Homilie voor het hoogfeest van Pinksteren 5 juni 2022
Homilie voor het hoogfeest van Pinksteren 5 juni 2022
Handelingen 2, 1-11
Toen de dag van Pinksteren aanbrak, waren alleen bijeen op dezelfde plaats. Plotseling kwam uit de hemel een gedruis alsof er een hevige wind opstak en heel het huis waar zij gezeten waren was er vol van. Er verscheen hun iets dat op vuur geleek en dat zich, in tongen verdeeld, op ieder van hen neerzette. Zij werden allen vervuld van de Heilige Geest en zij begonnen te spreken in vreemde talen, naargelang de Geest hun te vertolken gaf. Nu woonden er in Jeruzalem Joden, vrome mannen die afkomstig waren uit alle volkeren onder de hemel. Toen dat geluid ontstond, liepen die te hoop en tot hun verbazing hoorde iedereen hen spreken in zijn taal. Zij waren buiten zichzelf en zeiden vol verwondering: Maar zijn al die daar spreken dan geen Galileeërs? Hoe komt het dan dat ieder van ons hen hoort spreken in zijn eigen moedertaal? Parten, Meden en Elamieten, bewoners van Mesopotamië, van Judea en Kappadocië, van Pontus en Asia, van Frygië en Pamfilië, Egypte en het gebied van Libië bij Cyrene, de Romeinen die hier verblijven, Joden zowel als proselieten, Kretenzen en Arabieren, wij horen hen in onze eigen taal spreken van Gods grote daden.
Homilie voor de 7de zondag na Pasen 29 mei 2022
dat Jezus zijn afscheidsrede besloot met een lang gebed.
En op het einde van dat gebed bad hij voor allen die geloven,
zowel voor zijn leerlingen als voor allen die tot geloof zouden komen door de verkondiging van zijn leerlingen.
Hij bad dus ook voor ons.
Hij drukte in zijn gebed het verlangen uit dat allen, die geloven, één zouden zijn, dat er onder hen eenheid en verbondenheid zou heersen,
dat dus ook ons samenzijn gekenmerkt zou mogen worden door eenheid en verbondenheid, door onderlinge vrede.
Het is goed dat we hier onmiddellijk benadrukken dat die onderlinge vrede, eenheid en verbondenheid
niet onze prestatie is, niet iets is dat wij zomaar kunnen realiseren. Onze onderlinge eenheid en verbondenheid ontstaat niet en groeit niet door voortdurend elkaar aan te kijken, elkaar aan te spreken.
Homilie van Pasen 202
Homilie voor het hoogfeest van de Verrijzenis van de Heer Pasen – 17 april 2022
De man is niet genomen uit de vrouw, maar de vrouw uit de man,
en de man is niet geschapen om de vrouw, maar de vrouw om de man. (1 Kor 11, 8-9)
Het is de apostel Paulus die dit geschreven heeft
en nog meer dergelijke ergerlijke verzen zijn in zijn brieven te lezen.
Gelukkig beschouwen we ze niet meer als richtinggevend voor ons denken
en leidinggevend voor ons gelovig en kerkelijk leven.
Er is al zeer veel dat we enthousiast achter ons gelaten hebben en er is nog veel dat we achter ons willen laten,
zoals ooit iemand schreef:
Wij moeten opnieuw leren begrijpen wat geloven betekent.
Dat kan vereisen dat heel wat christenen een deprogrammering moeten ondergaan van hun vroegere religieuze opvoeding.
Gelukkig moet er bij jou niets gedeprogrammeerd worden.
Maar wie – zonder kennis te hebben van en rekening te houden met de godsdienstig culturele context van Paulus
– samen met zijn ergerlijke uitspraken
de figuur van Paulus en al zijn moeilijke brieven aan de kant wil zetten, die gooit toch wel het kind met het badwater weg,
Homilie voor de tweede zondag van de paastijd 24 april 2022
Homilie voor de tweede zondag van de paastijd 24 april 2022
Paus Franciscus schrijft over de verrijzenis:
Zijn verrijzenis is geen feit uit het verleden,
zij is een kracht tot leven die de wereld doordringt. (De Vreugde van het Evangelie 276)
Laten we dit even anders stellen:
de verrijzenis is niet zomaar een historisch gebeuren dat we met het paasfeest herdenken zoals we op 11 november de wapenstilstand na de Grote Oorlog herdenken
of zoals we de genocide in Rwanda kunnen herdenken
en zoals we binnen 30 jaar wellicht eveneens de oorlog in Oekraïne zullen herdenken. De verrijzenis van Christus is een ervaringsgegeven.
Het is de ervaring van een levenskracht, een kracht die ons doet leven of herleven,
een kracht die ons doet opstaan tot nieuw leven.
Het is een ervaring die ons vervult van diepe vrede en vreugde,
een veel sterkere ervaring dan die van een voorbijgaand goed gevoel. Het is de ervaring van bevrijd worden van angst,
getild worden uit onze zelfgenoegzaamheid, ons egoïsme.
Het kan ook de ervaring zijn van gehaald worden uit twijfel over onszelf, of uit een slopend gevoel van verdriet en verlies.
Het is de ervaring van opgenomen zijn in een groter leven
of het bewust worden van bemind zijn, aanvaard, vergeven, genezen. Het is de ervaring van liefde, van moed en diepe wijsheid.
De apostel Paulus vat die ervaring samen in twee woorden: vrede en vreugde. De verrezen Heer kan het met één woord: vrede.
Het is zijn eerste woord waarmee Hij aangeeft wat Hij ons toewenst, wat Hij ons geeft en hetgeen waar wij ten diepste ook naar verlangen.
Het moet het eerste woord zijn waarmee we elkaar zouden kunnen begroeten. Het moet het eerste woord zijn van deze ontmoeting met de Verrezen Heer.
De vredeswens volgend op het kruisteken in het begin van de eucharistieviering moet daarom niet voorafgegaan worden door allerhande beschouwingen.
‘Vrede’ weze ook het laatste woord van onze ontmoeting met de Verrezene: “Gaat nu allen heen in vrede.”
‘Vrede’ is hetgeen we innerlijk ervaren
als we aangeraakt worden door de kracht van de verrijzenis, door de Verrezene.
Het is een innerlijke aanraking, maar niet een kwestie van emotionele gewaarwording. Het is een kracht, een diep verlangen dat ons op weg zet,
een inspiratie die ons stuwt naar liefde en goedheid. Dit alles geschiedt in de ontmoeting met de Verrezene.
Door Hem innerlijk aangeraakt worden
is hetzelfde als door de Geest bezield worden.
Hoe en waar en wanneer kunnen wij
die kracht tot leven die de wereld doordringt ervaren? Men zou kunnen zeggen:
we moeten eerst ons verdriet loslaten, het verdriet van Maria Magdalena bij het graf; we moeten eerst onze angst loslaten, de angst van de leerlingen in hun verblijfplaats; we moeten eerst onze twijfel loslaten, de twijfel van de apostel Thomas,
de twijfel die echter ook alle andere leerlingen hadden.
Maar Jezus laat zich door dat verdriet, die angst en die twijfel niet tegenhouden. Hij komt ons tegemoet ondanks verdriet, angst en twijfel.
Hij komt precies verdrietige, angstige en twijfelende mensen tegemoet.
Homilie 2 zondag vasten 2022
Homilie voor de 2de zondag van de veertigdagentijd C 13 maart 2022
Het vieren van de zondagsliturgie zou een berg-gebeuren dienen te zijn.
In het Oude Testament, maar ook in de evangelies, is de berg de plaats van het bidden
en de plaats waar we Gods woorden en wil vernemen, waar Gods ons zijn wil en wezen wil openbaren
en wij naar Gods woorden ten leven luisteren.
Mozes en Elia, de voor de joodse gelovige belangrijkste schriftfiguren, zijn beide daarom op de berg geweest.
Ze hebben daar allebei ook verlangd om Gods heerlijkheid te zien. Maar ze kregen er alleen iets te horen,
namelijk Gods woorden ten leven
en de opdracht deze als wetgever en profeet aan het volk door te geven.