Onderricht 7 februari 2017

dinsdag 7 februari 2017
Bron: Thomas KEATING, Open Mind. Open Heart. The Contemplative Dimension of the Gospel, Bloombury, 2006, blz. 115-119: An Intensive Centering Prayer Retreat

Het is duidelijk dat een wat langere tijd mediteren de ervaring van innerlijke stilte kan verdiepen. Maar uiteraard is het nastreven van een innerlijk vredig gevoel niet het doel van ons mediteren. Het klopt dat bij die diepere stilte-ervaring de tijd sneller voorbij lijkt te gaan. Dat komt omdat tijdservaring verbonden is aan waarneming. Als je minder waarneemt is er dus ook minder tijdsbewustzijn en als we mediteren is ons onderzoekend en aan alles klevend waarnemen stilgezet. We moeten in ieder geval ook ons gebed, ons mediteren niet onderzoekend waarnemen. Want als je de waarnemer bent van je inwendig gebed loop je het risico te oordelen over de kwaliteit van je gebed. Waarnemen houdt snel het risico in met oordelende gedachten bekleed te worden. Een diepere stilte-ervaring kan wel innerlijke rust met zich meebrengen. Een overgang van onrust naar rust is te verklaren omdat je innerlijke weerstand tegen stilte op de duur ook moe wordt en het opgeeft. Daarom moet je een voldoende lange tijd mediteren om je onrust de kans te geven het op te geven.


De tijdsduur van de meditatie hangt af van je temperament, je ingesteldheid en de genade. Maar als we in groep mediteren mag de tijd noch té kort, noch té lang zijn.
Bij het inwendig herhalen van de mantra, het gebedswoord, is je forceren en inspanning niet aan de orde. De discipline in het mediteren is er één van toestemmen en instemmen. Het is toestemmen dat het woord een eigen inwendig leven begint te leiden, zichzelf zegt. Denken ‘Ik moet nu mijn woord zeggen en herhalen’ is een gedachte dat moet losgelaten worden. Eigenlijk moet het woord als een spontane gedachte komen, een gedachte die alle andere vervangt, een gedachte waaraan je als enige je aandacht geeft, maar tevens ook losgelaten kan worden. Maar de gedachte dat je zachtjes naar je woord kunt terugkeren is uitstekend. Het principe is dat je het gebedswoord blijft zeggen tot je in diepe vrede en stilte komt. Maar dat beslis je zelf niet. Het stilvallen van het woord zal aan jou gebeuren. En zolang gedachten blijven komen richt je je opnieuw op je centrum door het woord. En laten we ons geen illusies maken: gedachten blijven komen. Dus…
Tenzij je voorganger bent, kun je in het liturgisch gebed of de eucharistieviering het contemplatieve bidden verder zetten. Dat betekent nu niet dat je dan dient te mediteren! Al je luisterende aandacht geven aan wat gelezen en gezegd wordt is precies een vorm van contemplatief bidden, of anders gezegd: liturgie vieren met de noodzakelijk vereiste contemplatieve ingesteldheid.
Weet dat God je evenzeer nabij is als je in je alledaagse leven je taken vervult en je verantwoordelijkheden opneemt, ook al ben je je niet van die aanwezigheid altijd goed bewust.
Meditatie kan ook nooit een vlucht zijn.