Onderricht 4 oktober 2016

dinsdag 4 oktober 2016
Bron: Thomas KEATING, Open Mind. Open Heart. The Contemplative Dimension of the Gospel, Bloombury, 2006, blz. 18-31:  First Steps in Centering Prayer

Eenheid met God is het doel van alle christenen en is voor allen bereikbaar. We hoeven die eenheid eigenlijk niet te ‘bereiken’, er naar te reiken, want die is er al en niets kan ons scheiden van de liefde van God, van zijn één-zijn met ons. We hoeven er ons wel bewust van te worden om vanuit die eenheid te leven. Daartoe moeten we instemmen met een verlangen naar innerlijke harmonie, naar eenheid met onszelf, met ons diepste zelf, met God in ons. Meditatie is een daad van instemmen. Dat instemmen doen we als we de raadgeving van Jezus opvolgen: Maar als je bidt, ga dan je binnenkamer in, doe de deur dicht, bid tot je Vader, die in het verborgene is; en je Vader, die in het verborgene ziet, zal het je lonen. (Mt 6,6) Je binnenkamer ingaan is het loslaten van alle luidruchtige uitwendigheid en de eenzaamheid durven intreden. Laurence Freeman merkt terecht op dat de eerste stap op het spirituele pad het verlaten van de massa is. Je deur dichtdoen is ook het loslaten van alle luidruchtige inwendigheid, alle gedachten en emoties die je innerlijke beroeren. Deze twee bewegingen vormen de discipline van het mediteren en leiden naar het eigenlijke contemplatieve gebed: met aandacht aanwezig zijn bij de in ons aanwezige God.

Dat loslaten van die luidruchtige inwendigheid is het moeilijke aspect van meditatie. Die luidruchtigheid is alles wat onze aandacht trekt: ideeën, overwegingen, lichamelijke gewaarwordingen ook, emoties, innerlijke beelden, herinneringen, plannen, troostende gedachten en vredig gevoel, schuldgevoel, angsten, zgn. visioenen en hemelse boodschappen. Keating vergelijkt dit alles met boten die voorbij komen op de rivier aan wiens oever we zitten. We dienen onze ogen op het water te houden maar die boten trekken onze aandacht…. En ze komen voortdurend! En ze trekken voortdurend onze aandacht en willen deze voortdurend vasthouden. Het komt er op aan er geen aandacht aan te geven maar de blik weer op de stroom te vestigen: de blik te onthechten. Meditatie is innerlijke onthechting.
Het gebedswoord, de mantra, is uitdrukking van je instemmen, van je innerlijke gerichtheid, van je aandacht. Toch is meditatie geen oefening in concentratie op je mantra, geen oefening in aandacht zoals mindfulness in essentie is. Meditatie is geen oefening in aandacht en aandacht geven aan, maar een oefening in gerichtheid, onthechting en aandacht loslaten. Het doel van meditatie is niet gedachtenloos zijn, leeg zijn van gedachten, maar leeggemaakt worden door in te stemmen met Gods aanwezigheid.
Bij dit alles is geduld van wezenlijk belang. Ook onthecht zijn van verwachtingen als je gaat mediteren, zelfs de verwachting van een geslaagde meditatietijd. Er bestaat niet zoiets als een “kwaliteitsvol” gebed, begrepen als een gebedstijd met volgehouden aandacht of vredige gevoelens. De vruchten van de meditatie zijn te zoeken in een vredevoller, vreugdevoller en dienstbaarder omgaan met medemensen.
Wat kan helpen is: een relatief rustige plek met niet veel aandachttrekkende geluiden, een relatief rustige tijd, een comfortabel zitten waarbij het lichaam geen aandacht trekt, het sluiten van de ogen,
een timer met een zacht inleidend en afsluitend geluid, het uitgeslapen zijn, een kaars of een beeld om soms even de innerlijke gerichtheid te herstellen.