Onderricht 21 februari 2017
dinsdag 21 februari 2017
Bron: Thomas KEATING, Open Mind. Open Heart. The Contemplative Dimension of the Gospel, Bloombury, 2006, blz. 120-128: Summary of the Centering Prayer Method
Het contemplatieve gebed wordt in deze dagen niet opnieuw uitgevonden maar er kan wel sprake zijn van een zekere up-dating en systematisering ervan. Het contemplatieve gebed wil ook andere gebedsvormen niet vervangen of afschaffen maar het plaats ze in het juiste perspectief, zegt wat bidden eigenlijk is: bewust erkennen van en instemmen met Gods aanwezigheid, niet uit zijn op geestelijke of andere bijzondere ervaringen maar je laten omvormen en die omvorming laten vrucht dragen in het leven.
Het contemplatieve gebed als methode, de meditatie als discipline, is erop gericht onthecht te worden van alles wat het bewust worden en het bewust zijn van Gods aanwezigheid verhindert, wat het instemmen met die aanwezigheid verhindert en wat de omvorming tegenwerkt (wat de genade tegenwerkt).
Onderricht 7 februari 2017
dinsdag 7 februari 2017
Bron: Thomas KEATING, Open Mind. Open Heart. The Contemplative Dimension of the Gospel, Bloombury, 2006, blz. 115-119: An Intensive Centering Prayer Retreat
Het is duidelijk dat een wat langere tijd mediteren de ervaring van innerlijke stilte kan verdiepen. Maar uiteraard is het nastreven van een innerlijk vredig gevoel niet het doel van ons mediteren. Het klopt dat bij die diepere stilte-ervaring de tijd sneller voorbij lijkt te gaan. Dat komt omdat tijdservaring verbonden is aan waarneming. Als je minder waarneemt is er dus ook minder tijdsbewustzijn en als we mediteren is ons onderzoekend en aan alles klevend waarnemen stilgezet. We moeten in ieder geval ook ons gebed, ons mediteren niet onderzoekend waarnemen. Want als je de waarnemer bent van je inwendig gebed loop je het risico te oordelen over de kwaliteit van je gebed. Waarnemen houdt snel het risico in met oordelende gedachten bekleed te worden. Een diepere stilte-ervaring kan wel innerlijke rust met zich meebrengen. Een overgang van onrust naar rust is te verklaren omdat je innerlijke weerstand tegen stilte op de duur ook moe wordt en het opgeeft. Daarom moet je een voldoende lange tijd mediteren om je onrust de kans te geven het op te geven.
Onderricht 3 januari 2017
dinsdag 3 januari 2017
Bron: Thomas KEATING, Open Mind. Open Heart. The Contemplative Dimension of the Gospel, Bloombury, 2006, blz. 78-94: More Subtle Kinds of Thoughts
We kunnen twee categorieën van “gedachten” onderscheiden, van al datgene wat onze aandacht trekt en waaraan we geneigd zijn onze aandacht te wijden, eerder dan aan de aanwezigheid van het goddelijke mysterie in ons. De eerste reeks “gedachten” zijn deze welke vooral in het begin van onze meditatietijd aanwezig kunnen zijn: geluiden van buitenaf; de zaken waarmee we actueel bezig zijn en soms tot vlak voor de meditatietijd en die ons gedachten, overwegingen, emotioneel denken, reflecties en planningen bezorgen; herinneringen; plannen en ideeën over de verre toekomst; plotse invallen; emotioneel geladen gedachten en gevoelens. De tweede reeks “gedachten” komen er wanneer er in ons al een zekere toestand van rust en vrede zich geïnstalleerd heeft. Dan kan wel eens de gedachte komen dat we “goed bezig zijn”, vooruitgang maken, of ons kan het verlangen besluipen om voor iemand te bidden, hetgeen meestal een emotionele verbondenheid met iemand als oorzaak heeft. Dan zijn er ook nog allerhande vrome gedachten en verlangens en inspiraties die we zeker niet als goddelijke inspiratie moeten beschouwen. Het zijn illusies. Het dromend, analyserend en reflecterend denken aan of over God is zeker geen ervaring van God! Het is precies hetgeen de ervaring van God afblokt! Zoals iemand dit in een stil moment meent te moeten zeggen: “Het is hier wel stil!” – “Inderdaad, tot nu was het stil. Je reflecterend spreken maakt de stilte en de ervaring ervan stuk.”
Onderricht 17 januari 2017
dinsdag 17 januari 2017
Bron: Thomas KEATING, Open Mind. Open Heart. The Contemplative Dimension of the Gospel, Bloombury, 2006, blz. 95-114: More Subtle Kinds of Thoughts
Het doel van meditatie is niet het bekomen van een vredig gevoel, noch enig gewin op fysisch, psychisch of sociaal vlak. Het doel is: eenheid met God. En deze eenheid uit zich in een liefdevol gedrag, in het stil worden dat als een tweede natuur wordt, in een onthecht leven, in het vermogen om de realiteit met al zijn moeilijkheden (de realiteit van het leven, van de anderen, van mezelf) te aanvaarden en in het opnemen van verantwoordelijkheid. Dit alles maakt duidelijk dat eenheid met God niet hetzelfde is als je happy voelen. Het onvermogen om de realiteit te aanvaarden kan er dan weer voor zorgen dat mensen stilte en eenzaamheid ontvluchten. Want stilte en eenzaamheid zijn wegen van innerlijke zuivering. We worden er dan geconfronteerd met datgene dat ons blokkeert en waarvan we moeilijk onthecht geraken. Daar is vooreerst onze emotionaliteit: het residu van traumatische emotionele ervaringen (recente, uit onze volwassenheid, eerdere, uit onze kinderjaren. Die emotionaliteit kan zich uiten in een vaag gevoel van onbehagen of in gedachten met een emotioneel urgent karakter. Vervolgens is er de mogelijke confrontatie met onze ‘schaduwzijde’. De gedachten, verbeeldingen en invallen tijdens ons mediteren tonen ons aan dat we mensen zijn, geen engelen, duwen ons in wat wij ‘onvolmaaktheid’ noemen: onze begeerten, onze zelfzucht, onze haat, onze jaloezie, maar ook ons verdriet en gemis. Dit alles kan mensen er toe leiden op te houden met te mediteren.
Onderricht 20 december 2016
dinsdag 20 december 2016
Bron: Thomas KEATING, Open Mind. Open Heart. The Contemplative Dimension of the Gospel, Bloombury, 2006, blz. 65-77: The Birth of Spiritual Attentiviness
Uiteraard vergt meditatie, het contemplatieve gebed, een “inspanning”: trouw aan de dagelijkse regelmaat, een discipline en ook een zekere ascese in de leefstijl. Toch is meditatie geen kwestie van wilskrachtig een bepaald effect of resultaat nastreven zoals het beheersen van een instrument. Meditatie is geen zaak van “effectiviteit”, maar wel van “affectiviteit”. Maar affectiviteit betekent niet “emotionaliteit”, de gehechtheid aan emoties. We beogen precies een onthechting van emotionaliteit hetgeen niet hetzelfde is als ontkennen en verdringen van emoties. Emotionaliteit is instemmen met een emotie, een nood, een behoefte. Affectiviteit is instemmen met een diep verlangen. Dit onderscheid is voor velen niet onmiddellijk duidelijk! Zowel het emotionele gebed als het wilskrachtige bidden zijn illusies van het ego, het valse zelf. Het gebedswoord of de mantra is dan ook geen techniek van de wil of uiting van een emotie, maar een uiting van affectieve instemming met Gods aanwezigheid, met de door Hem gegeven eenheid.