Onderricht op 1 oktober 2024


Onderricht op 1 oktober 2024 Een weg naar grotere liefde
Als een wereld getekend is door angst, is er in die wereld geen vrijheid. Ook in ons innerlijk kan er een wereld van angst zijn.
In de praktijk van de meditatie
kan men met die wereld geconfronteerd worden
in de storende en verstrooiende onware en ondoelmatige gedachten. We gaan deze gedachten niet ontkennend wegduwen,
maar ze erkennen als onwaar en ondoelmatig
en door onze aandacht opnieuw op ons gebedswoord te richten hen zachtjes leren loslaten.
Zo worden we innerlijk vrijer.
Maar niet alleen angstige gedachten en gevoelens storen ons en beroven ons van innerlijke vrijheid.
Ook de emoties en gedachten die in ons opborrelen
vanuit het verlangende ik als plannen, fantasieën en wensdromen.
Waar het plannen betreft kunnen die ons voorkomen als spontaan en creatief en vaak als goede ingevingen.
Maar ze hebben dezelfde bron als de angstige gedachten
en zijn er eigenlijk zeer verwant mee. En dat blijkt als naast het verlangen ook de vrees voor niet erkenning of mislukking van onze plannen opdaagt.

Vrijheid is afwezigheid van angst


waardoor we volledig in het nu-moment kunnen leven en we volledig onszelf kunnen zijn, zijn wie we nu zijn,
niet angstig denkend aan wie we waren, aan wie we hadden kunnen zijn of aan wie we willen zijn.
We kunnen aanwezig zijn zonder projectie of angst voor afwijzing. Dat is echter niet vanzelfsprekend.
Deze vrijheid vraagt het werk van onthechting
en leert dat ware vrijheid niet de ongeremde mogelijkheid is om te kunnen toegeven aan onze behoeften aan bevrediging, beveiliging en bevestiging.
Wie op deze wijze vrij wil zijn, wil niet echt vrij worden
maar wil eerder ongestoord zijn gang gaan en met rust gelaten worden.

De eerste stap naar onthechting, de eerste stap op het spirituele pad, de eerste stap naar vrijheid is het verlaten van de massa.
Het is het loslaten van de nood aan bevestiging van anderen.
Het is geen nood meer hebben aan een collectief om er anders, speciaal en apart te zijn,
soms zo valselijk voorgesteld als ‘jezelf zijn’.
De massa, dat collectief waar we zo’n nood aan kunnen hebben,
bevindt zich wel degelijk in ons, in onze noden
die zich bekendmaken in ons onwaar en ondoelmatig denken. De massa is vooreerst de massa van de mentale verstrooiing. Meditatie is die massa verlaten,
het aanhoudend verlangen, het aanhoudend bewustzijn van gemis, maar ook van angst en van schuld.
Het boeddhisme verkondigt dat we dit bewustzijn moeten leegmaken, verzaken aan verlangens en daardoor vrij van lijden zullen zijn.
Maar de vrijheid die wij beogen is niet het ontbreken van lijden. Mediterend maken we ons bewustzijn ook niet leeg.
We heroriënteren het.
Meditatie is een tijd waarin we
de aandacht van het angstige en verlangende ego afwenden, waarin we de aandacht van het willen afwenden,
ook van het spiritueel willen en streven.
Het is een tijd van zijn, een oefening met een omvormend effect. Het afsterven van het willen leidt tot onbeweeglijkheid,
innerlijk het stilvallen van de stroom van gedachten, uiterlijk van het lichaam, waarvan de beweeglijkheid
ook slechts een middel is om innerlijke onrust te lijf te gaan. Innerlijke onbeweeglijkheid is concentratie,
de gerichtheid op de mantra, op het gebedswoord. https://www.youtube.com/watch?v=b8SkX9CSJQo&ab_channel=jan


* Inspiratie voor het onderricht wordt in dit werkjaar geput in het werk Laurence FREEMAN,
Sprekende stilte. Over christelijke meditatie, Lannoo, Tielt.