Tekst en Onderricht juni 2018

12 juni 2018:
GELIJKENISSEN: CREATIEVE TAAL DIE WIL WAKKER SCHUDDEN
“Wie oren heeft om te horen, hij luistere.” (Marcus 4, 1-9)

Bijbellezing uit het evangelie van Marcus:

4, 1Bij een andere gelegenheid begon Hij te leren aan de oever van het meer.
Zeer veel volk verzamelde zich bij Hem,
zodat Hij in een boot die op het water lag moest stappen,
om daar plaats te nemen,
terwijl al het volk zich langs het meer op het land bevond.
2Hij leerde hun vele dingen door middel van gelijkenissen,
en in zijn onderricht zei Hij tot hen:
3“Luistert. Eens ging een zaaier uit om te zaaien.
4Toen hij aan het zaaien was,
viel een gedeelte op de weg en de vogels kwamen het opeten.
5Een ander gedeelte viel op de rotsachtige plekken waar het niet veel aarde had;
het schoot snel op, omdat het in ondiepe grond lag.
6Maar toen de zon was opgekomen, kreeg het te lijden van de hitte,
zodat het verdorde bij gebrek aan wortel. 7
Weer een ander gedeelte viel onder de distels
en deze schoten op zodat het verstikte en geen vrucht opleverde.
8Een ander gedeelte tenslotte viel op goede grond
en doordat het opschoot en zich ontwikkelde, leverde het vrucht op
en bracht het dertig -, zestig -, en honderdvoudige voort.”
9En Hij voegde eraan toe: “Wie oren heeft om te horen, hij luistere.”
10Toen Hij weer alleen was, stelde zijn omgeving,
ook de twaalf, Hem vragen omtrent de gelijkenissen.

Lees meer...

Tekst en Onderricht mei 2018



8 mei 2018:
WAT DACHT JEZUS OVER ZICHZELF
“Ja, dat ben Ik en gij zult de Mensenzoon zien zitten
aan de rechterhand van de Macht.”
(Marcus 14, 53-64)

Bijbellezing uit het evangelie van Marcus:

14, 53 Men bracht Jezus haar de hogepriester,
waar alle hogepriesters, oudsten en schriftgeleerden bijeenkwamen.
54 Petrus volgde Hem op een afstand
tot op de binnenplaats van het paleis van de hogepriester
en nam plaats onder het dienstvolk om zich bij het vuur te warmen.
55 De hogepriesters en het hele Sanhedrin
zochten naar een getuigenis tegen Jezus
om Hem ter dood te kunnen brengen,
maar zij vonden er geen.
56 Wel brachten velen valse getuigenissen tegen Hem in,
maar hun getuigenissen stemden niet overeen.
57 Toen traden enige valse getuigen tegen Hem op die verklaarden:
58 “Wij hebben Hem horen zeggen:
Ik zal deze door mensenhanden gemaakte tempel afbreken
en in drie dagen een andere opbouwen
die niet door mensenhanden is gemaakt.”
59 Maar ook daaromtrent was hun getuigenis niet eensluidend.
60 Toen stond de hogepriester in hun midden op en vroeg aan Jezus:
“Geeft Ge in het geheel geen antwoord?

Lees meer...

Tekst en onderricht maart 2018

“U KENNEN, UIT EN TOT U LEVEN”
DIEPER KENNIS MAKEN
MET HET LEVEN EN DE BOODSCHAP
VAN JEZUS VAN NAZARET

HET KRUIS OPNEMEN
“Gij laat u leiden door menselijke overwegingen
en niet door wat God wil.”
(Marcus 8, 31-35; 9, 30-32; 10, 32-34)

Bijbellezing uit het evangelie van Marcus:

8, 31 Daarop begon Hij hun te leren, dat de Mensenzoon veel zou moeten lijden
en door de oudsten, de hogepriesters en de schriftgeleerden verworpen worden
en ter dood gebracht, maar drie dagen later verrijzen.
32 Hij sprak deze woorden zonder terughoudendheid.
Toen nam Petrus Jezus terzijde en begon Hem ernstig daarover te onderhouden.
33 Maar zich omkerend keek Hij naar zijn leerlingen
en voegde Petrus op strenge toon toe:
“Ga weg, satan, terug! want gij laat u leiden door menselijke overwegingen
en niet door wat God wil.”
34 Nadat Hij behalve zijn leerlingen ook het volk bij zich had laten komen,
sprak Hij tot hen:
“Wie mijn volgeling wil zijn, moet Mij volgen
door zichzelf te verloochenen en zijn kruis op te nemen.
35 Want wie zijn leven wil redden, zal het verliezen.
Maar wie zijn leven verliest omwille van Mij en het Evangelie, zal het redden.

Lees meer...

Tekst en Onderricht april 2018

“U KENNEN, UIT EN TOT U LEVEN”
DIEPER KENNIS MAKEN
MET HET LEVEN EN DE BOODSCHAP
VAN JEZUS VAN NAZARET

10 april 2018

DE VERREZENE: TE ZIEN, TE ERVAREN
“Hij is verrezen. Hij is niet hier.” (Marcus 16, 1-8)

Bijbellezing uit het evangelie van Marcus:

16, 1 Toen de sabbat voorbij was,
kochten Maria Magdalena, Maria de moeder van Jakobus, en Salome
welriekende kruiden om Hem te gaan balsemen.
2 Op de eerste dag van de week, heel vroeg, toen de zon juist op was,
gingen zij naar het graf.
3 Ze zeiden tot elkaar:
“Wie zal de steen voor ons van de ingang van het graf wegrollen?”
4 Opkijkend bemerkten ze echter dat de steen weggerold was;
en deze was zeer groot.
5 Binnengetreden in het graf zagen ze tot hun ontsteltenis
aan de rechterkant een jongeman zitten in een wit gewaad.
6 Maar hij sprak tot haar: “Schrikt niet,
Gij zoekt Jezus de Nazarener, die gekruisigd is. Hij is verrezen. Hij is niet hier.
Kijk, dit is de plaats waar men Hem neergelegd had.
7 Gaat aan zijn leerlingen en aan Petrus zeggen:
Hij gaat u voor naar Galilea; daar zult ge Hem zien, zoals Hij u gezegd heeft.”

Lees meer...

Tekst en Onderricht februari 2018



13 februari 2018
RADICAAL EN ONVOORWAARDELIJK
“Laat de doden hun doden begraven,
maar gij, ga heen en verkondig het Rijk Gods.”
(Lucas 9, 57-62)


Bijbellezing uit het evangelie van Lucas:

9, 57 Terwijl zij onderweg waren, zei iemand tot Hem:
'Ik zal U volgen, waar Gij ook heen gaat.'
58 Jezus sprak tot hem: 'De vossen hebben holen en de vogels hun nesten,
maar de Mensenzoon heeft niets waar Hij zijn hoofd op kan laten rusten.'
59 Tot een ander sprak Hij: 'Volg Mij.'
Deze vroeg: 'Heer, laat mij eerst teruggaan om mijn vader te begraven.'
60 Jezus zei tot hem: 'Laat de doden hun doden begraven.
Maar gij, ga heen en verkondig het Rijk Gods.'
61 Weer een ander zei: 'Ik zal U volgen, Heer,
maar laat mij eerst afscheid nemen van mijn huisgenoten.'
62 Tot hem sprak Jezus: “Wie de hand aan de ploeg slaat,
maar omziet naar wat achter hem ligt, is ongeschikt voor het Rijk Gods.”

Lees meer...

Tekst en Onderricht Januari 2018

9 januari 2018
HET WONDER VAN EEN NIEUW BEGIN
“Ga in vrede en wees van uw kwaal verlost.” (Marcus 5, 21-43)

Bijbellezing uit het evangelie van Marcus:

5, 21 Toen Jezus weer met de boot overgestoken was,
stroomde veel volk bij Hem samen.
Terwijl Hij zich aan de oever van het meer bevond,
22 kwam er een zekere Jaïrus, de overste van de synagoge.
Toen hij Hem zag viel hij Hem te voet en smeekte Hem met aandrang:
23 “Mijn dochtertje kan elk ogenblik sterven,
kom toch haar de handen opleggen, opdat ze mag genezen en leven.”
24 Jezus ging met hem mee.
Een dichte menigte vergezelde Hem en drong van alle kanten op.
25 Er was een vrouw bij die al twaalf jaar aan bloedvloeiing leed.
26 Zij had veel te verduren gehad van een hele reeks dokters
en haar gehele vermogen uitgegeven,
maar zonder er baat bij te vinden,
integendeel het was nog erger met haar geworden.
27 Omdat zij over Jezus gehoord had,
drong zij zich in de menigte naar voren en raakte zijn mantel aan.
28 Want ze zei bij zichzelf:
“Als ik slechts zijn kleren kan aanraken, zal ik al genezen zijn.”
29 Terstond hield de bloeding op en werd ze aan haar lichaam gewaar,
dat ze van haar kwaal genezen was.
30 Op hetzelfde ogenblik was Jezus zich bewust
dat er een kracht van Hem was uitgegaan.
Hij keerde zich te midden van de menigte om en vroeg: 
“Wie heeft mijn kleren aangeraakt?”

Lees meer...

Tekst en onderricht december 2017

12 december 2017
NIET OPHEFFEN MAAR VERVULLEN
“Denkt niet dat Ik gekomen ben om Wet en Profeten op te heffen.”
(Matteüs 5, 13-20)

Bijbellezing uit het evangelie van Matteüs:

5, 13 Gij zijt het zout der aarde.
Maar als het zout zijn kracht verliest, waar mee zal men dan zouten?
Het deugt nergens meer voor dan om weggeworpen
en door de mensen vertrapt te worden.
14 Gij zijt het licht der wereld.
Een stad kan niet verborgen blijven als ze boven op een berg ligt!
15 Men steekt toch ook niet een lamp aan
om ze onder de korenmaat te zetten,
maar men plaatst ze op de standaard,
zodat ze licht geeft voor allen die in huis zijn.
16 Zo moet ook uw licht stralen voor het oog van de mensen, 
opdat zij uw goede werken zien
en uw Vader verheerlijken die in de hemel is.
17 Denkt niet dat Ik gekomen ben om Wet en Profeten op te heffen.
Ik ben niet gekomen om op te heffen,
maar om de vervulling te brengen.
18 Want voorwaar, Ik zeg u:
Eerder nog zullen hemel en aarde vergaan,
dan dat een jota of haaltje vergaat uit de Wet,
voordat alles geschied is.

Lees meer...

Tekst en onderricht november 2017

14 november 2017:
ER KOMEN ANDERE TIJDEN: OORDEEL EN FEESTMAAL
“Gelukkig al wie zijn maaltijd zal houden in het Rijk Gods.” (Lucas 14, 16-24)

Bijbellezing uit het evangelie van Lucas:

14, 15Een der tafelgenoten die dit hoorde, zei tot Hem:
'Gelukkig al wie zijn maaltijd zal houden in het Rijk Gods.'
16Hij antwoordde hem: 'Zeker iemand gaf een groot maal en nodigde veel gasten.
17Op het uur van de maaltijd zond hij zijn dienaar om aan de genodigden te zeggen: Komt, alles is gereed.
18Maar zij begonnen zich allen opeens te verontschuldigen.
De eerste liet hem zeggen:
Ik heb een akker gekocht en moet die noodzakelijk gaan bekijken.
Ik verzoek u mij wel te willen verontschuldigen.
19Een tweede zei: Ik heb vijf span ossen gekocht en moet ze gaan proberen.
Ik verzoek u mij te willen verontschuldigen.
20Weer een ander: Ik ben zopas getrouwd. Daarom kan ik niet komen.
21Bij zijn thuiskomst bracht die dienaar dat alles aan zijn meester over.
Nu ontstak de heer des huizes in toorn en beval aan zijn dienaar:
Haast je naar de straten en stegen van de stad
en breng de armen, gebrekkigen, blinden en kreupelen hierbinnen.
22Toen de dienaar hem zei: Heer, wat gij bevolen hebt is gebeurd,
en nog is er plaats, 23droeg de heer zijn dienaar op:
Ga naar de wegen en de binnenpaden
en nodig de mensen dringend uit binnen te komen,
want mijn huis moet vol worden.

Lees meer...

Tekst en onderricht oktober 2017

10 oktober 2017:
DE OPROEP TOT NAVOLGING (5-6)
“Jezus sprak tot hen: ‘Komt, volgt mij.’” (Marcus 1, 16-20; 2, 13-17)

Bijbellezing uit het evangelie van Marcus:

(a)16 Toen Hij eens langs het meer van Galilea liep,
(b) zag Hij (c) Simon en de broer van Simon, Andreas,
(d) terwijl zij bezig waren het net uit te werpen in het meer;
zij waren namelijk vissers.
(e) 17 Jezus sprak tot hen: 'Komt, volgt Mij,
Ik zal maken dat gij vissers van mensen wordt.'
(f) 18 Terstond lieten zij hun netten in de steek (g) en volgden Hem.
(a) 19 Iets verder gaande (b) zag Hij (c) Jacobus,
de zoon van Zebedeüs en diens broer Johannes;
(d) ook zij waren in de boot bezig met hun netten klaar te maken.
(e) 20 Onmiddellijk riep Hij hen.
(f) Zij lieten hun vader Zebedeüs met de dagloners in de boot achter
(g) en volgden Hem.
13Een andere keer ging Hij naar de oever van het meer;
al het volk kwam naar Hem toe en Hij onderrichtte hen.
(a)14In het voorbijgaan (b) zag Hij (c) Levi, de zoon van Alfeüs,
(d) aan het tolhuis zitten en (e) sprak tot hem: “Volg Mij.”
(f) De man stond op (g) en volgde Hem.
(Marcus 1, 16-20; 2, 13-17)

Lezing uit: Gerhard LOHFINK,
Jezus van Nazaret. Wat wou Hij? Wie was Hij?

Jezus roept afzonderlijke mensen om Hem na te volgen; Hij kiest ze zelf uit en spreekt ze zelf aan. (…) De Blijde Boodschap over de komst van Gods heerschappij is bij Jezus tot iedereen gericht. De consequentie van deze boodschap is ook tot iedereen gericht: de oproep tot ommekeer. De oproep om zijn leerling te worden daarentegen is niet tot iedereen gericht, maar tot diegenen die Hij uitkiest. Van hen verwacht Hij dat zij zijn onzeker zwerversbestaan delen, dat zij hun eigendom achter zich laten, dat zij hun familie verlaten en met Hem samenleven als een gemeenschap van leerlingen. Zij worden tot een nieuwe manier van leven geroepen; zij worden geroepen tot een erg onzeker en hard leven – en precies daarom veronderstelt een dergelijke roeping vrijheid van beslissen. Niemand mag tot zo’n weg gedwongen worden.
(o.c. blz. 138)

Lees meer...

Tekst en onderricht september 2017

2 september 2017:
HET RIJK GODS EN HET VOLK VAN GOD
De tijd is vervuld en het Rijk Gods is nabij.” (Marcus 1, 14-15)

Bijbellezing uit het evangelie van Marcus:

14 Nadat Johannes was gevangengenomen,
ging Jezus naar Galilea
en verkondigde er Gods Blijde Boodschap.
15 Hij zei: 'De tijd is vervuld en het Rijk Gods is nabij.
Bekeert u en gelooft in de Blijde Boodschap.'
(Marcus 1, 14-15)

Lezing uit: Gerhard LOHFINK,
Jezus van Nazaret. Wat wou Hij? Wie was Hij?

Het ‘nu’ van het evangelie werd niet alleen in Nazaret niet aanvaard. Ook later in de geschiedenis van de kerk werd het telkens weer ontkend en gebagatelliseerd. En dit om dezelfde reden als in Nazaret. Blijkbaar zit het de mens dwars, als God in zijn leven concreet wil worden. Dan lopen de verlangens en voorkeuren van de mens gevaar. Ook zijn tijdschema’s. Het kan toch niet vandaag zijn, want dan zouden wij vandaag al ons leven moeten veranderen. Daarom wordt Gods heil liever naar de toekomst verschoven. Daar rust het hygiënisch goed verpakt, gespalkt, zonder gevolgen. Vaak intensiveert dit verdringingsproces het geloof in het hiernamaals. Maar het kan zich ook concreet tegen de kerk keren. Er bestaat een bepaalde vorm van minachting ten aanzien van de kerk die rechtstreeks voorkomt uit de weigering van het ‘vandaag’ dat Jezus verkondigt. Hier bedoelen we niet de scepsis of de haat van de buitenstaanders. Hier bedoelen we een minachting van de kerk die uit de binnenste kring van de kerk zelf komt en die daardoor zo vernietigend werkt, omdat gedoopten, die eigenlijk geroepen zijn om te getuigen van Gods tegenwoordigheid, niet langer geloven dat God in het hier en nu van de concrete aanstootgevende kerk zijn heil wil schenken.

Lees meer...