Onderricht 1 september 2020

Onderricht op 1 september 2020 (vgl. o.c. blz 10-19)


Bron van het onderricht:
Laurence FREEMAN, Goed werk. Hoe meditatie je persoonlijk en professioneel leven verandert, Halewijn, Antwerpen, 2020



* Mensen mediteren omdat ze terecht menen dat dit hun leven beter zal maken. Ze kunnen daartoe komen vanuit verschillende ervaringen die hen naar een beter leven doen verlangen. Freeman beschrijft deze ervaringen in een eerste deel van het werk waardoor hij dus ook de goede redenen om te mediteren meegeeft.

* Mensen kunnen een onbestemd gevoel, een onbestemd besef hebben dat er iets ontbreekt aan hun leven, dat het onvolledig is, ook al hebben ze alles en zijn ze in vele dingen geslaagd, ook al zijn veel van hun verwachtingen gerealiseerd. Wat hen ontbreekt is de zin van hun leven inzien, zin die gegeven is in het bewustzijn en de ervaring van verbondenheid en eenheid met alles en allen, het niet losstaan van de diepe werkelijkheid (Tomas Keating). Meditatie leidt tot dat bewustzijn en tot de ervaring van verbondenheid en eenheid.



* Anderen kunnen niet omgaan met stress, dat is: de druk van het ‘veel’, van het ‘teveel’ aan mogelijkheden, uitdagingen, kansen, verwachtingen, opdrachten. Meditatie is leren dat veel of teveel loslaten om wat daarin toch belangrijk is vanuit een eenheidservaring dan weer een plaats te kunnen geven.

* Die onmacht kan ook gelegen zijn in een gebrek aan innerlijke harmonie, van één zijn met zichzelf ten gevolge van aandacht trekkende en dus verscheurende emoties als angst, droefheid, schuld. Meditatie is die innerlijke stemmen even het zwijgen opleggen door er geen aandacht aan te geven, hetgeen uiteraard niet hetzelfde is als ze negeren waardoor men zich aan de verplichting zou onttrekken om desnoods met professionele hulp het innerlijke evenwicht te hervinden.

* Er is – naast innerlijke emoties – ook  zoveel dat aandacht vraagt waardoor precies een tekort aan aandacht en concentratie ontstaat en een gevoel van verwarring en fragmentatie. Dit is reeds bij kinderen merkbaar. En dit terwijl creativiteit, innerlijke harmonie en een heldere geest aandacht veronderstellen als dé scheppende geestkracht. Freeman citeert de 19de eeuwse psycholoog William James die stelt: ‘Het vermogen om uit vrije wil steeds weer zijn dwalende aandacht terug op te pikken, vormt de basis van ons oordeel, ons karakter en onze wil. Een opleiding die dit vermogen tracht te verbeteren is een uitstekende opleiding.’ Meditatie is een oefening in aandacht omdat meditatie in wezen aandachtig aanwezig zijn is bij de Aanwezige.

* Wat zeer de aandacht verstoort is de afwezigheid van innerlijke kalmte, rust en vrede door een gevoel van frustratie, het niet ingelost zijn van verwachtingen in zichzelf, in de anderen of in de gang van zaken. Wat daarbij ook meespeelt is een egoïstische competitiviteit, en competitiviteit kan niet bestaan zonder een verwachtingsvol ego. Bovendien zorgt dat gevoel van frustratie dan weer voor een verstoorde relatie met medemensen. In meditatie gaat het helemaal niet om het bereiken van een resultaat en leer je alle verwachtingen loslaten.

* Er is bij vele mensen ook een gebrekkig bewustzijn van zichzelf, een gebrekkige zelfkennis omdat er geen aandacht is voor het diepste ik noch een vertrouwelijkheid met zichzelf. Daardoor leren mensen in een druk en oppervlakkig bestaan hun motieven niet kennen waarmee ze handelen, spreken en slaan ze geen acht op de valse denkpatronen, de vooroordelen en de achterdocht waardoor hun denken bepaald wordt. Ze zijn niet in staat tot zelfrelativering en zelfcorrectie. Meditatie leidt tot zelfkennis omdat je weliswaar de emoties en de gedachten die je spreken en doen en laten bepalen en je fantasie beheersen leert loslaten, maar wel ook eerst toelaat en een korte aandachtige blik gunt… Je leert een houding van aandachtig en rustig aanwezig zijn bij de Aanwezige en daarna ook bij jezelf, zonder jezelf angstig of onrustig te analyseren in een poging jezelf te verbeteren.