Tekts en onderricht december 2022



Bron van het onderricht:
Basil PENNINGTON, o.c.s.o., Inwendig gebed. Herontdekken van een oude christelijke manier van bidden. (Engelse titel: Centering Prayer. Renewing an Ancient Christian Prayer Form)

Onderricht op 6 december 2022

Basil Pennington stipt een verschil aan
tussen het meditatie-onderricht van John Main
en de Wereldgemeenschap voor Christelijke Meditatie en dat van Centering Prayer en Contemplative Outreach. Uiteraard sluit John Main aan bij de traditie,
die een aanvang nam met de woestijnvaders en Johannes Cassianus.
Maar vervolgens dient opgemerkt te worden
dat de door John Main verspreide methode van de mantra-meditatie ook aansluit bij oosterse technieken die John Main zelf ontdekte tijdens een verblijf in India.
In zijn onderricht dringt hij erop aan
als gebedswoord de mantra ‘maranatha’ te gebruiken.
Dit gebedswoord is volgens Pennington ideaal wat lengte, klank en ritme betreft
en ook laat het zich niet binden
aan affectieve of conceptuele associaties.
John Main benadrukt ook zeer sterk de noodzaak
om deze mantra voortdurend te herhalen tijdens de meditatietijd.


In Centering Prayer is de meditator niet alleen echt vrij om zelf een gebedswoord te kiezen
maar de noodzaak om het te blijven herhalen wordt niet benadrukt.
Er mag niet te veel mentale inspanning zijn om het voortdurend te herhalen, een inspanning die weldra door sommigen
als plicht en prestatie kan beschouwd worden en kan aanleiding geven tot het oordelen
over het al of niet geslaagd zijn van de meditatietijd.
Het opzet is en blijft dat we met onze mentale en affectieve aandacht ongedwongen aanwezig zijn bij de Aanwezige,
met liefde aanwezig zijn in zijn liefde,

uiteraard zonder die liefde affectief emotioneel te willen ervaren. Als iets ons uit dat liefdevol aandachtig aanwezig zijn wegduwt dan keren we er dankzij het gebedswoord naar terug,
richten we met ons gebedswoord of mantra onze aandacht opnieuw op de Aanwezige.
We moeten er niet naar streven gedachteloos te zijn.
Teresa van Avila leert ons dat er in onze rivier altijd twee rivieren zijn.
Er is de diepe rivier van het vloeiend één zijn met God
en er is de rivier aan de oppervlakte waar van alles op drijft, de rivier van het mentaal bezig zijn met van alles
en affectief betrokken zijn op van alles.
Mediteren is je laten zakken naar de diepte
weg van de oppervlakte waar allerhande boten voorbijvaren waarop we, zonder er erg bij te hebben, plots meevaren.
Met het gebedswoord laten we ons van boord en terug in het diepe zakken.
Op een receptie kunnen we met iemand een goed geconcentreerd gesprek hebben. God zou dat gesprek nooit storen.
Maar andere aanwezigen kunnen plots onze aandacht opeisen. We kunnen dit vervelend vinden,
maar we kunnen altijd naar het eerdere gesprek terug keren.
In onze meditatie zoeken we bij God aandachtig aanwezig te zijn, niet zozeer gerust gelaten te worden door gedachten of emoties. We zoeken zelfs geen innerlijke rust en verlichting.
Als we trouwens na een kort of langer ogenblik van verstrooidheid, van afwezigheid bij de Aanwezige, dank zij het gebedswoord terugkeren in de aandachtige aanwezigheid,
dan mogen we al het verstrooiende aan de Aanwezige aanbieden.

Als we dan uit onze biddende aanwezigheid treden op het einde van onze meditatietijd
dan moeten we ons niet onmiddellijk volop in de actie storten.
We moeten de ontvangen en ervaren innerlijke rust
de kans gunnen om mee over te stappen in de boot van onze actie en daar een positief effect te verspreiden.
Aan te raden is om tussen meditatie en bezigheden een moment van woordgebed in te lassen.
Het zeer aandachtig bidden van het Onze Vader is het meest geschikt. https://www.youtube.com/watch?v=iO7ySn-Swwc&ab_channel=ThePianoGuys