Homile Paaswake 2020
PAASWAKE 2020
Begroeting
Broeders, Gewoonlijk beginnen we onze Paaswake in het duister van de nacht.
Nu staan we hier “tegen het vallen van de avond” als een kleine kerkgemeenschap, wat verweesd zoals zovelen in deze onwezenlijke tijden.
“Tegen het vallen van de avond”, omdat we op die manier – dank zij Kerknet –
over vele grenzen heen samen mogen en kunnen vieren.
Dierbare medegelovigen, zusters en broeders
welkom in onze Paaswake!
We weten ons verbonden, diep verbonden!
Dat alleen al duidt op Pasen:
de Afwezige komt aanwezig!
Zo ook zijn jullie, die nu ondanks de afstand
met ons meebidden en meevieren, aanwezig.
De Heer wil in ons midden komen.
De Levende!
Hij die voor ons doorheen duisternis en dood
is gegaan om ons het leven te geven,
om licht in ons leven te brengen,
om de duisternis te verdrijven.
We staan hier rond een bescheiden vuur –
maar zeggen de psalmen niet ‘licht wordt uitgezaaid’-
moge Zijn Licht komen in ons en tussen ons in.
Homilie Pasen 2020
Die geleden heeft onder Pontius Pilatus,
gekruisigd is, gestorven en begraven;
die neergedaald is ter helle,
de derde dag verrezen uit de doden.
Broeders, (en alle zusters en broeders met wie we ons verbonden weten)
Op Witte Donderdag bleven wij stilstaan bij Jezus’ afdaling tot onze voeten, verder zelfs tot in het gebroken brood, in de vergoten beker. Hij heeft een slavenbestaan aanvaard. Gisteren zijn afdaling in de duisternis van het graf. En nu een stukje uit de geloofsbelijdenis, dat ons zegt dat de afdaling nog verder ging: neergedaald ter helle. Vorig jaar kort na Pasen kreeg ik bezoek van iemand die tijdens de Goede Week in Londen had verbleven – een zakenreis – met ook wat hij noemde enkele ‘culturele activiteiten’. Zo had hij een Evensong bijgewoond in een Anglicaanse kerk. Daar was iets gebeurd dat hem totaal verraste en overhoop haalde. Hij zei: God was al jaren heel ver weg en opeens ontstellend dichtbij. Het had te maken met een lied dat toen gezongen werd. Hij gaf me de tekst: De ballade van de Judasboom.
Ik lees in vertaling:
Homilie Nieuwjaar 2020
O, blijf dan niet verre van mij:
nu is mij wat dreigde genaderd;
en er is geen mens die mij helpt.
Zusters en broeders,
Vers 12 uit Psalm 22. Ik besef dat het wat gewaagd is om op nieuwjaarsdag met zo’n vers voor de dag te komen – een vers dan nog uit één van de donkerste psalmen van ons psalmenboek. En toch, ik kan niet anders. Dat vers draag ik al enige tijd mee en wel als een lichtpunt, als een anker, als hoop!
2020 is pas begonnen – toekomst – wat naar ons toekomt. En hoe dan ook - nu is mij wat dreigde genaderd. Toekomst heeft een dreigement in zich. Ik weet niet of jullie dat ook overkomt, maar vaak, heel vaak netelt er zich in mij bij het lezen van de krant een gevoel van onbehagen, van onzekerheid, onveiligheid, zelfs een zekere angst. Wat komt er naar ons toe? Ik noem enkele zaken die blijven hangen. Dichtbij in eigen land – de regeringsvorming die maar niet van de grond komt. Men aarzelt. Men waagt het niet. Verhinderen eigenbelang, partijbelang het gemeenschapsbelang? En ondertussen in het parlement discussies over heel wezenlijke ethische kwesties, die als het ware even tussendoor moeten behandeld worden. Het Verenigd Koninkrijk en de gehele Brexit-geschiedenis: een diepe, schrijnende verdeeldheid in wat verenigd leek. Impulsieve regeringsleiders in meerdere landen op onze aardbol, die zovele vragen oproepen en soms gewoon met verstomming slaan. De democratie als regeringsvorm komt onder druk te staan, wordt zelfs in vraag gesteld. Ik speur een angst dat veel van wat verworven leek uit balans dreigt te raken: stuurloosheid, controleverlies. De migratiestroom, die verre van gedaan is en de moeite, de grote moeite om een waarde als gastvrijheid te blijven koesteren.
Homilie Witte Donderdag 2020
INLEIDING
In de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest. AMEN.
( De genade van de Heer Jezus Christus, de liefde van God en
de gemeenschap van de heilige Geest zij met u allen. EN MET UW GEEST.
God zij ons genadig, Hij zegene ons, doe zijn aanschijn over ons lichten,
dat op aarde uw weg zij geweten, onder alle volken uw heil.
Broeders, zo staan we hier vanavond als kleine kerk – anders dan anders –
wat afgezonderd om de grote daden van de Heer te gedenken.
Afgezonderd, maar evenzeer verbonden met allen wie God genadig wil zijn.
Met een uitgedeind hart, ook al beseffen we dat wij niet altijd met die weidsheid leven.
Daarom willen we eerst onze zonden belijden, ons keren tot God om deze eucharistie goed te kunnen vieren.
Ik belijd …
Moge de almachtige God zich over ons ontfermen, onze zonden vergeven,
en ons geleiden tot het eeuwige leven. AMEN.
Homilie 33 zondag jaar C 2019
Zusters en broeders,
Vandaag is het al de 33ste zondag van het kerkelijk jaar, de voorlaatste, en de Kerk geeft ons deze laatste zondagen te denken over het einde van de tijden, over wat Jezus zelf heeft gezegd over de loop van onze mensengeschiedenis.
Het eerste wat opvalt, is dat het er niet zo rooskleurig uitziet. Soms denken wij – hopen wij – dat onze wereld evolueert naar meer vrede – nooit meer oorlog – naar een grotere verstandhouding onder mensen, naar een groeiende gerechtigheid, zelfs naar universele liefde. Maar Jezus schetst ons een andere realiteit – aardbevingen, oorlogen, onlusten, hongersnood, vervolging van zijn volgelingen. Jezus wijst ons op een realiteit die toch beangstigt, maar als we goed rondom ons kijken is die realiteit herkenbaar. Denken we maar aan wat Paus Franciscus noemt een derde wereldoorlog in stukjes – Syrië en Turkije, burgeroorlogen op meerdere plaatsen, wat er gebeurt in landen als Venezuela. Denken we aan de klimaatopwarming – protesten én ontkenning, grote droogte en overstromingen.