Tekst eno onderricht 4 november 2025
Onderricht op 4 november 2025
Inspiratie voor het onderricht wordt in dit werkjaar o.a. geput uit Michael CASEY, ocso, Naar God. Inleiding tot de praktijk van het gebed, Lannoo-Tielt, Abdij Bethlehem, 2007.
Het ware bidden groeit uit het verlangen naar een waarachtig bestaan, een leven dat meer betekent dan een jachtig gedoe
op zoek naar bevrediging, beveiliging en bevestiging,
meer dan het dienen van de goden van bezit, macht en eigenbaat. Het verlangde leven is zelfs als het leven,
dat een zoeken is naar diepe vrede en vreugde,
datgene waarvan we weten dat het ons gegeven is in eenheid met God. Het zoeken blijkt al alles te zijn,
zoals voor een pelgrim de tocht belangrijker kan blijken dan de aankomst. In dat zoeken dienen we ons te bevrijden van hinderlijke ballast,
zoals datgene waarvan we denken dat we er niet zonder kunnen. Hinderlijk kan ook een al te vroeg ontwikkelde identiteit zijn,
een imago waarvan we dachten het te moeten verwerven en dat we in stand willen houden.
En dan is er nog datgene waarvan we wel weten dat het hinderlijk is waarvan we weten dat we er bevrijd moeten van worden,
waarvan we zeker zijn dat we het moeten loslaten. Maar dat lukt ons zo moeilijk.
We moeten dus leren onszelf vergeten, ons onware zelf, ons opgebouwde wereld-ik.
Dat betekent dat we onszelf niet meer in het centrum plaatsen, ook niet meer in ons bidden en in onze vrome overwegingen,
maar groeien in aandacht voor anderen, in goedheid, in menselijkheid, in sereniteit en ook in omgang met mislukking, falen en tegenspoed.
Bidden is geen privé-kapel gedoe
waarbij men zich terugtrekt van de rest van de wereld.
Bidden doet ons groeien in eenheid met God
en dus in aandacht en openheid voor anderen en in mededogen.
Er komt ruimte voor een vorm van naastenliefde
die meer is dan een natuurlijke geaardheid van sympathie
en zelfs meer is dan een engagement die aanleunt bij ascese.
De groei die het gevolg is van het contemplatieve bidden is het verschijnen van een nieuwe mens
die alle zelfgenoegzaamheid opgeeft, ook en vooral ook op spiritueel vlak.
De ware contemplatieve mens heeft niets
van de zelfvoldane gerechtigheid van de farizeeër vooraan in de tempel, sluit geen ogen en oren voor de realiteit van de wereld en zichzelf,
kan eigen beperktheid en onvolmaaktheid onder ogen zien, durft de confrontatie aangaan met negatieve emoties,
en duistere eigen karaktertrekken en schaduwen. Bidden en mediteren is geen vlucht,
noch van zichzelf, noch van de wereld, noch van het leven
met zijn uitdagingen, risico’s en moeilijkheden, noch van het lijden.
Bidden is een zich toekeren naar voluit leven gevolg gevend aan een quasi natuurlijke neiging omdat we nu eenmaal geschapen zijn naar God toe en er in ons zich een verlangen kan openbaren
nadat we in de wereld alles gepresteerd en verworven zouden hebben. https://www.youtube.com/watch?v=dU7k-hiiVjw&list=RDdU7k-hiiVjw&start_radio=1