Pure genade
Pure genade …
Er zijn van die momenten in het leven dat een mens perplex staat. Dat kan negatief zijn in schrijnende onmacht. Maar even sterk kan onze verstomming ook voortkomen uit iets positief: iets dat ons even ongevraagd overkomt en ons letterlijk te boven gaat. Voor beide ervaringen zijn er Bijbelse verzen die op onloochenbare wijze tonen hoe levensecht ze zijn.
Mij overkwam vorige week het laatste. Plots vond ik in mijn postbus een brief van de Paus! Het gebeurt niet elke dag: een benoeming in de Pauselijke Bijbelcommissie… Het is niet bepaald iets dat ik me voornam toen ik, als 17-jarige, aan theologie begon. Ik stond versteld. Ik las twee, drie keer en moest stilaan geloven wat ik las. En ik dacht meteen aan een aantal Bijbelse teksten: aan die van de jonge David die uitverkozen werd tussen zoveel grotere en belangrijkere mensen, maar evenzeer aan die van de profeten… Want vergis u niet: een Bijbelse uitverkiezing houdt vooral een opdracht in, en wel één die de mens in kwestie niet zelden te boven gaat.
Ezrabezinning
Mt 5,13-16
Jullie zijn het zout van de aarde. Maar als het zout zijn smaak verliest, hoe kan het dan weer zout gemaakt worden? Het dient nergens meer voor, het wordt weggegooid en vertrapt. Jullie zijn het licht in de wereld. Een stad die boven op een berg ligt, kan niet verborgen blijven. Men steekt ook geen lamp aan om hem vervolgens onder een korenmaat weg te zetten, nee, men zet hem op een standaard, zodat hij licht geeft voor ieder die in huis is. Zo moet jullie licht schijnen voor de mensen, opdat ze jullie goede daden zien en eer bewijzen aan jullie Vader in de hemel.
Leven ten Volle
Jeremia 31.33-34
Jr 31,33-34
Dit is het verbond dat ik in de toekomst met Israël zal sluiten – spreekt JHWH: Ik zal mijn wet in hun binnenste leggen en hem in hun hart schrijven. Dan zal ik hun God zijn en zij mijn volk. Men zal elkaar niet meer hoeven te onderwijzen met de woorden: “Leer JHWH kennen”, want iedereen, van groot tot klein, kent mij dan al – spreekt JHWH. (Vertaling NBV)
Wie het boek van de profeet Jeremia een beetje kent, weet dat Jeremia niet de meest vrolijke van de oudtestamentische profeten is. Hij klaagt en zeurt. Hij voelt zich eenzaam en depressief (cf. Jr 20). Zijn roeping is een realiteit die hem aan de kant van de samenleving plaatst (cf. Jr 16). Heel zijn leven moet immers ‘tekenhandeling’ zijn: het leven dat hij leidt moet tonen hoe erg het gesteld is met Israël in zijn relatie tot Jahweh, en vooral hoe broodnodig de enige uitweg is: bekering. Jeremia’s boodschap bevat inderdaad een dringende en beklijvende oproep tot bekering, en die houdt ook een oordeel in over wat hij rondom zich ziet gebeuren. Een oordeel en een oproep die de mensen niet graag horen; ‘ontzetting-overal’, noemen ze hem spottend (Jr 20,10). In die tweespalt tussen God en Israël zit Jeremia geklemd. Zijn boodschap klinkt derhalve indringend in alle toonaarden van klaagzang en aanklacht. Intriest weent zijn zelfs gebed.
God is liefde
1 Joh 4,12-16
Niemand heeft God ooit gezien. Maar als we elkaar liefhebben, blijft God in ons en is zijn liefde in ons ten volle werkelijkheid geworden. En we hebben zelf gezien waarvan we nu getuigen: dat de Vader zijn Zoon gezonden heeft als redder van de wereld. Als iemand belijdt dat Jezus de Zoon van God is, blijft God in hem en blijft hij in God. Wij hebben Gods liefde, die in ons is, leren kennen en vertrouwen daarop. God is liefde. Wie in de liefde blijft, blijft in God, en God blijft in hem. (Vertaling NBV)
Als er één ding zeker is, in welke religie dan ook, dan is het dat niemand God ooit gezien heeft. Niemand weet precies hoe God er uit ziet; niemand kent de ultieme formule die zijn bestaan omschrijft; geen enkel dogma kan hem ‘vatten’ noch ‘be-vatten’; geen enkele tekst kan hem geheel ‘be-grijpen’. En toch is er één iets dat absoluut overeind blijft… Men zou alsnog kunnen spreken van een wezensdefinitie, in de zin van één diepe waarheid die de kern van zijn wezen betreft: God is liefde...