Tekst en onderricht 19 januari

Bron van het onderricht:
Laurence FREEMAN, Goed werk. Hoe meditatie je persoonlijk en professioneel leven verandert, Halewijn, Antwerpen, 2020

Onderricht op 19 januari 2021 (vgl. o.c. blz. 75-79)

In het 12de hoofdstukje van ons handboek geeft Laurence Freeman antwoorden op vragen die bij meditatie kunnen gesteld worden. We gaan die antwoorden niet kort samenvatten, maar wel enkele belangrijke inzichten in die antwoorden oppikken.

We weten allang, dat we onze gedachten en onze gevoelens niet zomaar kunnen uitschakelen. Keating leerde ons dat het doel van meditatie niet is om gedachteloos en emotieloos te worden, maar om ons te oefenen onze gedachten en emoties te leren loslaten en er ons niet meer door te laten bepalen. Dus vrij worden ervan. Freeman verwoordt hetzelfde inzicht als hij stelt dat we ons rustig van onze gevoelens bewust mogen worden, maar dat we moeten leren er verder geen aandacht aan te spenderen.



Verlangen naar een goed gevoel kan geen leidend motief zijn om te mediteren, niet om je op het pad van de meditatie te begeven, noch om aan een meditatiebeurt te beginnen. Doel is nooit: ons goed voelen (als dat komt, pikken we dat graag mee, we worden er m.a.w. dankbaar bewust van, maar we besteden er verder geen aandacht aan en gaan er zeker niet bij blijven hangen alsof het een ‘godservaring’ betrof) maar goed zijn. En een onaangenaam gevoel mag geen reden zijn om niet te mediteren. Freeman noteert dat bij het begin van een meditatiebeurt er weerzin, frustratie, stress en woede kan zijn.
Deze gevoelens kunnen wijzen op een discordantie tussen lichaam en geest, tussen emotie en wil. Meditatie helpt om deze discordantie in te tomen.

Is dat wilskrachtig tegen emoties ingaan? Dit lijkt dan erg op ontkennen en verdringen. Dit brengt geen rust mee. Bewust worden van je emoties is niet het ontkennen ervan. Aan de emoties geen aandacht spenderen, ze loslaten, is
geen kwestie van verdringen maar van vrij worden ervan. Het ‘gevecht’ tegen emoties en gedachten blijft ons fixeren op onszelf, terwijl meditatie loskomen is van die fixatie. Maar dit gebeurt niet zomaar plots ineens! Even gaan

mediteren doe je niet als een pil innemen ‘tegen’ storende gedachten en emoties. Dan zouden we ons fixeren op het bekomen van resultaat en wel onmiddellijk of toch op vrij korte duur.

Wie daarop gericht is, zal vlug bekoord worden om te veranderen van mantra of meditatiemethode, zoals iemand die de slaap niet kan vinden voortdurend van slaaphouding wisselt. De bewuste trouw aan een gekozen mantra
(gebedswoord, ‘sacred word’ (Keating)) doet dat woord in ons bewustzijn verankeren, wortel schieten zodat we het op de duur spontaan zeggen, zoiets als het woord laten opborrelen, zonder dat er nog een ‘wilskrachtig ik’ aan bod komt. Keating spreekt in verband met meditatie over een ‘divine therapy’.
Maar wie onmiddellijk resultaat verwacht loopt van de ene therapeut naar de andere. Nu wordt begrijpelijk dat meditatie een ingesteldheid van vertrouwen vereist én met zich meebrengt (als vrucht, niet als resultaat).

Het is plezant om in het handboek te lezen dat je niet té veel over meditatie moet lezen… Alleen datgene wat je bewust helpt worden en je ingesteldheid kan aanscherpen en wat je kan helpen om te duiden wat je ervaart als je mediteert. Dit geldt voor dit onderricht ook.

Samen mediteren doet goed en dat missen we natuurlijk in deze coronatijden. Maar ik herinner me een gezegde van een Zenmeester, waarin hij de raad geeft als je samen bent te zijn en te doen alsof je alleen bent en, als je alleen bent te doen alsof je met anderen samen bent. Het eerste heeft niets te maken met a- sociaal gedrag in gezelschap, maar wijst erop dat we ons niet hoeven aan te passen aan een groep en we geen groep behoeven om onszelf te zijn en ook, dat de groep niet onze verantwoordelijkheid over en voor onszelf kan wegnemen. Zoals studenten die samen studeren elk hun verantwoordelijkheid moeten opnemen om te studeren en de anderen te laten studeren, ze dus
‘gerust’, ‘alleen’ te laten. Zoals je samen op tocht gaat: niemand kan in jouw plaats de kilometers wandelen. Het tweede heeft dan weer niets te maken met je van alles voorstellen, maar het heeft wel te maken met een diep gevoel van verbondenheid (hetgeen meer dan een emotie is, maar eerder een bewustzijn) en met zelfrespect.

Gisteren zei iemand me: “I want to become religious.” Ik antwoordde: “Start with meditation. Not with reading the Bible, nor the Quran.” Freeman wijst op een onderscheid tussen religieus (bezig) zijn en spiritueel (bezig) zijn. Er zijn er
die wel religieus bezig zijn, maar weinig spiritueel zijn. Op het einde van de zgn. Broodrede zegt Jezus tot veel van zijn leerlingen, die zeker religieus goed bezig

zijn: Maar er zijn er onder u, die geen geloof hebben. (Jo 6, 64) In dezelfde zin is het woord van de profeet Jesaja, dat Jezus de Farizeeën en de schriftgeleerden voorhoudt, te begrijpen: Dit volk eert Mij met de lippen, maar hun hart is ver van Mij. (Jes 29, 13; Mc 7, 6). Omgekeerd zijn er mensen die individueel
spiritueel bezig zijn, maar geen ‘religie’ kennen. Inzoverre dat ‘religie’ zoiets
betekent als ‘verbinding maken’ (religare), dan is meditatie eerder religieus dan spiritueel. Inzoverre meditatie vooral te maken heeft met aandachtig aanwezig zijn bij dat ‘goede’ dat in ons is en ons tot mens maakt, dan met dogma en ritueel, is meditatie eerder spiritueel dan religieus. Uiteraard kan men mediteren zonder een religie aan te hangen. Maar geloven is net nog iets anders dan spiritueel of religieus ‘bezig zijn’.

https://www.youtube.com/watch?v=nEh6ZaBKnGU&ab_channel=RLWProducti ons

Citaat:
Je moet niet een of ander geloof belijden om meditatie te ervaren als iets dat je een nieuw gevoel van heelheid schenkt, een nieuw soort ervaring bijbrengt, die je, als je dat wilt, als spiritueel kan omschrijven. Voor mensen die een religie aanhangen, kan het de eerste kennismaking zijn met wat ‘spiritueel’ werkelijk betekent. Voor spirituele mensen die niet religieus zijn, kan het helpen om te zien wat de symbolen van een religie werkelijk kunnen betekenen. Spiritualiteit zonder de context van een religie kan een uitsluitend subjectieve ervaring worden. Houd je geest open om te zien waar meditatie je heen brengt en richt je aandacht op de praktijk, niet op de theorie.