Tekst en Onderricht 4 april 2023


Bron van het onderricht:
Basil PENNINGTON, o.c.s.o., Inwendig gebed. Herontdekken van een oude christelijke manier van bidden. (Engelse titel: Centering Prayer. Renewing an Ancient Christian Prayer Form)



Basil Pennington stelt dat kinderen van nature een aanleg hebben voor contemplatie,
dus een aanleg om met aandacht en stil aanwezig te zijn bij de werkelijkheid.
Als bij kinderen deze aanleg niet zichtbaar is
en ze dus niet stil en met aandacht kunnen aanwezig zijn, heeft dat wellicht eerder te maken met culturele factoren dan met erfelijke en fysische oorzakelijkheid,
hoewel een bepaalde culturele evolutie op de duur ook de genetische code van mensen kan beïnvloeden.
Wat Pennington stelt over de contemplatieve aanleg van kinderen doet ons onmiddellijk denken aan wat Dorothee Sölle schrijft
over de mystieke aanleg van kinderen,
een aanleg die in onze westerse cultuur zo snel mogelijk te niet gedaan wordt door overdreven of zelfs uitsluitende aandacht
voor wat nuttig en aangenaam is.


Hun mystieke aanleg wordt eigenlijk vernietigd in onze triviale cultuur.
Hetzelfde geldt voor de aanleg tot zelfvertrouwen en de aanleg tot mededogen.
Dat laatste wordt sterk benadrukt door de Dalai Lama. Pennington verwijst hier naar de parabel van de zaaier.
Veel uitgestrooid graan heeft de kans niet te groeien en te ontwikkelen:
Eens ging een zaaier uit om te zaaien.
Toen hij aan het zaaien was, viel een gedeelte op de weg en de vogels kwamen het opeten.
Een ander gedeelte viel op de rotsachtige plekken waar het niet veel aarde had; het schoot snel op, omdat het in ondiepe grond lag.
Maar toen de zon was opgekomen, kreeg het te lijden van de hitte, zodat het verdorde bij gebrek aan wortel.
Weer een ander gedeelte viel onder de distels

en deze schoten op zodat het verstikte en geen vrucht opleverde. (Marcus 4, 3 – 7)
In onze eigen ervaring kunnen we deze parabel ook geactualiseerd zien. Vooreerst als we aan onze meditatietijd beginnen.
Het zaad van onze aandachtige aanwezigheid
kan soms nogal vlug opgepikt, verdord en verstikt worden door allerhande gedachten
aan al het betekenisvolle en dringende dat we te doen hebben, aan al het vreugdevolle of beangstigende dat we ervaren hebben of ons te wachten staat,
aan al het ergerlijke dat ons overkomt.
Ook allerhande gedachten of verbeeldingen
van vrome of minder vrome aard kunnen het zaad
van een aandachtige aanwezigheid zomaar wegnemen, verdorren of verstikken.
Dat kan ook gelden voor ons allereerste enthousiasme waarmee we tijd reserveren en vrij maken om te mediteren.
Als we gericht zijn op resultaten zoals innerlijke genoegdoening
dan zal na wat beginnersgeluk groeiende verstrooiing en dorheid toeslaan en zal vlug de bekoring ontstaan om onze tijd aan nuttiger,
meer spannende, aangename activiteiten te spenderen
of ons op spirituele paden te begeven die meer goede gevoelens opleveren.
Zo wordt ook al vlug aan kinderen geleerd hun tijd of aangenaam of nuttig te spenderen.
Alles moet interessant of leuk zijn, maatschappelijk relevant, natuurlijk relevant in een triviale maatschappij.
Tijd voor meditatie zou wel kunnen
als blijkt dat daarmee het concentratievermogen flink zou toenemen.
Maar mediteren om aanwezig te zijn bij de Aanwezige is dan wellicht een stap te ver.
We hoorden tijdens de liturgie van Palmzondag in het lijdensverhaal:
Toen sprak Jezus tot hen:
“Ik ben bedroefd tot stervens toe. Blijft hier en waakt met Mij.”
Nadat Hij een weinig verder was gegaan, wierp Hij zich plat ter aarde en bad: “Mijn Vader, als het mogelijk is, laat deze beker Mij voorbijgaan.
Maar toch: niet zoals Ik wil, maar zoals Gij wilt.”
Toen ging hij naar zijn leerlingen en vond hen in slaap en Hij sprak tot Petrus: “Ging het dan uw krachten te boven een uur met Mij te waken?
Waakt en bidt, dat gij niet op de bekoring ingaat.
De geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak.” (Matteüs 26, 38-41)

De aanleg ontwikkelen om te blijven en te waken,
de gewilligheid van de geest verder ontwikkelen om te bidden, gaat niet alleen de krachten van de zwakke mens te boven.
Er is een complete onwil daartoe.
Broederlijk Delen roept op tot de zgn. 25% revolutie vanuit de gedachte dat, als 25% mensen in een groep
verandering willen en ook anders gaan leven, de verandering er komt. De vastenactie roept christenen op om ‘hardcore activisten’ te zijn.
Op een startavond werd ons gevraagd hoe we dat proberen te zijn. Ik antwoordde dat ik iedere dag mediteer.
We hebben verder geen moeite om onze vormelingen te laten inzien dat ze andere mensen zouden worden
als ze iedere dag slechts vijf minuten stilte zouden bewaren, stilte waarin ze leren aanwezig te zijn bij de Aanwezige.
Mediteren is, we weten het, een stille revolutie.

https://www.youtube.com/watch?v=A4uYzzIMUlw&ab_channel=%D0%A2%D0
%B0%D1%85%D0%BE%D0%BD%D0%BE%D0%B2%D0%98%D0%B2%D0%B0%D 0%BD