Homilie Zeventiende zon A

 

 

 
 
 
 
 
 
 
Zeventiende zon A            1Kon 3,5.7-12      Rom 8,28-30    Mt 13,44-52

Verborgen schatten prikkelen onze verbeelding. Wie las in zijn jeugd niet één of ander stripverhaal onder de titel ‘schateiland’ of ‘de schat van Beersel of van Orval’? Schatten worden gevonden op zolders en in crypten, in tomben van vergeten Farao’s, in het ruim van gezonken piratenschepen, op verlaten eilanden, in ruïnes van abdijen en kastelen of desnoods onder de tronk van een oude wilgenboom. Verborgen schatten prikkelen onze verbeelding omdat ze aan een onbewust verlangen raken, namelijk om zonder jaren van labeur en spaarzaam leven plots rijk te worden, fabelachtig rijk zoals Salomo, waarvoor zelfs de koningin van Seba in haar draagkoets stapte, om die rijkdom te gaan bekijken.

 

1

 
Hoe spannend en kleurrijk de menselijke fantasie zich de schatten, de vindplaatsen en de obstakels onderweg ook moge voorstellen: er is telkens één constante: de schat wordt altijd gevonden aan het eind van het verhaal. Het lijkt wel of na het vinden van de schat onze verbeelding stokt. Wat daarna volgt mist elk vermogen ons nog te boeien. Het is bekend dat de zeldzame winnaars van miljoenenbedragen van jokerpotten en tombola’s, er nadien bijna nooit in slagen een gelukkig leven op te bouwen. Geld heeft een goede meester nodig en dat is men blijkbaar niet als men er niet eerst hard voor gewerkt heeft. Ook de successtory van Salomo eindigt deplorabel. Die zo wijze, zo verbluffend rijke oosterse koning, laat zich verleiden door afgoden, zijn rijk scheurt uiteen en al zijn werk, tot en met zijn beroemde tempel, wordt na zijn dood vernietigd

Lees meer...

Homilie Pinksteren 2023

 

 

 

 

 

 

 

Pinksteren 2023          Joh 20,19-23      Hand 2, 1-11      1Kor. 12,3-13

‘Eenheid in verscheidenheid’, zo zouden wij het gebeuren van de Geestuitstorting met Pinksteren kunnen noemen. In het multiculturele Jeruzalem werden vele talen gesproken, maar ieder verstond perfect het verhaal van Gods grote daden dat de apostelen nu verkondigen. In de Kerk van Korinthe verwekt de Geest vele vormen van dienstbetoon. Ze lopen elkaar echter niet voor de voeten maar spelen harmonieus op elkaar in. Allerlei verschillende ledematen maar toch één en hetzelfde lichaam. Harmonie, samenwerking, complementariteit! Ieder mag zijn eigen gaven en talenten tot ontwikkeling brengen in dienst van de gemeenschap. Dit alles is het rechtstreeks gevolg van de uitstorting van de Heilige Geest met Pinksteren, vijftig dagen na Pasen, de dag waarop de joden Sjavoeot vieren, het Wekenfeest, een gedachtenisfeest van het Godsgeschenk van de Tora aan zijn volk. En nu vieren christenen het grote geschenk van de Heilige Geest aan de Kerk, het wereldwijde en universele volk van God.

Lees meer...

Homilie Zesde Paaszondag A 2023

 

Zesde Paaszondag A Hand 8,5-8,14-17 1Pet 3,15-18 Jn 14,15-21

De Heilige Geest komt in de drie lezingen van deze zesde Paaszondag ter sprake, als een voorbode van het nakende Pinksterfeest. We kunnen ons enigszins op de uitstorting van de Heilige Geest met Pinksteren voorbereiden door zijn werkzaamheid in de Schriftteksten na te speuren.
     Zo blijkt uit het verhaal uit de Handelingen van de Apostelen dat Filippus in Samaria het woord verkondigt, er de onreine geesten uitdrijft en er lammen en kreupelen geneest. De Samaritanen verwelkomen het Woord van God dan ook met vreugde. Maar pas in een tweede fase, nadat de apostelen Petrus en Johannes voor hen bidden en hen de handen komen opleggen, ontvangen zij de Heilige Geest. Handoplegging en gebed doen ook in de Eucharistie de Heilige Geest neerdalen over de gaven van brood en wijn, hetgeen wij met een technisch woord ‘epiclese’ noemen. En als iemand tot priester wordt gewijd, worden hem door de bisschop en alle aanwezige priesters biddend de handen opgelegd opdat de Heilige Geest in de wijdeling mag neerdalen.
Onthouden we dat de instorting van de Heilige Geest altijd gepaard gaat met gebed, wordt voorbereid door gebed en ons leert bidden.
     De lezing uit de eerste Petrusbrief eindigt met het zinnetje dat Christus gedood werd in het vlees maar ten leven gewekt werd door de Geest. Een tweede vaststelling in verband met de Heilige Geest is dat Hij levend maakt wat dood is. Maar eveneens dat Hij ons doet getuigen van de hoop die in ons leeft. De context van de eerste Petrusbrief is die van de weerstand die de jonge Kerk ondervindt in de verkondiging van de verrezen Christus. Dit brengt lijden met zich mee, zoals dat ook vandaag nog steeds het geval is. Wij mogen en moeten als christenen met zachtheid en respect getuigenis afleggen van wat ons bezielt. Maar als we daardoor te lijden krijgen, is Christus ons voorbeeld en model, Hij die gedood werd in het vlees maar ten leven gewekt werd door de Geest. De Heilige Geest vormt een negatieve ervaring van afwijzing en vervolging om tot nieuw leven.

Lees meer...

Homilie Vijfde Paaszondag A 2023

Vijfde Paaszondag A    Hand 6,1-7    1Petr 2,4-9    Joh 14,1-12

In de tekst van het 14de hoofdstuk van het Johannesevangelie is Jezus in gesprek met zijn leerlingen. Het is een gesprek waarin het komende afscheid doorklinkt, met de gevoelens van pijn en onzekerheid inherent aan zo’n afscheid. Jezus troost zijn vrienden en laat hen vooral zien dat het afscheid niet definitief is. Hij vertrekt weliswaar maar komt terug om zijn vrienden voor altijd bij zich te nemen. Dit slaat op de eindtijd, de parousie, wanneer Christus wederkomt in heerlijkheid om te oordelen de levenden en de doden. Er is plaats genoeg in het huis van de Vader! Wij, de leerlingen van Jezus, moeten niet bang zijn dat wij uitgesloten zullen worden. We mogen vol vertrouwen de wederkomst van Christus tegemoetzien als we op de goede weg blijven, en die weg is Christus zelf. “Ik ben de Weg”, zegt Hij.

Lees meer...

Homilie Paaszondag 2023

 

 

 

 

 

 

Paaszondag    Hand. 10, 34-43    Kol. 3, 1-4    Joh. 20, 1-9
De verrijzenis speelt zich af in een tuin. Hoe kan het anders? Alles begon ook in die tuin, die God de Heer die eerste dag had aangelegd voor de mens om in te wonen. Daarin liet God ook allerlei bomen opschieten, aanlokkelijk om te zien en heerlijk om van te eten, met midden in de tuin de boom van het leven. Zo schildert Genesis ons de oorspronkelijke habitat af van de mens.
En God schiep de mens als man en vrouw, de een en de ander, rib aan rib met elkaar verbonden.

God de Heer plaatste de mens in zijn aarde-tuin om die te bewerken en te beheren. Maar wat maakte de mens ervan? Een regelrechte ravage, een oorlogsgebied, een permanent slagveld. De goede grond doorploegde hij met bommen en explosieven. Rivieren veranderde hij in stinkende riolen, wouden in troosteloze woestijnen. De lucht blies hij vol stof en dioxines. Traditionele samenlevingen vernietigde hij. Harmonische verbanden verbrak hij. De aarde doordrenkte hij met het bloed van zijn broeders en zusters. Vanuit de diepe angst in zijn hart, gaf de mens de paradijstuin prijs aan verloedering.

Lees meer...