tekst en onderricht 16 mei 2023

 


Bron van het onderricht:

Basil PENNINGTON, o.c.s.o., Inwendig gebed. Herontdekken van een oude christelijke manier van bidden. (Engelse titel: Centering Prayer. Renewing an Ancient Christian Prayer Form)

Onderricht op 16 mei 2023

Men kan zich de vraag stellen

of meditatie als gebedsvorm geschikt is voor iedereen?

Een meditatieve ingesteldheid is essentieel voor iedere gebedsvorm. Bedoeld wordt: het aandachtig aanwezig zijn bij de Aanwezige waarbij alle andere ‘bewustzijnsinhouden’ worden losgelaten.

Of zoals in de aanhef van de prefatie gesteld wordt:

met ons hart bij de Heer zijn.

Op de vormselviering lieten we het korte bericht over Jezus’ doopsel in het Marcusevangelie horen:

In die tijd vertrok Jezus uit Nazaret in Galilea en liet zich in de Jordaan door Johannes dopen.

En op hetzelfde ogenblik dat Hij uit het water opsteeg, zag Hij de hemel openscheuren

en de Geest als een duif op zich neerdalen. En er kwam een stem uit de hemel:

'Gij zijt mijn Zoon, mijn veelgeliefde, in U heb Ik welbehagen.'

Maar we lazen ook het daaropvolgende vers voor.

Terstond dreef de Geest Hem naar de woestijn.

Aan onze vormelingen gaven we aan het initiatief van de Geest deze uitleg: de Geest drijft Jezus naar de woestijn weg van de wereld en de massa omdat er daar te veel stemmen zijn die hemelse stem overstemmen

en niet spreken over Gods onvoorwaardelijke liefde

maar over de noodzaak om aan allerhande verwachtingen te beantwoorden om een geliefd en aanvaard mens te zijn.

 

De woestijn als beeld van een meditatieve ingesteldheid is essentieel om spirituele vooruitgang te maken, of, naar het woord van Freeman,

de eerste stap op de weg van spirituele groei is het verlaten van de massa. Maar er zijn wellicht andere vormen


om tot deze ingesteldheid van het hart te komen. Pennington verwijst naar het rozenkransgebed,

dat eigenlijk ook naar vorm en methode beschouwd, een meditatieve vorm van bidden is.

Geloven is vrucht van genade. Bidden ook.

Er kunnen dus mensen zijn

aan wie de gave van het gebed nog niet gegeven is, wellicht omdat ze voor deze gave nog niet klaar zijn. We kennen allen het gezegde:

“Als de leerling klaar is, komt de meester.”

Een belangrijke voorwaarde om je als leerling klaar te maken

is in ieder geval de bereidheid om tijd te maken voor het gebed.

En dat dan niet louter vanuit een koele wilsbeslissing

maar vanuit het verlangen naar een relatie, naar een eenheid met God.

Er moet dus de bereidheid zijn om

voor het beleven van deze relatie één en ander los te laten. In contact blijven met het initiële verlangen naar eenheid, of om een beeld te gebruiken, blijvend herinnerd worden aan je aanvankelijke staat van verliefdheid, is ook belangrijk.

Gods liefdevolle blik is vooral gericht op dat diepste verlangen

- dat Hij trouwens zelf in ons geplant heeft - eerder dan op wie we zijn of waren.

Het verlangen en het vermogen om met aandacht aanwezig te zijn, de eerste voorwaarde tot relatiebekwaamheid,

is uiteraard ook een belangrijk criterium om uit te maken

of iemand tot meditatie in staat is en klaar is voor een contemplatief leven. Het door de Geest gedreven worden naar de woestijn,

het diepe verlangen naar eenheid met en aanwezigheid bij God, heeft niets te maken met het verlangen met rust gelaten te worden noch met de beweging van het Quiëtisme die in 1687

als een ketterij beschouwd werd.

Het ideaal van deze beweging had weinig met relatie van doen, maar stelde als ideaal louter rust en afwezigheid van actie voor. Gebed en meditatie zijn dan ook ‘activiteiten’,

gemotiveerd door een verlangen,

zijn liefdedaden, gemotiveerd door een verlangen naar eenheid met God, eenheid die zich ook in het actieve leven uit.

Bidden is erop gericht ons hele actieve leven te laten vervullen met het bewustzijn van Gods aanwezigheid.


Daarom kan mediteren ook niet het enige aspect zijn van een geloofsleven waarin we de verrezen Heer in ons laten leven en werken.

 

Meditatie is ook niet bidden als christen, maar als Christus. Eerder nog: het is toelaten dat Christus in ons bidt.

 

En meditatie is ook een deelname aan de kenosis,

 

de zelfverloochening, de zelfontlediging, waarbij ons ‘ik’ niet vernietigd wordt,

 

maar omvormend zijn cocon van angst en zelfgenoegzaamheid loslaat. Kostbare tijd schenken is een serieuze vorm van ascese,

 

een oefening waarin we onze status

 

van onmisbare goddelijke medewerkers en vertegenwoordigers loslaten, het verlangen om iets belangrijks en zinvol te doen,

 

waarbij we onszelf overtuigen hoe anderen van ons afhangen.

 

Alles loslaten als het tijd is om te bidden

 

is een echt met-de-voeten-op-de-aarde onthechting, een moedig deelnemen aan het sterven van het ‘ik’.

 

De eenvoud van de meditatie is voor velen ook een probleem

 

omdat het vraagt dat we ons geniale ik dat bij alles wil betrokken zijn en alles zonodig compliceert aan het zwijgen brengen.

 

Ja, we kunnen onze mentale vermogen aanwenden

 

om te communiceren met God, ons denken en onze fantasie.

 

Maar meditatie is communiceren op een dieper niveau

 

waarbij we al ons mooie, aantrekkelijke, spannende, ontroerende, al onze fantastische beelden, ingevingen, oplossingen, inspiraties, al onze perfecte woorden en wederwoorden, even loslaten.

 

 

https://www.youtube.com/watch?v=6HPKL1wOVXk&ab_channel=ryanpostleth waite