Homilie Witte Donderdag 2018

 

abtMANU

 

 

 

 

 

 

In het bewustzijn dat de Vader Hem alles in handen had gegeven
en dat Hij van God was uitgegaan en naar God terugkeerde,
stond Hij van tafel op…

Broeders en zusters,

Het gebeurt niet zo vaak dat de evangelisten ons laten binnenkijken in wat Jezus innerlijk beweegt. Maar nu doet Johannes dat expliciet bij het gebeuren van die laatste avond. Jezus en zijn Vader. Jezus en zijn God. Heel bewust van zijn zending begint Jezus aan de voetwassing. En het is treffend dat se samenstellers van het vijfde eucharistisch gebed die woorden hebben overgenomen omtrent de eucharistie: In het bewustzijn dat Hij van U was uitgegaan en naar U terugkeerde, heeft Hij het brood in zijn handen genomen. Het gaat hier om iets heel fundamenteels – Jezus wil nog in een laatste handeling heel zijn zending in herinnering roepen, ons opnieuw aanzeggen waartoe Hij gekomen is. Het doet me terugdenken aan de evangeliewoorden van de vierde vastenzondag: Zozeer immers heeft God de wereld liefgehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat al wie in Hem gelooft niet verloren zal gaan, maar eeuwig leven zal hebben. God heeft zijn Zoon niet naar de wereld gezonden om de wereld te oordelen, maar opdat de wereld door Hem zou worden gered. Of zoals Johannes het schrijft in zijn eerste brief: De liefde die God is, heeft zich onder ons geopenbaard, doordat Hij zijn enig Zoon in de wereld gezonden heeft, om ons het leven te brengen.


Daarover gaat het: Jezus geeft zich, geeft zich aan ons met een bedoeling. Hij geeft zich aan ons omwille van ons! Hij wil ons redden. Hij wil ons leven geven. Hij wil dat wij leven. En Hij doet dit uit liefde – een bewijs van zijn liefde tot het uiterste toe. Diezelfde liefde die de Vader kent: zozeer immers heeft God de wereld liefgehad!
Broeders en zusters, God wil dat wij leven! dat wij blijvend leven, eeuwig leven! Eeuwigheidsleven, vertaalt Marie vander Zeyde – een leven met een richting, met een bestemming, met een uitzicht.
De twee ‘tekenen’ van deze avond willen ons dat aanzeggen. En die twee tekens houden ook telkens een uitnodiging in naar ons: Ik heb u een voorbeeld gegeven, opdat gij zoudt doen wat Ik u gedaan heb. En blijft dit doen om Mij te gedenken.

De Vader had Jezus alles in handen gegeven. Deze handen nu nemen een linnen doek, een wasbekken en wassen de voeten van de leerlingen. Hij die bestond in goddelijke majesteit heeft zich niet willen vastklampen aan de gelijkheid met God. Hij heeft zich van zichzelf ontdaan en het bestaan van een slaaf aangenomen. Jezus, Zoon van God, neergeknield aan mensenvoeten. De hoogste wordt de laagste; dienende liefde die het laagste in de ander durft aanraken, wegwast en zuivert, die omarmt. Petrus reageert: Heer, wilt Gij mij de voeten wassen? Nooit, in der eeuwigheid niet.  Kunnen wij zo’n liefde toelaten? Maar Jezus dringt aan – alleen die liefde maakt tot deelgenoot. Alleen die liefde maakt dat wij zijn waar Hij is en dat we Hem kunnen ontmoeten. Zusters en broeders, Jezus wast onze voeten, opdat wij ook zo zouden doen. Het is blijkbaar de enige weg om Jezus nabij te komen, maar ook om elkaar nabij te komen, elkaar menselijk te ontmoeten, elkaar te eerbiedigen. Het is afdalen om lief te hebben. Geen romantische liefde, geen geëxalteerde liefde, maar een liefde die de ander neemt zoals hij/zij is – een liefde zoals Sint Paulus schrijft: die liefde zoekt zichzelf niet. Zij beeldt zich niets in. Zij laat zich niet kwaad maken en rekent het kwade niet aan… Alles verdraagt zij, alles gelooft zij, alles hoopt zij, alles duldt zij.

Zijn wij daartoe in staat? Kunnen wij zo beminnen? Louter uit onszelf, neen! Maar er is het tweede teken van deze avond: Dit is mijn lichaam voor u, dit is mijn bloed dat voor u en alle mensen wordt vergoten ter vergeving van de zonden. Jezus geeft zich aan ons; Hij komt in ons; Hij wordt ons leven. Hij komt in ons liefhebben. Los van Mij kunt gij niets. Maar met Hem, in Hem, door Hem – wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, blijft in Mij en Ik in Hem. Liefhebben zoals Hij heeft liefgehad. Liefhebben met Zijn liefde. Hij doet het in ons. En Hij neemt weg wat ons hindert, wat ons opsluit in onszelf, wat ons afsluit van de ander. Lam Gods dat wegdraagt de zonden van de wereld. Zoals we het zingen in een lied: Hij wordt ons brood, maakt ons met Hem gemeenzaam. Hij maakt ons tot wederdienst bereid. Zo worden we liefdes bekwaam. Zo wordt het mogelijk dat wij in zijn voetstappen treden en meegaan met Hem – deze avond, deze nacht.
Broeders en zusters, Jezus wil het aan ons doen. Nu! Het zij zo! Amen.