Onderricht 16 juni 2022

Bron van het onderricht: David FRENETTE, The Path of Centering Prayer. Deepening Your Experience of God, Sounds True, Boulder, Colorado, 2017 Onderricht op 16 juni 2022 Het inzicht dat gebed en actie samen horen en in het christelijk leven niet uit elkaar gerukt kunnen worden en zeker niet als elkaars tegengestelden kunnen worden gezien, is een verworvenheid voor al wie in deze tijd ernstig werk wil maken van spiritualiteit en een volwassen geloofsleven. Maar die eenheid van gebed en actie wordt nog niet altijd ‘ervaren’. Voor velen staan actie en gebed los van elkaar, ook al, omdat men er op verschillende tijden aan besteedt. Ook de eenheid tussen God en mens wordt niet altijd bewust beleefd en in het Godsbeeld van veel mensen – en dus ook in hun gebedsleven – is God nog immer ‘die dààr’, iemand die buiten mij is, gescheiden van mij, iemand naar wie ik toe moet gaan of iemand die naar mij toe moet komen. En hoezeer het ook correct is om God in ons te ontwaren, God is ook niet ‘dààr ergens’ in ons, alsof Hij daar op een bepaalde plaats is. God is de bron van mijn leven , van alle leven. Ik ben één met God als met mijn bron, zoals een rivier of het bergmeer één is met hun bron. God is rond mij, in mij en ik ben in God, zoals alles rondom mij en in mij van Hem en in Hem is. De ervaring van die eenheid is diepe innerlijke vrede. Soms zoekt men die vrede om ervan te genieten. Maar men kan ook soms wel eens genoeg van die vrede hebben, zoals mensen in God willen rusten en dan weer van God genoeg hebben en van God met rust willen gelaten worden. Maar dat soort vrede en rust hoort eigenlijk bij het ‘dààr-denken’ van God en zijn ervaringen van het ik dat zich van God gescheiden weet. Ze zijn eigen aan het dualistisch denken over God. Een vredige gewaarwording wordt met eenheid met God geassocieerd en het onrustige en drukke leven wordt ervaren als niet één zijn met God. Doch ook mijn drukke leven is in God en is deel van mijn leven dat één is met zijn bron en is dus evenzeer deel van een spiritueel leven. Ik hoef eigenlijk geen vrede te zoeken die boven mijn drukke bestaan zou uitstijgen omdat alles wat ik doe of mij overkomt een weg kan zijn om de altijd aanwezige eenheid met mijn bron bewust te worden en te beleven en dus vrede te verwerven. Contemplatie brengt me tot de ontdekking van die waarheid. Dat is de vrucht van de contemplatie. Contemplatie als zoeken naar vrede en eenheid wordt dan overbodig gemaakt en vervangen door de contemplatie waarbij men gewoon in vrede is, zoals men in God is, één met de bron. Eenmaal men in deze eenheid leeft is men in staat alles te integreren in geest en hart, zowel het gebed als het actieve leven. Je actieve leven is wel niet hetzelfde als mediteren, maar het is ook een biddend leven, een beleven van eenheid en vrede, een beleven van het in God zijn. We houden op vrede alleen maar te vinden in niet-actieve momenten en we houden op vrede te zoeken als het ultieme doel. Het leven in eenheid met God is ons doel. Dat is niet alleen gelegen in het gebed, zelfs niet in de ervaring van innerlijke vrede in een niet-actief moment. Het is dus absoluut noodzakelijk alle dualistisch denken over God te vermijden. Ook dat is de vrucht van contemplatie en meditatie. Ons actieve leven en ons contemplatieve leven zijn één want zowel het één als het ander ontspringen in God. Zo is ook de schepping niet dualistisch te denken als een gebeuren ooit en dààr in de geschiedenis, maar als een voortdurend ontspringen van leven en zijn aan de bron. Zo is het ook met de verrijzenis: het is een voortdurend ontstaan van nieuw leven, een gebeuren waaraan wij voortdurend deelnemen. God is dus geen transcendent overschouwend wezen, een alziend oog, maar Hij is in alles en allen aanwezig en zich in alles en allen manifesterend. Natuurlijk transcendeert Hij daarbij het individu, het ik. Deze intuïtie, dit geloof, verenigt mij met alles en allen en daagt mij uit om door mijn liefde en goedheid mee te bouwen aan een rechtvaardiger en vredevoller wereld. Rust en vrede zijn nodig om bewust te worden dat ik in God ben en Hij in mij is, om mijn eenheid met Hem bewust te worden, maar ze zijn geen doel op zich in het geloofsleven. Liefde en goedheid zijn nodig om mijn eenheid met God bewust te beleven, maar ze kunnen ook geen dwingend doel van mijn geloofsleven zijn. In gebed en werk kunnen we van God bewust worden en Hem ervaren als de bron van ons bestaan, van het feit dat we in Hem geborgen zijn, door Hem bemind. Leven in en met dat bewustzijn is het gebed van eenheid. https://www.youtube.com/watch?v=f9W40e0VO98&ab_channel=JakubJ%C3% B3zefOrli%C5%84ski-Countertenor