Tekst en Onderrichtingen maart 2019
DE JUISTE MAAT VAN WERK EN RIJKDOM
“Ieder mag er zoveel van nemen als hij voor zijn familie nodig heeft.”
(Exodus 16,2-31)
Bijbellezing uit het boek Exodus:
16, 2 Toen ze in de woestijn waren,
begon heel de gemeenschap van de Israëlieten te morren tegen Mozes en Aäron.
3 De Israëlieten zeiden tegen hen:
`Waren we maar door Jahwe's hand gestorven in Egypte,
waar we bij de vleespotten zaten en volop brood konden eten.
Jullie hebben ons alleen maar naar de woestijn gebracht
om al deze mensen van honger te laten omkomen.'
4 Toen sprak Jahwe tot Mozes:
‘Ik zal brood voor u laten regenen uit de hemel.
De mensen moeten er dagelijks op uit gaan
en de hoeveelheid voor een dag verzamelen.
Dan kan Ik vaststellen of het mijn leiding wil volgen of niet.
5 Maar op de zesde dag moeten ze eens zo veel verzamelen
en toebereiden als op andere dagen.'
6 Mozes en Aäron zeiden toen tot de Israëlieten:
`Vanavond nog zult u weten
dat het inderdaad Jahwe was die u heeft weggevoerd uit Egypte.
7 En morgenochtend zult u de heerlijkheid van Jahwe aanschouwen.
Want Jahwe heeft het gemor tegen hem gehoord.
Wie zijn wij, dat u zo mort tegen ons?'
8 Mozes zei verder: `
Vanavond zal Jahwe zelf u vlees te eten geven en morgenochtend volop brood.
Want Jahwe heeft uw gemor tegen hem gehoord.
Tekst en onderricht 12 februari 2019
DE BIJBEL BLIJFT INSPIREREN
OORSPRONG EN DOEL VAN ONS MENS-ZIJN
“God heeft de mensen bekleed met een kracht als de zijne.”
(Jezus Sirach 16,24 – 17,14)
Bijbellezing uit het boek Wijsheid van Jezus Sirach:
16, 24
Luister naar mij, mijn zoon, en laat u onderrichten
en neem mijn woorden ter harte.
25 Weloverwogen onderwijs zal ik geven
en ik zal mijn kennis nauwgezet mededelen.
26 De werken van de Heer zijn van het begin af door Hem geschapen
en van hun schepping af heeft Hij aan ieder werk zijn plaats gegeven.
27 Hij heeft hun werkzaamheden voor altijd geordend
en hun heerschappij geregeld naar hun aard.
Zij komen niet te kort en worden niet moe
en leggen hun werkzaamheden nooit neer.
28 Zij brengen elkaar niet in verdrukking
en tot in eeuwigheid zijn zij gehoorzaam aan zijn woord.
29 Daarna heeft de Heer op de aarde neergezien
en haar met zijn goede gaven gevuld.
30 Met allerlei levende wezens heeft Hij haar aanschijn bedekt
en zij keren tot haar weer terug.
17, 1 De Heer heeft de mens uit de aarde geschapen
en heeft hem weer tot haar doen terugkeren.
2 Hij schonk hun een aantal dagen en een bestemde tijd
en gaf hun de macht over de dingen op de aarde.
Tekst en onderricht december 2018
RECHTVAARDIGHEID, HERSTEL VAN VRIJHEID EN WAARDIGHEID
“Benadeel uw volksgenoot niet, heb eerbied voor uw God.” (Leviticus 25, 1-22)
Bijbellezing uit het boek Leviticus:
1 Jahwe sprak tot Mozes op de Sinaï:
2 Zeg aan de Israëlieten: Wanneer gij in het land komt dat Ik u schenk,
moet het land sabbat houden ter ere van Jahwe.
3 Zes jaar kunt ge uw akkers inzaaien,
zes jaar kunt ge uw wijngaarden snoeien en de oogst binnenhalen,
4 maar in het zevende jaar zal het grote sabbat zijn voor het land.
Dan moogt gij uw akker niet inzaaien, uw wijngaard niet snoeien,
5 de nagroei van het vorige gewas niet oogsten
en de druiven van uw ongesnoeide wijngaard niet plukken.
Het land zal een heel jaar sabbat houden.
6 Wat het land tijdens de sabbat uit zichzelf voortbrengt,
zal voldoende zijn om uw slaaf en slavin,
de dagloners en de buitenlanders, die bij u wonen, te voeden.
7 Ook uw vee en de andere dieren in uw land zullen daarvan kunnen eten.
Tekst en onderricht 8 januari 2019
DE BIJBEL BLIJFT INSPIREREN
NIET MET GEWELD GRIJPEN WAT MET LIEFDE GEGEVEN WORDT
“De geur van een akker die door God is gezegend.” (Genesis 27, 1-29)
Bijbellezing uit het boek Genesis:
Isaak was oud geworden en zijn ogen werden zo zwak dat hij niet meer kon zien. Daarom riep hij zijn oudste zoon Esau bij zich en zei:
`Mijn zoon.' Hij antwoordde: `Wat wilt u?'
2 Isaak zei: `Hoor eens, ik ben een oud man
en ik weet niet hoelang ik nog te leven heb.
3 Neem daarom je wapens, je pijlkoker en je boog,
ga erop uit en schiet een stuk wild voor mij.
4 Maak dan een smakelijk maal gereed, zoals ik het graag heb,
en dien het mij op, zodat ik ervan kan eten.
Daardoor zal ik de kracht krijgen om je mijn zegen te geven, voordat ik sterf.'
5 Tijdens dat gesprek van Isaak met zijn zoon Esau had Rebekka staan luisteren.
Zodra Esau erop uit was gegaan om een stuk wild voor zijn vader te schieten,
6 zei Rebekka tot haar zoon Jakob:
`Hoor eens, ik heb je vader tegen je broer Esau horen zeggen:
7 Breng mij een stuk wild en maak een smakelijk maal voor mij gereed,
zodat ik ervan kan eten.
Tekst en onderrichting november 2018
DE BIJBEL BLIJFT INSPIREREN
12 november 2018
OP WEG NAAR EEN MENSELIJK SAMEN-LEVEN
“Geen volk heft het zwaard meer tegen een ander” (Jesaja 2, 1-5)
Bijbellezing uit de profetie van Jesaja:
2, 1 De openbaring over Juda en Jeruzalem,
die Jesaja, de zoon van Amos, in een visioen ontving.
2 Op het einde der dagen zal het gebeuren,
dat de berg van het huis van Jahwe vast zal staan
als de eerste der bergen, verheven boven de heuvels.
En alle volken stromen naar hem toe,
3 naties gaan op weg en zeggen:
`Komt, laat ons gaan naar de berg van Jahwe,
naar het huis van Jakobs God.
Dan zal Hij ons zijn wegen wijzen,
en wij zullen zijn paden bewandelen.
Ja, uit Sion komt Gods onderricht,
uit Jeruzalem het woord van Jahwe.'
4 Hij zal recht doen tussen de vele volken, en machtige naties tuchtigen.
Dan smeden zij hun zwaarden om tot ploegscharen
en hun speerpunten tot sikkels.
Geen volk heft het zwaard meer tegen een ander
en de oorlog leren ze niet meer.
5 Huis van Jakob, komt, laat ons wandelen in het licht van Jahwe.