Homilie 5' zondag 2019

Zusters en broeders,
     
      We hoorden zojuist het verhaal van de roeping van de eerste leerlingen in het evangelie volgens Lucas. Wij zijn daarbij reeds in het vijfde hoofdstuk van het Lucasevangelie, terwijl de andere evangelisten dit verhaal brengen in het begin van hun evangelie. Is dat omdat Lucas meer en andere informatie had? Mogelijks? Maar ik vermoed dat Lucas – zoals we ook vaak merken in het Johannesevangelie – dieper leest in wat er gebeurd is. Wat is roeping? Wat gebeurt er bij en met een geroepene? In ons verhaal gaat het over de roeping van Simon Petrus en heel summier ook over deze van Jacobus en Johannes.
      Jezus – én Lucas heeft al uitvoerig verteld over zijn prediking en zijn wonderen – komt op zekere dag aan het meer van Gennesaret samen met allerlei mensen die Hem volgen om naar Hem te luisteren- preciezer gezegd om ‘het  woord Gods te horen’. Maar de mensen dringen zich zo op dat Jezus zich wat verwijdert. Hij stapt in één van de boten die daar liggen – de boot van Simon – en gaat van daaruit verder met zijn prediking. Simon Petrus luistert mee! Dat is allereerst! En dan vraagt Jezus aan Simon: Vaar nu naar het diepe en gooi uw netten uit voor de vangst. Simon reageert – ‘maar dat hebben we juist gedaan en zonder enig resultaat’. Hij voegt er echter aan toe: Maar op uw woord zal ik de netten uitgooien.

Er is al iets gebeurd met Simon Petrus. Hij beseft dat een woord van Jezus niet zomaar een woord is – nee – het is het woord van God. Lucas schrijft het niet uitdrukkelijk, maar in het hart van Simon is het geloof al ontkiemd. Het geloof dat juist in het evangelie van vorige zondag ontbrak bij de mensen uit Nazareth en waardoor ze niet konden zien wie Jezus is. Jezus stond verwonderd over hun ongeloof. Roeping heeft te maken met geloof, met tot geloof komen.
      Tevens is er een verband tussen geloven en de wonderen die Jezus doet. Ook hier bij de wonderbare visvangst. We hoorden het nog deze week in het verhaal van de vrouw die aan bloedvloeiing leed en de genezing van het dochtertje van Jaïrus. Tot de vrouw zegt Jezus: Dochter, uw geloof heeft u genezen. En tot Jaïrus: Wees niet bang, maar blijf geloven.
      En dan verhaalt Lucas wat de wonderbare visvangst met Petrus doet: Simon Petrus viel Jezus te voet en zei: ‘Heer, ga van mij weg, want ik ben een zondig mens’. Petrus ontmoet Jezus. Petrus leert Jezus kennen. Petrus knielt. O God, vergeet Gij dezen niet die neergebogen zijn (Ps 10,12). En in die ontmoeting ziet hij ook wie hijzelf is: een zondig mens. Heel terecht kregen we als eerste lezing een gekende tekst uit de profeet Jesaja, waarin de profeet in een visioen Gods heerlijkheid mag zien. Jesaja reageert: Wee mij, ik ben verloren! Want ik ben een mens met onreine lippen… en toch hebben mijn ogen de Koning, de Heer der hemelse machten gezien. Godsontmoeting én een diep zondebesef. Ze horen samen. In het evangelie volgens Marcus krijgen we na her roepingsverhaal van de eerste vier leerlingen het roepingsverhaal van Levi, de tollenaar. En dan zegt Jezus: Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar zondaars. Lucas schrijft ons: dat betreft niet alleen de tollenaars, het betreft evenzeer de eerst geroepenen. Het betreft de geroepenen zonder meer! In de monastieke traditie is dit een zeer kostbare gedachte: de penthos, de rouwmoed, het diepe besef van bemind te worden ondanks onze onwaardigheid, ondanks alles waar we nog afgekeerd zijn van God en medemens, waar we nog teruggeplooid leven op onszelf. Door de rouwmoed wordt het hart opengebroken en komt er ruimte vrij voor de Heer en kan Hij, mag Hij binnen komen.
      Heer, ga van mij weg want ik ben een zondig mens. Heer, ga van mij weg. Maar Jezus is juist naar hem toegekomen. Jezus wil bij hem verblijven en bij zijn medevissers. Lucas besluit: Ze brachten hun boten aan land en lieten alles achter om Hem te volgen. Zij volgen Hem. Johannes zal schrijven – weer zo’n diepere lezing: zij bleven bij Hem.
      Zusters en broeders, is dat niet ook onze roeping: blijven bij Hem – blijven bij Hem die bij ons is, die ons kiest, die ons liefheeft zoals wij zijn met onze fouten, mankementen, zonden, die zich laat ontmoeten. Ook nu in deze eucharistie: Hem ontmoeten in zijn woord… Hem ontmoeten in de communie en juist dan spreken we uit wat ons het evangelie van deze zondag zozeer aanzegt: Heer; ik ben niet waardig dat Gij tot Mij komt. Maar Hij komt, Hij is er. Hij komt bij ons, in ons. Hij neemt verblijf bij ons, arme zondaars, maar zó kostbaar in zijn ogen. AMEN.
Abt. Manu