Getuigenissen Stille Abdijdagen Orval 2016

“DANKEN, DIENEN EN DRAGEN”
DE EVANGELISCHE SPIRITUALITEIT VAN FRANCISCUS VAN ASSISIbranduardi

Onlangs kende ik weer de grote vreugde om enkele dagen in de Trappistenabdij van Orval te mogen verblijven. Dit in het kader van de Stille Abdijdagen van 23 tot 26 mei, ingericht door het Open Contemplatief Huis (*), een mede door mij opgerichte gemeenschap, die tot doel stelt de contemplatieve dimensie van het geloof uit te dragen en te beleven. Tijdens deze Stille Abdijdagen haalde ik de mosterd voor de zeven conferenties, die ik er mocht verzorgen, uit een boek over de spiritualiteit van Franciscus van Assisi. Enkele jaren geleden had ik tijdens Stille Abdijdagen in de Trappistenabdij van Scourmont-Chimay (gewoonlijk in oktober) ook al eens stilgestaan bij de spiritualiteit van de ‘L’infinitamente piccolo’(**). Leidraad was dan het boek van Sigismund VERHEIJ en Theo ZWEERMAN, Om respect en mededogen. Levenskunst bij Franciscus en Clara van Assisi. Dit jaar was het het boek van Edith van den GOORBERGH en Theo ZWEERMAN, Franciscus van Assisi. Over zijn evangelische bezieling en de betekenis ervan voor onze tijd. Het was de titel van het boek die me aanzette om het te kopen en aandachtig te lezen. Wat ik er in gelezen heb heeft me enorm geraakt. Ik wil dit in de nabije toekomst op zoveel mogelijk wijzen delen….
Want Franciscus laat ons zien waar het op aankomt als we radicaal Jezus willen navolgen en confronteert ons door zijn radicaliteit en onbuigzaamheid met ons gebrek aan…, zeg maar ‘geloof’. Wat bij Franciscus aan bod komt is het scherpe onderscheid tussen christenen en ‘cultuurchristenen’, voortdurend op zoek naar een compromis tussen de evangelische oproep tot bekering enerzijds en ons ego en de wereld waarin dat ego zich staande houdt. Franciscus leert ons op een gelovige wijze om te gaan met de kwetsbaarheid, afhankelijkheid en wankelbaarheid van ons bestaan. De wereldse manier om daar mee om te gaan is het streven naar bezit, macht en eer, het zoeken naar beveiliging, bevrediging en bevestiging in een in-nemende, veroverende, beschermende, afschermende en zichzelf verheffende houding. Daartegenover plaatst Franciscus een weigeren van het streven naar bezit, macht en eer met een nederig, dankend en vertrouwend hart in een houding van dragen, verdragen, zorg dragen, dienen en ‘teruggeven’. De dankbaarheid en de nederigheid van Franciscus is een verzet tegen wat de auteurs de ‘vergetelheid’ noemen: leven alsof we niet kwetsbaar, eindig, afhankelijk, broos en wankel zijn; leven met een ontkenning dat we geschapen zijn en dat wat behoort tot ons wezen en wat ons echt gelukkig maakt ons gegeven is. Verzet dus tegen een beklemmend bestaan door de jacht op bezit, macht een aanzien, verzet tegen de beklemmende en depressie-wekkende idee dat geluk volledig maakbaar is en wij er totaal verantwoordelijk voor zijn. Franciscus verzet zich ook tegen ‘religieuze vergetelheid’: een vroom en goed zijn waarbij we vergeten dat God de bron in ons is van alle wijsheid en goedheid en moed en kracht, vergeten dat al ons goed zijn slechts een weerspiegeling is van Gods goedheid en liefde. Er is een boek vol Indianenwijsheid dat als titel draagt: Waarom neemt u met geweld wat u met liefde kunt krijgen? Franciscus zou zeggen: Waarom denkt u met veel drukte en zorg en geweld en emotie te moeten maken wat u door God met veel liefde gegeven wordt? Franciscus corrigeert ook ons Godsbeeld en maakt duidelijk dat God niet tot ons komt zoals we menselijk gezien eigenlijk van ‘een god’ verwachten: met rijkdom, macht en aanzien. Het in de Kerk in verleden en heden aanwezige streven naar bezit, macht en aanzien (niet alleen door de clerus…) is een contra-getuigenis, een bedekken van het ware aangezicht van God. Gelukkig waren en zijn er in de Kerk ook christenen die door hun nederigheid, dankbaarheid, vertrouwen, door hun dragen, verdragen, zorg dragen, dienen en ‘teruggeven’, door hun mystiek, verzet en inzet God wel “alle eer aandoen” en zijn ware gelaat laten zien. Er is bij Franciscus veel te leren over de ‘nederigheid’ en de ‘verborgenheid’ van God. En verder…. over gebed en stilte en meditatie die geen vlucht zijn uit de wereld, over geloven als het beleven van een relatie met een liefhebbende God, over vrijheid als het bevrijd zijn van de dogma’s van de wereld (en er zijn er meer dan ‘van de Kerk’), over de ware aard van boete en bekering, over de ware evangelische aard van de vaak zo benadrukte verbondenheid, over de ware aard van vredevol zijn en bekwaam zijn om vrede te stichten, over de ware aard van dienen. Kort: God kunnen zien in zijn nederigheid en verborgenheid, kunnen bidden, waarlijk vrij, verbonden, vredevol en dienstbaar zijn veronderstelt een totale zelf-ontlediging, ontdaan worden van alle ego. (pastoor Dirk)
(*) Alle info op www.opencontemplatiefhuis.be.
(**) ‘De oneindige kleine’: titel van een CD-album van Angelo Branduardi over Franciscus.