Abdijdagen in de Trappistenabdij van Scourmont-Chimay (gewoonlijk in oktober) ook al eens stilgestaan bij de spiritualiteit van de ‘L’infinitamente piccolo’(**). Leidraad was dan het boek van Sigismund VERHEIJ en Theo ZWEERMAN, Om respect en mededogen.
Onderricht 2 oktober 20181
Bron: Thomas KEATING, Leven uit liefde. Het pad naar christelijke contemplatie, Kok-Utrecht, 2017, blz. 37-56
We kunnen het verlangen koesteren ‘cool’ of ‘zen’ door het leven te gaan
en ons te laten zien en kennen als mensen die zichzelf onder controle hebben
en dus hun emoties de baas zijn
en anderen op dat vlak tot stichtend voorbeeld zijn.
We zijn er misschien ook wel van overtuigd
dat we dankzij meditatie dat ook ooit wel gaan kunnen.
Daarnaast zullen we angstvallig ons gedrag in de gaten houden
en ons uiterste best doen om niet in de valkuilen van onze emoties te trappen.
Indien dat lukt kan ons dat bijwijlen nog het goede gevoel geven
dat we wel degelijk weer goed bezig waren.
Het zou echter best kunnen zijn dat heel dat controle-denken en -gedrag
ook één van onze emotionele geluksprogramma’s is,
hoe nuttig en aangenaam sociaal gezien het eventueel ook kan zijn.
Maar dan heeft dit ‘zen-gedrag’ niets te maken
met het innerlijk tot rust gekomen zijn
waaraan pijnlijke uitzuivering vooraf gegaan is.
Emoties zijn er nu eenmaal.
Ze liggen als mogelijkheden in onze natuur klaar.
Ze worden geactiveerd als onze behoeften en verwachtingen
niet beantwoord worden, als ons programma niet gerealiseerd wordt.
De meeste van onze behoeften en verwachtingen zijn gelinkt
met de meest fundamentele nood aan veiligheid, waardering,
bevrediging, hechting en een zekere macht en controle over ons eigen bestaan.
Deze behoeften doen de emotionele geluksprogramma’s ontstaan,
de denk-, spreek- en handelswijzen die ons onechte ik vormen.
Het komt er niet op aan emotieloos te leven.
Het komt er op aan emoties te integreren in een andere levensoriëntatie,
waarin het ik gewoon niet meer centraal staat.
Dat is een stille Copernicaanse revolutie die door de praktijk van meditatie
begeleid en ondersteund kan worden,
tenminste als deze meditatiepraktijk na verloop ook geen deel uitmaakt
of blijft uitmaken van een emotioneel geluksprogramma.
Bewust ons best doen om ons gedrag te veranderen is onvoldoende.
Het vaak onbewuste waardensysteem van het onechte ik moet veranderen
en dat kan alleen door een gezuiverd worden,
een goddelijke therapie waaraan de praktijk van het contemplatieve gebed,
van meditatie natuurlijk deel aan heeft.
Zo hebben boosheid, verbittering, en trots als emotie
veel te maken met de nood aan erkenning en waardering
en met de daaraan gekoppelde geluksprogramma’s
van iets willen bereiken en realiseren, van willen presteren,
van willen beantwoorden aan een ideaal.
Lukt dat niet, dan worden die boosheid,
verbittering en je gekwetst voelen geactiveerd,
en dan komt agressie, of gefrustreerd je terugtrekken
of jezelf afwijzen ten tonele.
En er staat nog een arsenaal aan middelen klaar.
We denken dat de anderen de pijnlijke emoties veroorzaken
en dus onze reacties hebben uitgelokt en er daardoor ook schuldig aan zijn.
Maar we dienen te bedenken dat anderen of een gebeurtenis
slechts de aanleidingen zijn, niet de echte reden.
De reden is gelegen in onszelf,
in de oriëntatie die in onze geluksprogramma’s gelegen is.
‘U kwetst mij’ is niet in alle, maar in veel gevallen:
‘Mijn ik, mijn ego voelt zich gekwetst.’
Er is nood aan heroriëntatie:
we moeten ophouden met oog te hebben voor eigen behoeften
en gewoon oog hebben voor die van anderen.
We moeten dus ook innerlijk onze aandacht van onszelf afwenden.
In het evangelie van zondag laatst bracht Jezus deze levenswijsheid
met een schrikwekkende plastische beeldspraak tot uiting:
Dreigt uw hand u aanleiding tot zonde te geven, hak ze af;
het is beter voor u verminkt het leven binnen te gaan
dan in het bezit van twee handen in de hel te komen, in het onblusbaar vuur. Het is beter voor u kreupel het leven binnen te gaan
dan in het bezit van twee voeten in de hel te worden geworpen.
Het is beter voor u met een oog het Rijk Gods binnen te gaan
dan in het bezit van twee ogen in de hel te worden geworpen,
waar hun worm niet sterft en het vuur niet gedoofd wordt.'
(Mc 19)
Het afhakken en uitrukken van ledematen en ogen betekent eigenlijk
hen radicaal op non-actief zetten.
Dit is het wat we doen als we stil worden en non-actief worden
en ook ons rusteloos denken op non-actief zetten,
door onze aandacht schenken aan ons gebedswoord
waarmee we onze aandacht richten op Gods aanwezigheid.
Dat we bij ons dienstbaar en liefdevol aanwezig zijn bij anderen
ook best geen aandacht schenken aan onszelf,
kunnen we wat helpen realiseren door wat de traditie ‘schietgebeden’ noemt,
eigenlijk het uitspreken van een korte gebedszin
waarmee we onze aandacht in ons centrum en bij onze medemens plaatsen.