Waarom zou ik de Bijbel lezen?



‘De plaats waar God en mens elkaar ontmoeten’: zo omschrijft paus Franciscus de Bijbel. Maar hoe goed kennen we het Boek der Boeken eigenlijk? En is het zinvol om er in je eentje beginnen in te lezen? We vragen raad aan Hans Ausloos, Bijbelwetenschapper en professor aan de Université catholique de Louvain

Het zou een quizvraag kunnen zijn: hoe- veel boeken telt de rooms-katholieke Bijbel? Het zijn er maar liefst 73 – en
van de meeste hebben veel gelovigen nog nooit gehoord. Hoe komt het toch dat onze Bijbelken- nis vaak beperkt is tot de verhalen over Jezus en enkele passages uit het Oude Testament, zoals het wedervaren van Noach en zijn ark, of de gebeur- tenissen in de tuin van Eden?
Hans Ausloos geeft al dertig jaar lezingen over de Bijbel, onder meer voor de Davidsfonds Aca- demie. Hij merkt dat de interesse voor het onder- werp almaar groter wordt: ‘Soms zitten er hon-
derdtwintig mensen in de zaal. Er is blijkbaar een nood om meer te weten te komen over de Bijbel. In protestantse kringen worden Schriftteksten vanouds gelezen en bestudeerd, maar katholieke gelovigen kennen die traditie niet. Mijn groot- ouders vertelden me altijd dat ze de Bijbel niet móchten lezen.’

Lees meer...

tekst en Onderricht 11 mei 2021

LEVENSKRACHT PUTTEN IN BIJBELSE WIJSHEID



Vooraf:


Gebed:

Geef ons Uw Woord, Heer,
en maak ons voor Uw Woord open en aandachtig.
Uw Woord waarin Gij U openbaart en wij ons ware wezen herkennen.
Uw Woord dat ons verruimt en verrijkt, ons inspireert tot het hoogste,
het meest menselijke, het goddelijke.
Uw Woord dat ons leidt
om scheppend en verrijkend in het leven te staan, liefdevol, vredevol en vreugdevol.
Uw Woord dat ons oproept om Uw Zoon te volgen
en deel te nemen aan het Koninkrijk. Geef dat wij er nooit verstoken van zijn. Amen.

Lees meer...

Tekst en onderricht 9 maart

LEVENSKRACHT PUTTEN IN BIJBELSE WIJSHEID

Vooraf:

Een mens kan veel relaties hebben, maar weinig vrienden.
Het woord ‘relatie’ is dan ook niet geschikt om vriendschap aan te duiden.
Evenzeer zijn echte vrienden zelden ‘vrienden’ op Facebook.
Ze hebben dit platform, dit podium niet nodig om hun vriendschap te beleven. Vrienden houden er niet van om hun vriendschap in de openbaarheid te gooien en zullen in gezelschap ook nooit over hun vriendschap opscheppen.

In het Open Contemplatief Huis hebben we het al vaker over vriendschap gehad. Het werkjaar 2019-2020 had als thema:
Ontmoeting en vriendschap: een goddelijk gebeuren. De spirituele dimensie in intermenselijke relaties.
Naast teksten van meerdere auteurs gebruikten we bij de inleidingen als handboek
Herwig Arts’ boek De wegen van het hart. Over vriendschap.
Voor Stille Abdijdagen in Orval putten we ooit stof voor de conferenties uit De vier liefdes van C.S. Lewis, waarin ik heel wat
voor mij nieuwe en verruimende ideeën over vriendschap aantrof. inspirerende bladzijden over vriendschap las ik ook
in het boek van Libert Vander Kerken, Menselijke liefde en vriendschap.
En ik neem nog vaak Anam Cara: Mystiek uit de Keltische Wereld
van John O’Donohue ter hand.
Ik noemde dit ooit ‘zalvende lectuur’.
De titel heeft trouwens alles met diepe vriendschap te maken:
De Keltische opvatting van vriendschap
vindt haar inspiratie en culminatie in de verheven idee van de anam cara.
‘Anam’ is het Gaelische woord voor ziel

(verwant met het Latijnse ‘anima’ en het Franse ‘âme’),
‘cara’ is het woord voor vriend
(verwant met het Latijnse ‘caritas’, het Franse ‘charité’ en het Engelse ‘care’).
Anam cara betekent dus zielsvriend.
Het wezen dat zorg draagt (Eng. to take care) voor je ziel, voor je innerlijkheid. Samen met Hubert had ik ooit een Plus- en Jongerenwerking met die naam.

In de christelijke Keltische mystiek
wordt Christus uiteraard aangeduid als dé anam cara.

Gebed:

Geef ons Uw Woord, Heer,
en maak ons voor Uw Woord open en aandachtig.
Uw Woord waarin Gij U openbaart en wij ons ware wezen herkennen.
Uw Woord dat ons verruimt en verrijkt, ons inspireert tot het hoogste,
het meest menselijke, het goddelijke.
Uw Woord dat ons leidt
om scheppend en verrijkend in het leven te staan, liefdevol, vredevol en vreugdevol.
Uw Woord dat ons oproept om Uw Zoon te volgen
en deel te nemen aan het Koninkrijk. Geef dat wij er nooit verstoken van zijn. Amen.


Bijbellezing uit het boek Wijsheid van Jezus Sirach:


6, 5 Minzame taal maakt overal vrienden
en een hoffelijke tong krijgt overal welwillend antwoord.
6 Laat velen met u in vrede leven,
maar laat slechts een op de duizend uw raadsman zijn.

7 Wilt gij iemand tot uw vriend maken,
doe dat pas na hem beproefd te hebben en vertrouw hem niet te haastig.
8 Menigeen is uw vriend, zolang het hem goed uitkomt, maar hij blijft niet trouw op de dag van de rampspoed. 9 Menigeen is uw vriend, maar wordt uw vijand
en brengt tot uw schande de ruzie op straat.
10 Menigeen is uw vriend en zit met u aan tafel,
maar hij blijft niet trouw op de dag van de rampspoed.
11 In voorspoed staat hij aan uw kant
en gaat hij gemeenzaam met uw bedienden om.
12 Maar gaat het u slecht, dan keert hij zich tegen u en laat hij zich niet meer bij u zien.
13 Houd u ver van uw vijanden en wees op uw hoede voor uw vrienden.
14 Een trouwe vriend is een machtige schutsmuur. Wie hem vindt, heeft een schat gevonden.
15 Een trouwe vriend is niet te betalen.
Het is een heerlijkheid waar niets tegen opweegt.
16Een trouwe vriend is een levenskruid. Wie de Heer vrezen zullen er een vinden.
17 Wie de Heer vreest houdt zijn vriendschap ongekreukt, want zoals hij zelf is, is ook zijn naaste.
22, 19 Wie het oog raakt doet tranen vloeien, wie het hart raakt verdrijft de vriendschap.
20 Wie een steen naar vogels gooit jaagt ze weg,
wie een vriend hoont maakt een eind aan de vriendschap. 21 Als gij het zwaard tegen een vriend hebt getrokken, wanhoop dan niet, want er is nog een weg terug.
22 Als gij tegen een vriend een grote mond hebt opgezet, maakt u dan geen zorgen, want er is nog verzoening mogelijk.
Maar hoon en hooghartigheid, het verraden van een geheim en slinkse streken. Daarvoor gaan alle vrienden op de loop.
23 Verwerf het vertrouwen van uw naaste als hij arm is: dan zult gij ook volop delen in zijn voorspoed.
Blijf bij hem in tijden van nood: dan zult gij delen in zijn erfenis.
24 Voordat er vuur komt geeft de oven walm en rook: zo vallen er scheldwoorden voordat er bloed vloeit.
25 Ik zal mij niet schamen een vriend te beschermen en ik zal mij niet verbergen als hij komt.
26 En als mij door hem iets kwaads gebeurt, zal ieder die het hoort voor hem oppassen.

Duiding

(Onderstaande is soms vrij persoonlijk.)

Vriendschap is absoluut baatloos.
Tussen vrienden kan er een gemeenschappelijke interesse zijn,
een gezamenlijk engagement, een gedeelde ervaring, dezelfde inzichten, maar tussen hen zweeft nooit een geest van eigenbelang
en ook niet het delen van een vorm van groepssolidariteit, hetgeen zo dikwijls op collectief gedeeld zelfbelang neerkomt. Een vriendschap onderhoud ik niet om mijn leegte te vullen, nog minder om mijn verveling tegen te gaan.
Een vriend helpt me eerder mij eenzaamheid te aanvaarden en te dragen. Ik heb soms moeite met een overdreven aandacht voor vriendschap,
voor relaties en voor verbondenheid. Vriendschap is iets wat ik graag in stilte beleef.

Volgens mij kan vriendschap niets te maken hebben met een passionele liefdesverhouding.

Vrienden maken geen indruk op elkaar, ze stellen zich niet aan bij elkaar. Dat hoeft ook niet. Er valt niets te bewijzen, ook de vriendschap niet.
Vrienden hebben er geen nood aan zich om te haverklap vrienden te noemen.
Ze moeten elkaar niet ‘het hof maken’.
Ik hoef bij een vriend mijn identiteit niet hoog te houden. Maar wel kan hij mij helpen mijn wezen meer te ontdekken.
Een vriend kan een spiegel zijn
en vaak ziet hij in mij meer dan ik in mezelf
en ook ziet hij in mij het goede, en hij hoopt ook daarop.

In een vriendschapsrelatie is er niet iemand die altijd geeft en een ander die alles dient te ontvangen.
In die zin zijn volmaakt goede, altijd gevende mensen gevaarlijk voor vriendschap. Vrienden geven elkaar trouwens zelden geschenken.
De vriendschap is het geschenk.
De aanwezigheid, vooral als die stil kan zijn en zwijgen.

Want een vriend zal niet terechtwijzen, wil me niet verbeteren, veranderen,
draaft niet om de haverklap met oplossingen voor mijn problemen aan.
Als een vriend me op mijn fouten wijst
dan is het omdat hij het goede wil voor mij
en omdat hij op het goede van mij hoopt, het goede voor anderen.
Daarom leer ik in de aanwezigheid van een vriend mezelf aanvaarden en liefhebben.
Een vriend brengt ook nooit zomaar mijn kwetsuren ter sprake. Hij zal er ook nooit naar vragen.
Zoals vrienden onder elkaar ook nooit de vraag stellen waarom ze vrienden zijn (geworden) van elkaar.
Het is niet goed om een vriendschapsrelatie te analyseren. Dat is voldoende om er meteen een einde aan te maken. Het is alsof er een reden moet zijn.
Liefde – ook die van de vriendschap – is altijd zonder ‘waarom’.
Die Rose ist ohne Warum. Sie blühet, weil sie blühet. Sie achtet nicht ihrer selbst,
fragt nicht, ob man sie siehet. (1624-1677)
De roos kent geen waarom. Ze bloeit omdat ze bloeit.
Ze bekijkt zichzelf niet
en vraagt niet of iemand naar haar omziet.

Als kinderen van school moeten veranderen omdat hun ouders verhuizen, dan krijgen ze nogal eens te horen:
“Je zult daar snel nieuwe vriendjes maken”.
Vrienden maak je niet.
Vriendschap ontstaat nooit uit een willen, als resultaat van een zoektocht. Vriendschap is een geschenk dat het leven je aanreikt,
is eerder een toevallige ontmoeting,
waarin reeds bestaande verbondenheid ontdekt, herkend wordt. Maar deze verbondenheid is er geen van bloed en bodem,
van een gemeenschappelijk belang, van gemeenschappelijke rechten. Het gaat veel dieper.

De verbondenheid is meestal onuitsprekelijk. Zoals de Naam van God.
Die diepere verbondenheid hoeft ook niet ontdekt te worden. Ze vraagt niet of ze herkend wordt.
Vriendschap hoeft niet, is niet noodzakelijk in de orde van het zijn. Ze kan ook nooit opgedrongen worden.
Je kunt niet tot jongeren na een ruzie zeggen:
“En nu zullen jullie vrienden worden!”
De liefde voor de vijand die Jezus ons oplegt
is geen vriendschap, wel zorg en mededogen en respect. Vriendschap kan er komen. Het hoeft niet.

Vrienden hoeven ook niet ‘gelijk’ te zijn.
Ze mogen zichzelf zijn bij elkaar, dus: anders.
De wil tot gelijkschakeling is destructief voor een vriendschap.
De ruimte voor het anders zijn drukt zich ook uit in het toelaten van afstand in ruimte en tijd.
Het ontmoeten van de ziel is niet hetzelfde
als het aaneen klitten van lichamen, integendeel.
Die afstand is er ook ten aanzien van de intimiteit van de vriend. Ik had het er al over.
Een vriend vraagt niet naar mijn intieme kwetsuren, problemen en hij zal die niet willen oplossen.
Hij zal ze, indien hij er van weet, ze zelfs niet ter sprake brengen. Hij vraagt niet om een luisterend oor te mogen zijn.
Hij is het, indien dit gewenst is.

Vriendschap is een heel pure ervaring en beleving van liefde en is verre van vanzelfsprekend
maar eenmaal vriendschap er is, is die vanzelf-sprekend.

Jezus kreeg het verwijt dat hij een vriend was van tollenaars en zondaars:
Mt 11, 19 De Mensenzoon komt, eet en drinkt wel, en ze zeggen:
Kijk die gulzigaard en wijndrinker, die vriend van tollenaars en zondaars! Judas, die Hem verraderlijk kust – teken van vriendschap in die cultuur -, wordt door Jezus op dat moment ook ‘vriend’ genoemd in het Mt-evangelie: Mt 26,49 Hij ging recht op Jezus af en zei: “Gegroet Rabbi”, en hij kuste Hem. 50 Jezus sprak tot hem: “Vriend, zijt ge daarvoor hier?”
Jezus noemde zijn intieme leerlingen ‘vrienden’.
Dat lezen we alleen in het mystieke Johannesevangelie:
Jo 15, 13Geen groter liefde kan iemand hebben dan deze, dat hij zijn leven geeft voor zijn vrienden.
14 Gij zijt mijn vrienden, als gij doet wat Ik u gebied.
15 Ik noem u geen dienaars meer, want de dienaar weet niet wat zijn heer doet, maar u heb Ik vrienden genoemd,
want Ik heb u alles meegedeeld wat Ik van de Vader heb gehoord.
Nochtans is de vriendschapsrelatie tussen mensen
niet dé relatie die in de Bijbel de liefdesrelatie tussen God en mensen tekent.
God wordt nooit ‘vriend’ genoemd.
En toch kan er veel wat over een vriend gezegd wordt, misschien ook wel van God gezegd worden.
Vooral wat dat zwijgen betreft, dat niet fysiek aaneen klitten,
dat luisterend oor zijn, dat niet oplossen van al mijn problemen, dat anders zijn, dat ontdekt en herkend worden,
die verbondenheid die er al is, de eenvoud van de roos, het feit dat Hij geen indruk op mij wil maken

en ik dat ook niet bij Hem moet doen. En ook, dat Hij voor mij het goede wil én dat Hij van mij het goede verhoopt!
En verder dat God en ik dezelfde interesse hebben
en als ik één ben met Hem, ook hetzelfde engagement:
het geluk van mensen.
Dat is het wat Jezus bedoelt:
Gij zijt mijn vrienden, als gij doet wat Ik u gebied.
En: Want Ik heb u alles meegedeeld wat Ik van de Vader heb gehoord.
Zijn dromen, interesses, inzichten…
Deelgenoten zijn we in Gods plannen.

C.S. Lewis geeft een merkwaardige uitleg voor het feit
dat de Bijbel maar zelden naar de vriendschap verwijst als beeld van Gods liefde:
Zij is van zichzelf al te geestelijk
om goed als symbool voor geestelijke zaken te kunnen dienen. Het hoogste kan niet bestaan zonder het laagste.
God kan Zichzelf rustig aan ons vertonen als onze Vader en als onze Man, omdat alleen een waanzinnige kan denken dat Hij ons werkelijk
fysiek verwekt heeft of dat Zijn huwelijk met de Kerk iets anders dan mystiek is.
Maar wanneer vriendschap voor dit doel gebruikt werd
zouden we het symbool voor de werkelijkheid kunnen houden. Het gevaar dat er toch al in schuilt zou zo nog groter worden.
We zouden nog meer in de verleiding komen
om de nabijheid-door-gelijkenis tot het hemelse leven, die vriendschap zeker vertoont, te verwarren met nabijheid-door-benadering.
Zeker kan God mij in vriendschap nabij komen en ‘ervaren’ worden.
Maar mijn vriend is God niet, noch God mijn vriend. Ik zie Hem als mijn Vader.

Muziek om even te verwijlen…

https://www.youtube.com/watch?v=T5Df7f_BLU8&ab_channel=VOCES8 BIDDEND VERWIJLEN
Drempelgebed

Eeuwige God,
Wij die U nooit hebben gezien, zie ons hier staan.
Wij die van U hebben gehoord, hoor Gij ons aan.
Uw naam is dat Gij mensen helpt, wees onze hulp.
En dat Gij alles hebt gemaakt, maak alles nieuw.
En dat Gij ons bij name kent, Leer ons U kennen
Die bron van leven wordt genoemd, doe ons weer leven.
Die hebt gezegd: ‘Ik zal er zijn’,
wees hier aanwezig.

Psalm 23

Antifoon: Hij leidt mij in sporen van waarheid getrouw aan zijn naam.

De Heer is mijn herder mij zal niets ontbreken.

Hij wijst mij te liggen in grazige weiden, Hij voert mij naar wateren der rust.

Hij behoedt mijn ziel voor verdwalen, Hij leidt mij in sporen van waarheid getrouw aan zijn naam.

Moest ik gaan door het dal van de schaduw des doods, kwaad zou ik niet vrezen.

Want naast mij gaat Gij, uw stok en uw staf,
zij doen mij getroost zijn.

Een tafel richt Gij mij aan
in het aangezicht van mijn belagers en zalft met olie mijn hoofd.
Mijn beker vloeit over.

Zo zijn dan geluk en genade om mijn schreden al de dagen mijns levens.

Verblijven mag ik in het huis van de Heer tot in lengte van dagen.

Eer zij de heerlijkheid Gods:
Vader, Zoon en heilige Geest.

Zo was het in den beginne,
zo zij het thans en voor immer
tot in de eeuwen der eeuwen. Amen.

Antifoon: Hij leidt mij in sporen van waarheid getrouw aan zijn naam.


Lezing uit Bénédicte LEMMELIJN, Mindful geluk vanuit eeuwenoude Bijbelse Wijsheid.

Eveneens in de context van de ‘gerechtigheid’ ten aanzien van de naaste,
wordt vriendschap geprezen als een uitermate waardevol geschenk.
Sirach maant aan die vriendschap in oprechtheid te koesteren en waarschuwt tegelijkertijd voor het misbruik van vertrouwen dat voor elke vriendschap de doodsteek vormt.
Goede raad haal je enkel bij een oprecht betrokken mens en in de wijsheid van je eigen verstandsoordeel.
Al zeker niet bij een afgunstig iemand.
Voorzichtigheid is ook geboden bij wie je naar de mond praat, maar eigenlijk een achterliggende persoonlijke agenda hanteert.

Stilte

Onze Vader

Afsluitend gebed:

God, die al ons doen en denken te boven gaat, wijsheid was het dat U nabij was
toen Gij het licht riep
en toen de mens geschapen werd.
Wijs ons wegen om te gaan
waar uw liefde ons tot onderdak is. Leidt ons naar de mens Jezus,
die uw gelaat aan ons onthult. Laat ons putten uit Uw wijsheid,
troost ons met stralen van wijsheid uit Uw hemel. Dat wij het goede doen op deze aarde,
dat wij mensen goed doen. Amen.

Tekst en onderricht april 2021

 
LEVENSKRACHT PUTTEN IN BIJBELSE WIJSHEID
 

LOSLATEN VAN ANGST EN LEREN VERTROUWEN “Wee het krachteloze hart:  
omdat het geen vertrouwen heeft,  
daarom wordt het niet beschermd.” (Jezus Sirach 2, 13)

 
Henri Nouwen (1932-1996) haalt in een van zijn laatste boeken, Met de dood voor ogen, een gesprek aan met de leider van de trapezewerkers, The Flying Rodleighs: “Jij denkt misschien, net als de meeste toeschouwers, dat ik de grote ster ben van de trapeze. Maar de echte ster is Joe, die me vangt. Hij moet me op het exacte moment uit de lucht plukken als ik mijn verre sprong naar hem maak”. “Hoe lukt dat?” vroeg ik. “Wel”, zei Rodleigh, “het geheim is dat ik het vangen geheel aan Joe overlaat en zelf niets doe. Als ik na mijn salto’s op Joe afkom, moet ik gewoon mijn armen en handen uitstrekken en wachten tot hij me vangt. “Dus jij doet niets!” zei ik verbaasd. “Niets”, herhaalde Rodleigh. “Het ergste wat een springer kan doen is proberen de vanger te vangen. Als ik Joe’s polsen zou vastgrijpen, zou ik ze kunnen breken, of hij zou de mijne kunnen breken. Dat zou het einde zijn voor ons beiden. Een springer moet springen en een vanger vangen, en de springer moet met uitgestrekte armen en open handen erop vertrouwen dat zijn vanger er zal zijn”.

Lees meer...

Tekst en onderricht 6 februari

LEVENSKRACHT PUTTEN IN BIJBELSE WIJSHEID
Vooraf:

Er zijn heel wat filmscenes te bekijken op het YouTube-kanaal waarin het thema ‘vergeving’ aan bod komt.
Dus: het is een thema dat in heel wat films aan bod komt. Soms wat melig, soms zo onmenselijk reëel.
Ik schrijf ‘onmenselijk’ als synoniem voor ‘onmogelijk’: boven de mogelijkheden van een mens uitstijgend.
Zo in de film “The Forgiven”, gebaseerd op waargebeurde feiten. Op het einde van de film schenkt een moeder, Mrs. Morobe,
op een zitting van de Zuid-Afrikaanse Waarheid- en Verzoeningscommissie vergeving aan een oud-politie officier, Hansi Coetzee,
die samen met twee andere politiemensen tijdens het apartheidsregime, de dochter van Mrs. Morobe heeft gedood, samen met haar vriend.
Toen ze de twee hadden doodgeschoten hebben ze de lijken verbrand en terwijl dat gebeurde enkele tientallen meters verder
onder hen een gezellige ‘braai’ (BBQ) gehouden. (Zo’n feit heeft zich voorgedaan.
Toen aartsbisschop Desmond Tutu, de voorzitter van de commissie, dit relaas tijdens een getuigenis diende te aanhoren,

werd het hem te veel en diende de zitting stilgezet te worden.)
Het geval komt in de film aan het licht
door de tapes van een andere van de drie politiemensen, Piet Blomfeld, die lid was van de Afrikaner Weerstandbeweging,
voor soortgelijke feiten was aangeklaagd
en opgesloten is in de beruchte Pollsmoor Maximum Security Prison in Kaapstad. De derde van het drietal is daar cipier.

Lees meer...