Tekst en onderricht april 2024


Bron van het onderricht:
John MAIN - Morton KELSEY, The Other Side of Silence. Meditation for the Twenty-First Century


Meditatie is ons openen voor een ander aspect van de realiteit
dan het materiële alledaagse en de zorg om in de wereld te overleven. Ouders waarschuwen hun kinderen voor de gevaren van de wereld, maar toch laten ze hen enthousiast aan die triviale wereld deelnemen. Daarnaast zijn ze meestal wat terughoudend, angstig en wantrouwig om kinderen in contact te laten komen met hun innerlijke wereld,
met de spirituele en mystieke dimensie van het bestaan.
In veel gevallen gaat men daarom deze dimensie infantiliseren, bagatelliseren of demoniseren.
En daardoor gaat men zo snel mogelijk de mystieke en spirituele aanleg, die kinderen nu eenmaal hebben, vernietigen.
En toch is het voor iedereen nodig onze innerlijke wereld te leren kennen, een wereld die zich vooreerst openbaart in gedachten en emoties,
vooral als men verstilt en de triviale wereld even on hold zet. Dit is weliswaar niet altijd zonder gevaar.
Keating wijst er duidelijk op dat in de stilte van de meditatie
het onbewuste als een ongedierte uit een kerker kan losgelaten worden.
Maar ook kennismaking met dat onbewuste blijft noodzakelijk
al is het maar om te ontdekken hoe onze innerlijke wereld, ons onbewuste,

het resultaat is van een verinnerlijking van geleefd worden,
van allerhande onware en ondoelmatige ideeën, emoties en noden, die ons opgedrongen worden.


We leven me dunkt in een tijd die dat voldoende illustreert.
Maar er is nog een dieper niveau van innerlijkheid dat wacht op ontdekking. Dat kunnen we pas als we ons verstillen verlengen en verdiepen.
Dat betekent ook dat we niet alleen leren onware en ondoelmatige ideeën, emoties en noden los te laten,
maar ook verwachtingen m.b.t. dat spirituele, verwachtingen die meestal in het verlengde liggen van psychologische noden, noden die behoren tot het niveau van overleven.
Het verdiepen van de stilte kan dan ook alleen maar ondernomen worden, als men bij de aanvang er goede intenties op nahoudt:
het verlangen om een liefdevoller mens te worden
en het verlangen om daarom in eenheid te leven met zichzelf en met God.
Het is goed om telkens weer van die intenties bewust te zijn en te geloven en te hopen dat wat men verlangt geen illusie is, maar iets waarvan de vervulling op ons wacht.
Als we het pad volgen dat anderen ons zijn voorgegaan, dan kan dit alleen maar helpen in het volhouden
van de nodige inspanning en discipline, die de weg nu eenmaal van ons vraagt.
De aanwezigheid en de steun van medereizigers is ook belangrijk. Onontbeerlijk is het in de praktijk brengen van een liefdevol mens te zijn in inzet, zorg, verantwoordelijkheid en liefde voor anderen.
En bij dat alles dient zich ook het besef te voegen
dat leven sterven betekent en dat sterven oefening vraagt in het loslaten van onze angsten en zorgen,
en van onware en ondoelmatige ideeën, emoties en noden.
Paul Tillich vindt dat ook het aanvaarden van ervaring van zinloosheid bij dat sterven hoort, datgene wat de woestijnvaders acèdia heetten.
In dat aanvaarden houdt ons het geloof staande dat er een innerlijke werkelijkheid is,
waarin zich de zin van ons leven openbaart.

https://www.youtube.com/watch?v=TVf4phVy8oc&ab_channel=GramophoneG hana