Tekst en Onderricht op 2 december 2025


Onderricht op 2 december 2025
Inspiratie voor het onderricht wordt in dit werkjaar o.a. geput uit Michael CASEY, ocso, Naar God. Inleiding tot de praktijk van het gebed, Lannoo-Tielt, Abdij Bethlehem, 2007.

De advent is een hoogst spirituele tijd, waarvan ik de magie het best verwoord vind
in enkele versen van Felix Timmermans, zoals:
Heb dank dat Gij mijn weemoed wijdt en zegen ook zijn vruchten.
Een ganzendriehoek in de luchten; nu komt de wintertijd.
Ik hoor U door mijn hart en door de rieten zuchten. Ik ben bereid.
En ook:
De blaadren rijzen door de stugge nevel er zijn geen klanken meer, er is geen lied
slechts in het dorre riet een vroom geprevel…
Nu komt de tijd dat men naar binnen ziet.
In beide gedichten uit de poëziebundel Adagio,
is er sprake van ‘riet’, maar ook van ‘weemoed’.
De bepalingen die door AI geleverd worden over weemoed bevredigen me niet, behalve dat men het er heeft over een ‘onvervuld verlangen’.
Maar in een adventslied zingen we:
Mijn hart weet dat ons oud verlangen weldra vervulling vindt.

Lees meer...

Tekst en Onderricht op 18 november 2025


Onderricht op 18 november 2025
Inspiratie voor het onderricht wordt in dit werkjaar o.a. geput uit Michael CASEY, ocso, Naar God. Inleiding tot de praktijk van het gebed, Lannoo-Tielt, Abdij Bethlehem, 2007.

In onze meditatie duiken vaak dagdromen en fantasieën op.
Die dagdromen en fantasieën kunnen de vertaling van verlangens en behoeften zijn. Er is het verlangen om onkwetsbaar te zijn,
maar ook om een integer of terug een integer mens te zijn en te worden, een mens wie men niets verwijten kan, niets meer verwijten kan.
Er is het verlangen naar vergeving.
Misschien is er ook het onuitgesproken verlangen
om eens lekker alle remmen los te mogen en te kunnen gooien. Uiteraard is er het verlangen om bevestigd en goedgekeurd te worden.
Mensen dromen vaak over hun eigen uitvaart
en fantaseren zich daarbij wat er van hen gezegd zou kunnen worden aan erkenning en waardering …
Wellicht is er soms het brandende verlangen om heel intiem met iemand te kunnen zijn, om één te mogen en te kunnen zijn met.
Anselm Grün stelde ooit dat in al die verlangens het verlangen naar God zich schuilhoudt,
het verlangen naar volkomen vrede en vreugde.

Lees meer...

tekst en Onderricht op 21 oktober 2025


Onderricht op 21 oktober 2025
Inspiratie voor het onderricht wordt in dit werkjaar o.a. geput uit Michael CASEY, ocso, Naar God. Inleiding tot de praktijk van het gebed, Lannoo-Tielt, Abdij Bethlehem, 2007.

Als we mediteren groeien we in waarheid,
omdat we een waarheid ervaren en deze niet verdringen en ontkennen.
Die waarheid houdt in dat we uit onszelf hulpeloos zijn om aan ons diepste verlangen tegemoet te komen.
Uit onszelf slagen we er niet in altijd te beantwoorden aan ons ware zelf,
ons altijd bewust te zijn van onze waardigheid van kind van God, van Christus.
We slagen er niet in altijd en onvoorwaardelijk
te kiezen voor het goede en ons onware zelf los te laten.
Nog anders uitgedrukt: we slagen er uit onszelf niet in onszelf te overstijgen.
Spiritualiteit die deze waarheid ontkent
en alleen al meditatietechnieken beschouwt als transcenderen, leert ons bezigheden aan die het tegendeel zijn van echt gebed.
Volmaaktheid houdt immers in ieder geval in
de onvermijdelijke onvolmaaktheid te aanvaarden
zonder dat deze aanvaarding leidt tot verlies in vertrouwen en volharding. In deze zin houdt bidden en mediteren ook een vraag is,
hoewel die in meerdere gebedswoorden niet expliciet geformuleerd wordt.

Lees meer...

Tekst eno onderricht 4 november 2025


Onderricht op 4 november 2025
Inspiratie voor het onderricht wordt in dit werkjaar o.a. geput uit Michael CASEY, ocso, Naar God. Inleiding tot de praktijk van het gebed, Lannoo-Tielt, Abdij Bethlehem, 2007.

Het ware bidden groeit uit het verlangen naar een waarachtig bestaan, een leven dat meer betekent dan een jachtig gedoe
op zoek naar bevrediging, beveiliging en bevestiging,
meer dan het dienen van de goden van bezit, macht en eigenbaat. Het verlangde leven is zelfs als het leven,
dat een zoeken is naar diepe vrede en vreugde,
datgene waarvan we weten dat het ons gegeven is in eenheid met God. Het zoeken blijkt al alles te zijn,
zoals voor een pelgrim de tocht belangrijker kan blijken dan de aankomst. In dat zoeken dienen we ons te bevrijden van hinderlijke ballast,
zoals datgene waarvan we denken dat we er niet zonder kunnen. Hinderlijk kan ook een al te vroeg ontwikkelde identiteit zijn,
een imago waarvan we dachten het te moeten verwerven en dat we in stand willen houden.
En dan is er nog datgene waarvan we wel weten dat het hinderlijk is waarvan we weten dat we er bevrijd moeten van worden,
waarvan we zeker zijn dat we het moeten loslaten. Maar dat lukt ons zo moeilijk.
We moeten dus leren onszelf vergeten, ons onware zelf, ons opgebouwde wereld-ik.

Lees meer...

tekst en onderricht oktober 2025



Onderricht op 7 oktober 2025

Inspiratie voor het onderricht wordt in dit werkjaar o.a. geput uit Michael CASEY, ocso,
Naar God. Inleiding tot de praktijk van het gebed, Lannoo-Tielt, Abdij Bethlehem, 2007.

De Amerikaanse franciscaan Richard Rohr noteert in zijn boek
Het Christusmysterie op verschillende plaatsen en op diverse wijzen dat liefde en ook ware religie, godsdienstigheid en spiritualiteit
niet starten vanuit een initiatief van de mens, maar starten bij ‘het trekken van de Vader’.
Op het einde van de broodrede in het Johannesevangelie zegt Jezus dat ook op een onomwonden wijze aan mensen
die zich gelovig noemen en hun gelovig zijn als hun verdienste beschouwen: Johannes 6, 65 Hij voegde er aan toe: “Daarom heb Ik u gezegd, dat niemand tot Mij kan komen, als het hem niet door de Vader gegeven is.”
66 Tengevolge hiervan trokken velen van zijn leerlingen zich terug en verlieten zijn gezelschap.

Lees meer...