Onderricht 06,09,2022

Bron van het onderricht:
Basil PENNINGTON, o.c.s.o., Inwendig gebed. Herontdekken van een oude christelijke manier van bidden. (Engelse titel: Centering Prayer. Renewing an Ancient Christian Prayer Form)

Onderricht op 6 september 2022

Dom André Louf,
de voormalige abt van de trappistenabdij Notre-Dame des Cats, schreef ooit: Maar er wordt zelden gezocht hoe aansluiting te zoeken bij het echte geloof, hoe te luisteren naar de Geest in ons,
en hoe te leren leven en liefhebben vanuit dit luisteren.
Wat zegt of leert die Geest in ons?
Basil Pennington verwijst ons voor het antwoord naar de eerste brief van Paulus aan de Korintiërs:
1 Korintiërs 2, 7
Wij verkondigen Gods wijsheid, die verborgen was, het geheime plan,
door God van alle eeuwigheid ontworpen en bestemd voor onze verheerlijking.
8 Geen van de machthebbers van deze wereld heeft ervan geweten. (…) 9 Dit zijn de dingen waarvan de Schrift zegt:
Geen oog heeft ze gezien, geen oor heeft ze gehoord, geen mens kan het zich voorstellen,
al wat God bereid heeft voor die Hem liefhebben.
10 Maar aan ons heeft God het geopenbaard door de Geest.


Want de Geest van God doorgrondt alles, zelfs de diepste geheimen van God.
11 Ook onder ons mensen wordt iemands wezen alleen gekend door zijn eigen geest.
Zo kent alleen de Geest van God het wezen van God.
12 Wij hebben echter niet de geest van de wereld ontvangen, maar de Geest die van God komt.
Hij doet ons inzien al wat God ons in zijn genade gegeven heeft.
13 En daarover spreken wij,
niet met woorden ontleend aan menselijke wijsheid, maar onderricht door de Geest,
geestelijke gaven uitleggend aan geestelijke mensen.
De kennis die de Geest ons geeft, is kennis van het wezen van God.

Die kennis en de gave ervan is bedoeld om ons volkomen vreugdevol te maken.
Het is geen kennis zoals deze die men in de wereld verwerft.
Ook de wijze waarop men die kennis verwerft is niet de wereldse rationele wijze.
Die kennis wordt niet verworven door rationeel nadenken,
en in die zin kan men zeggen dat ze verwerven wordt door ‘niet weten’. Daarom lijkt ze voor de wereld ook niet erg zinvol.
Het is de kennis van wie God is, wie God voor ons is. Het is een kennis die we delen met Christus,
aangezien we die kennis verwerven door de Geest van Christus, die ons gegeven is,
opdat we met Christus één zouden zijn en met en door Hem één met God. We weten dat we niet enkel mensen zijn van vlees en bloed,
maar dat we ook kinderen van God zijn en dat dit ons ware zelf is.
We worden door God geroepen, uitgenodigd om te zijn wie we eigenlijk zijn en dus om deel te nemen aan Gods wezen, aan zijn bestaan en zijn.
En als God liefde is betekent dit,
dat we uitgenodigd zijn om te beseffen dat we bemind zijn
en door ons liefhebben van anderen deel hebben aan Gods wezen. Dat willen we, dat verlangen we ten diepste,
en we beseffen dat we daardoor waarlijk onszelf zijn en echt leven. Maar toch komen we er zo weinig toe.
We zijn ‘lauw’.
Openbaring 3, 14
Zo spreekt ‘Amen’, de getrouwe en waarachtige getuige, de oorsprong van de schepping Gods:
15 Ik ken uw daden: gij zijt noch koud noch heet. Waart gij maar koud of heet!
16 Omdat gij lauw zijt en noch heet noch koud, daarom zal Ik u uitbraken uit mijn mond. (…) 19 Wie Ik liefheb, die bestraf en tuchtig Ik.
Welaan, wees edelmoedig, kom tot inkeer!
20 Ik sta voor de deur en Ik klop. Als iemand mijn stem hoort en de deur opent, zal Ik bij hem binnenkomen en maaltijd met hem houden en hij met Mij.
21 Wie overwint, hem zal Ik naast Mij plaatsen op mijn troon, zoals Ik zelf heb overwonnen en met mijn Vader zetel op zijn troon. Het is dus zeer halfslachtig dat we ‘ja’ zeggen op Gods uitnodiging, een ‘ja’ met tegelijkertijd een ‘nee’.
In Christus is alleen ‘amen’, een onvoorwaardelijk ‘ja’

als gevolg van een onvoorwaardelijk vertrouwen in Gods wezen, in zijn liefde. In Hem openbaart God ons zijn onvoorwaardelijke liefde,
die blijft ondanks onze lauwheid. Het uitbraken gebeurt niet.
In plaats daarvan blijft God geduldig wachten aan de deur. Dit geduld is een uiting van zijn liefde.
Hij heeft ons geschapen als vrije wezens.
Wij kunnen luisteren naar de Geest, kennen en liefhebben.
We lijken het meest op Christus en zijn het meest met Hem één, als we in alle vrijheid de deur van onze geest en ons hart openen en leven met een open geest en een open hart.
Dat worden we één met Christus en door die eenheid één met God.
Het Boek van de Openbaring geeft ons nog twee beelden van die eenheid en intimiteit:
het naast Christus aanzitten aan de maaltijd, het met Christus zitten op zijn troon.
Meditatie is het dagelijks openzetten van de deur van onze geest en ons hart.

https://www.youtube.com/watch?v=ZRnEj16RZwY&ab_channel=Vangelis- Topic