Onderricht 20 december 2016

 dinsdag 20 december 2016
Bron: Thomas KEATING, Open Mind. Open Heart. The Contemplative Dimension of the Gospel, Bloombury, 2006, blz. 65-77:  The Birth of Spiritual Attentiviness

Uiteraard vergt meditatie, het contemplatieve gebed, een “inspanning”: trouw aan de dagelijkse regelmaat, een discipline en ook een zekere ascese in de leefstijl. Toch is meditatie geen kwestie van wilskrachtig een bepaald effect of resultaat nastreven zoals het beheersen van een instrument. Meditatie is geen zaak van “effectiviteit”, maar wel van “affectiviteit”. Maar affectiviteit betekent niet “emotionaliteit”, de gehechtheid aan emoties. We beogen precies een onthechting van emotionaliteit hetgeen niet hetzelfde is als ontkennen en verdringen van emoties. Emotionaliteit is instemmen met een emotie, een nood, een behoefte. Affectiviteit is instemmen met een diep verlangen. Dit onderscheid is voor velen niet onmiddellijk duidelijk! Zowel het emotionele gebed als het wilskrachtige bidden zijn illusies van het ego, het valse zelf. Het gebedswoord of de mantra is dan ook geen techniek van de wil of uiting van een emotie, maar een uiting van affectieve instemming met Gods aanwezigheid, met de door Hem gegeven eenheid.

Dat affectief instemmen is een ontvangen, niet een wilskrachtig zelf creëren. Zo dienen we ook onze ‘transformatie’ niet zelf te bewerken. Dit kan alleen maar de genade tegenwerken. Ontvangen is een vorm van onthechting, nl., onthechting van de drang tot zelfcontrole, zelfregularisatie. Tegenover deze drang staat het wachten en verwachten, altijd het gevolg van een instemmende houding. Dit laatste doet ons er weer aan denken dat het affectieve instemmen niet het ‘emotionele’ voelen, ervaren van eenheid is! Die eenheid is trouwens zelden te ervaren maar wel te beleven en dus te zien door anderen. Omgekeerd is het ontbreken van het gevoel van eenheid geen indicatie van het niet in eenheid zijn! Het gevoel van ‘dorheid’ is zeker ook geen reden om het mediteren op te geven, noch het zich ‘één voelen’ een reden om langer te mediteren en het werk en de verantwoordelijkheden uit te stellen of te verdagen.