Onderrict 20,09,2022

Bron van het onderricht:
Basil PENNINGTON, o.c.s.o., Inwendig gebed. Herontdekken van een oude christelijke manier van bidden. (Engelse titel: Centering Prayer. Renewing an Ancient Christian Prayer Form)

Onderricht op 20 september 2022
In dit onderricht laten we ons door Basil Pennington meenemen op een wandeling die we al vaker gemaakt hebben.
Maar zoals je meerdere keren een wandelroute kunt afstappen, zo nemen we door dit onderricht opnieuw kennis
van de historische wortels en oorsprong van onze meditatiepraktijk.
Vanaf de jaren ’60 van de vorige eeuw tot op de dag van vandaag zoeken veel westerlingen wijsheid in het nabije of verre oosten.
De Nederlandse priester, cultuur- en godsdienstpsycholoog Han Fortmann, had het daarover in zijn in 1970 verschenen werk Oosterse Renaissance.
Pennington wijst erop
dat in de 11de en 12de eeuw ook zo’n zoektocht plaatsgreep en zelfs vroeger in de 4de en 5de eeuw.
Zo trokken Basileus de Grote (330-379) en Gregorius van Nazianze (329-390) naar de gerontas, oude wijze mannen in de woestijnen van Syrië en Egypte. Zo ook de Dalmatiër Johannes Cassianus (360-435).


Vooraleer hij kloosters stichtte in de buurt van Marseille vertoefde hij in een klooster in Bethlehem
en bij kluizenaars en monniken in Egypte.
Wat hij daar leerde noteerde hij in twee belangrijke geschriften, de Institutiones en de Collationes.
Het was zijn bedoeling met de daar opgedane wijsheid
het westerse monnikendom te beïnvloeden en te hervormen. Door de invloed van zijn geschriften op Benedictus van Nursia is hij daar in ieder geval onrechtstreeks in geslaagd.
In zijn werk vermeldt hij het gebedsonderricht van een zekere Abba Isaac.
Die woestijnvader raadde aan Johannes en zijn metgezel het gebruik van een steeds herhaalde gebedsformule aan, een vers uit de Psalm 40:
“God, kom mij te hulp. Heer, haast u mij te helpen.”

Dankzij Benedictus is dit het openingsvers van de monastieke gebedstijden geworden.
Het vers is zowel een aanroeping, als een belijdenis van zwakte en onmacht, als een uiting van geloof en vertrouwen in de immer aanwezige God.
Maar, zo stelde vader Isaac, het is ook hét middel
om alle andere gedachten en bekoringen te leren loslaten
en zich steeds in de aanwezigheid van de Aanwezige te weten.
Dit meditatieve en contemplatieve bidden verdween nagenoeg volledig in het westen, ook in kloosters,
onder invloed van het scholastieke denken in de 14de eeuw. Er ontstond dan een breuk tussen theologie en spiritualiteit. Theologie werd nadenken over het geloof,
niet meer het kennen van God vanuit een contemplatief schouwen.
Deze breuk weerspiegelt zich nog
in wat veel mensen onder ‘meditatie’ verstaan:
het nadenken over bepaalde schriftpassages, eventueel met behulp van de verbeelding,
om uit die schriftpassages richtlijnen voor het gelovige leven te kristalliseren. Contemplatie werd dan beschouwd als een bewust aanwezig zijn bij God, een bewustzijnsvermogen
dat alleen aan begenadigde mensen leek voorbehouden.
Als Basil Pennington en Thomas Keating van ‘centering prayer’ spreken in plaats van ‘meditatie’ is het om begripsverwarring te vermijden.
Ondanks vermelde breuk bleef in het westen een viertal begrippen het contemplatieve leven kenschetsen:
lectio, meditatio, oratio en contemplatio.

Lectio is strikt gezien Bijbellezing of lezing van geestelijke lectuur.
Ruim gezien is het openheid voor goddelijke openbaring, voor verlichting, dat ons door toedoen van lezing, onderricht, liturgie, gesprek,
ervaringen in het leven van alledag, kunst,
muziek of bewondering van de schepping te beurt valt. Meditatio is een gevolg van lectio, nl, het verwijlen bij de ontvangen openbaring, bij het openbarende gegeven,
vooral als dat een schriftwoord is of een woord van een onderrichtende vader. Bedoeling is om de revelatie te verinnerlijken.
Oratio is een uiting van vertrouwen en liefde,
van een diep innerlijk aanvoelen en weten dat door de revelatie is gegeven. Het kan een woordelijke uiting zijn, maar ook een liturgische of rituele.

Contemplatio is gewoon het stil
vertrouwvol en aandachtig beamend aanwezig zijn.
Om tot dat aandachtig aanwezig zijn te komen wordt men op weg geholpen door het gebruik van een mantra of gebedswoord.
Dat is het wat wij in ‘centering prayer’ of onze meditatiepraktijk doen. Deze praktijk ging praktisch volledig verloren in de contrareformatie. Een late getuige ervan is het 14de eeuwse anonieme Engelse geschrift ‘De wolk van niet-weten’.
John Main, Laurence Freeman, Thomas Merton, Thomas Keating
en Basil Pennington hebben deze zeer oude traditie nieuw leven ingeblazen.

https://www.youtube.com/watch?v=hmRPECd9Yig&ab_channel=unevisualfilm s