Tekst en onderricht 2 november 2021
Bron van het onderricht:
David FRENETTE, The Path of Centering Prayer. Deepening Your Experience of God, Sounds True, Boulder, Colorado, 2017
David Frenette presenteert acht zgn. contemplatieve wijzen van omgaan met het gebedswoord of de mantra
die ons brengen naar een vrijere relatie ermee.
1. In de voorbereidende tijd moeten we ons openstellen voor God en ons oefenen in een houding van ontvankelijkheid. Dat doen we al bij de keuze van het gebedswoord, want met en door dat woord beleven we immers onze ontvankelijkheid en daarom wordt het voor ons een ‘heilig woord’. We moeten het niet beschouwen als een gereedschap dat we bij het begin van onze meditatietijd opnemen, als een verbindingsmiddel met God, als een sleutel die ons direct een te ervaren toegang tot God verleent, als een wapen tegen storende gedachten en emoties. We laten het eerder opborrelen uit onszelf als een ons gegeven woord.
2. In de voorbereidende tijd moeten we leren instemmen met God, toelaten dat Hij in ons aanwezig is en in ons werkt. Daarom kunnen we even beseffen wie Hij voor ons is, maar we kunnen ook bewust worden van zijn aanwezigheid los van ieder beeld van Hem, van ieder concept over Hem, van ieder gevoel
m.b.t. Hem, van iedere gedachte aan Hem. En belangrijk is daarbij en op dat moment het aannemen van een goede ontspannen lichaamshouding.
Onderricht op 5 oktober 2021
Bron van het onderricht:
David FRENETTE, The Path of Centering Prayer. Deepening Your Experience of God, Sounds True, Boulder, Colorado, 2017
Onderricht op 5 oktober 2021
Paus Franciscus definieert een contemplatieve ingesteldheid als de ingesteldheid die het ons iedere dag mogelijk maakt
te ontdekken dat we dragers zijn van een goed dat ons echt mens doet zijn en ons in staat stelt een nieuw leven te leiden.
Het is een leven dat niet gekenmerkt wordt door angst en zelfzucht, maar door liefde, zorg en mededogen voor iedere mens,
voor ieder levend wezen en voor de hele aarde.
Hoe verwerven we deze contemplatieve ingesteldheid?
Hoe worden we ons ieder dag opnieuw bewust
van Gods aanwezigheid in ons, van zijn werkzame aanwezigheid in ons, van zijn transformerende, herscheppende aanwezigheid?
Meditatie wekt in ons dat bewustzijn
en daarvoor hebben we nood aan iets wat daarbij helpt
en waarmee we ons instemmen met die goddelijke aanwezigheid en werkzaamheid uitdrukken.
Het is een kwestie van richten van instemmende aandacht. We hebben er een gebedswoord of mantra voor.
Maar ook de ademhaling of een icoon kan dienstbaar zijn. Of misschien gewoon niets.
Tekst enondeericht juni2022
OPEN CONTEMPLATIEF HUIS
LEERHUIS VOOR BIJBELSE SPIRITUALITEIT
28ste jaargang
“WIE MIJN VOLGELING WIL ZIJN”
Een verkenning van het Marcusevangelie
“Toen keek Jezus hem liefdevol aan….”
(Hubert en Jan van Eyck, Aanbidding van het Lam, detail)
Gebed:
Geef ons Uw Woord, Heer,
en maak ons voor Uw Woord open en aandachtig.
Uw Woord waarin Gij U openbaart en wij ons ware wezen herkennen.
Uw Woord dat ons verruimt en verrijkt, ons inspireert tot het hoogste,
het meest menselijke, het goddelijke.
Uw Woord dat ons leidt
om scheppend en verrijkend in het leven te staan, liefdevol, vredevol en vreugdevol.
Uw Woord dat ons oproept om Uw Zoon te volgen
en deel te nemen aan het Koninkrijk. Geef dat wij er nooit verstoken van zijn. Amen.
Onderricht op 7 september 2021
Bron van het onderricht:
David FRENETTE, The Path of Centering Prayer. Deepening Your Experience of God, Sounds True, Boulder, Colorado, 2017
Onderricht op 7 september 2021
David Frenette was gedurende 34 jaar medewerker, vriend en raadgever van Thomas Keating.
Thomas Keating noemde zijn boek het beste,
meest begrijpelijke en praktische boek over inwendig gebed.
De initiële vraag van het spirituele leven luidt:
hoe kunnen we meer één worden met God? Dat wil eigenlijk zeggen:
hoe kunnen we meer en meer die eenheid
– die er is en wij niet moeten realiseren – ervaren,
en hoe kunnen we meer en meer handelen en spreken vanuit die eenheid? Het antwoord is:
door te oefenen in aandacht, liefdevolle aandacht, een aandacht waarin ons ‘ik’ niet in het centrum staat, eigenlijk praktisch niet meer aanwezig is.
Zo’n leven in eenheid met God,
is leven met de ingesteldheid van Christus,
die met zijn ingesteldheid, zijn bewustzijn, zijn Geest, als de Verrezene in ons aanwezig is.
Die inwonende aanwezigheid is niet het object van fundamentalistisch geloof in een waarheid,
maar van ervaring, een ervaring waarvoor we ons beschikbaar maken, door ons te oefenen in aandacht.
De moeilijkheid van het geloof in die aanwezigheid, dus leven met het bewustzijn van die aanwezigheid,
is de moeilijkheid van de oefening in aandacht, is het aandacht geven, waarbij we instemmen met die aanwezigheid,
hetgeen meer is dan louter verstandelijk instemmen ermee, weet hebben ervan.
tekst en onderricht mei 2022
“WIE MIJN VOLGELING WIL ZIJN” Een verkenning van het Marcusevangelie
Bijbellezing uit het Marcusevangelie:
16, 1 Toen de sabbat voorbij was,
kochten Maria Magdalena, Maria de moeder van Jakobus, en Salome welriekende kruiden om Hem te gaan balsemen.
2 Op de eerste dag van de week, heel vroeg, toen de zon juist op was, gingen zij naar het graf. 3 Ze zeiden tot elkaar:
“Wie zal de steen voor ons van de ingang van het graf wegrollen?”
4 Opkijkend bemerkten ze echter dat de steen weggerold was. En deze was zeer groot.
5 Binnengetreden in het graf zagen ze tot hun ontsteltenis aan de rechterkant een jongeman zitten in een wit gewaad. 6 Maar hij sprak tot haar:
“Schrikt niet, Gij zoekt Jezus de Nazarener, die gekruisigd is. Hij is verrezen. Hij is niet hier.
Kijk, dit is de plaats waar men Hem neergelegd had.
7 Gaat aan zijn leerlingen en aan Petrus zeggen:
Hij gaat u voor naar Galilea,
daar zult ge Hem zien, zoals Hij u gezegd heeft.”
8 De vrouwen gingen naar buiten en vluchtten weg van het graf. Want schrik en ontsteltenis hadden hen overweldigd.
En uit vrees zeiden ze er niemand iets van.
Onderricht
In bijna alle Bijbeluitgaven staan na dit eigenaardige einde van het Mc-evangelie nog een aantal verzen waarin over verschijningen van Jezus sprake is
en waarin er ook een zgn. zendingsbevel van de Verrezene te lezen is.
De berichten van de verschijningen doen er denken aan het relaas
van de verschijning van de Verrezene aan Maria Magdalena in het Jo-evangelie, aan die aan de leerlingen van Emmaüs in het Lc-evangelie
en aan het verhaal van het ongeloof van Thomas, eveneens in het Jo-evangelie. Deze verzen worden door alle exegeten als een latere toevoeging beschouwd.
Ze zijn ook niet te vinden in de oudste manuscripten van het Mc-evangelie. Paulus schrijft aan de Korintiërs:
En wanneer Christus niet is verrezen,
is onze prediking zonder inhoud en uw geloof eveneens. (1 Kor 15,14)
Dit is stellig ook de overtuiging van Marcus.
Maar waarom laat hij dan de verkondiging van de verrijzenis niet feitelijk geschieden in zijn evangelie?
Waarom wordt die kernboodschap dan niet doorverteld, eerst aan de apostelen en dan aan de hele wereld?
Hoe en aan wie en door wie kan die boodschap dan gehoord worden? Maar die boodschap wordt wel degelijk verkondigd.
U hebt hem gelezen. U hebt hem gehoord.