Onderricht 4 januari 2021
Bron van het onderricht:
Laurence FREEMAN, Goed werk. Hoe meditatie je persoonlijk en professioneel leven verandert, Halewijn, Antwerpen, 2020
Onderricht op 4 januari 2021 (vgl. o.c. blz. 72-74)
Het hoofdstuk van ons ‘handboek’, waar we voor dit meditatie-onderricht de leerstof uit putten, telt slechts drie bladzijden. Ze verstrekken ons informatie over hetgeen meditatie met ons doet, kan doen.
Voor de (hedendaagse) mens die gericht is op wat nuttig is en aangenaam, voor wie alles een doel moet hebben, voor wie alles een ‘waarom’ moet hebben, voor wie gefocust is op resultaat, voelt en denkt vanuit een management- filosofie, zijn dat wellicht dé bladzijden. Maar het zijn er maar drie..
Timothy Radcliffe (London, 1945), de voormalige magister-generaal van de dominicanenorde, schreef in 2005 een boek, What is the point of being a Christian? In het Nederlands vertaald kreeg het bij de tweede uitgave (2016) de titel Waarom ik christen ben. Maar de eerste Nederlandse vertaling (2007) verscheen met de titel Waar draait het om? als je christen bent. Deze titel sluit niet alleen beter aan bij de oorspronkelijke Engelse titel, maar geeft ook beter weer … waar het in het boek om draait! Maar de uitgevers dachten in 2016 misschien dat die titel niet zo goed verkocht, niet de nodige aandacht zou trok, niet direct te begrijpen was. De titel van de Nederlandse vertaling van ons handboek Goed werk is wel de letterlijke vertaling van wat Freeman boven het origineel plaatste: Good Work.
Hij voegde er ook een ondertitel aan toe: Meditation for personal & organisational transformation. Een wat misleidende ondertitel. Je leest hem immers alsof er een vorm van meditatie is die een specifiek doel heeft. Dan vind ik de ondertitel van de Nederlandse vertaling beter: Hoe meditatie je persoonlijk en professioneel leven verandert. Natuurlijk vind ik dan weer ‘en professioneel’ te veel. Maar daarmee ligt het boek misschien ook meer in de markt. Uitgevers hebben nu eenmaal ook een commercieel doel. Die ondertitel geeft al een aanzet op de vraag: Waarom (zou) ik mediteer (mediteren). Ik hou echter van Radcliffe’s titel en dus zou het kunnen worden: Waar draait het om als ik mediteer. En eigenlijk geeft Freeman in onze drie bladzijden op die vraag een antwoord: het draait niet om techniek,
maar om een discipline. Hij had duidelijker ook mogen stellen: het draait niet om de voordelen van meditatie, maar om de vruchten. En wat mij betreft: het draait zelf daar niet meer om. Het is me gewoon te doen om aanwezigheid, aanwezig zijn, een niet nuttige maar wel voor mijn ‘ik’ zeer tijdrovende niet- bezigheid, die enkel nog trouw vereist, gewoon de discipline om stil te worden, om op te houden met andere boeiende, noodzakelijk en nuttige bezigheden, om te gaan zitten en eraan te beginnen.
Voordelen en vruchten. Dat is de titel van ons hoofdstukje in dit onderricht. En Freeman maakt het onderscheid, zeg maar het verschil tussen beide duidelijk. ‘Voordelen’ zijn de meetbare resultaten van meditatie, wetenschappelijk onderzocht, vastgesteld en gemeten, resultaten op het lichamelijk, psycho- somatisch en psychologisch vlak. Bijvoorbeeld: goed voor de bloeddruk, het cardio-vasculair systeem, de concentratie… Dezelfde resultaten of ‘voordelen’ zijn te constateren bij mindfullness en transcendente meditatie. Men hoeft alleen maar even de websites van dezen te bezoeken. Je leest er o.a.: Verder vind ik het van belang dat er veel wetenschappelijk onderzoek over is gepubliceerd, meer dan over welke andere technieken voor meditatie of zelfontplooiing ook. Dat onderzoek laat zien dat de techniek werkt en gunstige effecten heeft op tal van gebieden. Allen daarheen.
Ik blijf echter zitten. ‘Blijven zitten’ heeft bij ons ook de betekenis van niet geslaagd zijn, geen resultaat behaald hebben waardoor je naar een volgend niveau moogt overstappen, richting ‘master’. Goed. In die zin blijf ik ook zitten. Ongetwijfeld. Ik blijf al ruim 40 jaar zitten. Zolang ik priester ben. Ik zal niet ontkennen dat meditatie mij ‘gevormd’ heeft. Ik wil om de ondertitels van Freeman eer aan te doen ook zeggen: mij ‘veranderd’ en ‘getransformeerd’ heeft. Ik zou er misschien kunnen over ‘getuigen’. Maar het enige dat ik hier kwijt wil, naar aanleiding van de leerstof over ‘voordelen en vruchten’ van de meditatie, heeft niets te maken met het ‘waarom van mijn mediteren’ begrepen als een te verwerven voordeel, een te proeven, te ervaren vrucht. Ik mag in alle eerlijkheid stellen: het is me nooit daarom te doen geweest. Het draaide altijd om aanwezig willen zijn bij, of ook, in Zijn aanwezigheid willen zijn.
Gisterenavond vroeg ik aan een Ghanese jongvolwassene wat liefde voor hem betekent. Hij antwoordde onmiddellijk: You like to be with some one. (Ik zou moeten Nederlands praten om zijn ‘inburgering’ te vervolmaken - het voordeel- en vruchtdenken – maar we voelen ons meer op ons gemak in het Engels, de taal van zijn kindertijd.) Ik mediteer niet omdat ‘ik’ God bemin. Ik mediteer omdat ik weet geloof, hoop, erop vertrouw dat Hij mij bemint, omdat ik ‘stomweg’ geloof dat Hij graag heeft dat ik bij Hem ben. Daarom neemt Hij mijn verstrooidheid, mijn afwezig zijn van geest, niet kwalijk. In ons mediteren draait het om God! Toch in mijn mediteren. “Omdat Gij het zijt, groter dan ons hart…!”
In het boek Anam Cara: Mystiek uit de keltische Wereld van John O’Donohue lees ik: De Ierse schrijver Sean O’Faolain heeft gezegd: ‘In de tegenwoordigheid van goede muziek hebben we geen ander alternatief dan goed te leven.’ In de aanwezigheid van God hebben we geen ander alternatief dan goed te zijn, goed te worden.
Priester Dirk
https://www.youtube.com/watch?v=t4R-EdjhX-Y&ab_channel=tanjazv Met dank aan Huub Oosterhuis, Koor Tom Löwenthal en Antoine Oomen.
Citaat:
Er is een passage uit een brief van Paulus in het Nieuwe Testament die gelijkt op een passage uit de Dhammapada, een boeddhistische tekst die de uitspraken van Boeddha bundelt. Beide stukken beschrijven de kwaliteiten die door meditatie in iemands geest en leven gestalte krijgen. Het hangt er natuurlijk van af welke vertaling je hanteert, maar de kwaliteiten gelijken sterk op elkaar: liefde, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid en zelfbeheersing. Deze kwaliteiten van de geest en het hart zijn ook relationele kwaliteiten. Ze gaan over de manier waarop je met jezelf en met anderen omgaat, en ook over hoe je je verhoudt tegenover het mysterie dat ons allen omvat en waarin we elke dag leven en ons bewegen. Deze kwaliteiten zijn geen abstracte waarden, maar hebben te maken met concrete ervaringen. Dat liefde een concrete ervaring is, zal je niet tegenspreken denk ik. Zo is het ook met vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid en ga zo maar door.
Je kan die werkelijk ervaren, maar je kan die niet meten zoals je je bloeddruk meet of je immuunsysteem in kaart brengt.